Jayopinie, achtergrond, 2 oktober 2003

Internationaal genderdysforie symposium in Gent

Het tweejaarlijkse symposium van HBIGDA (The Harry Benjamin International Gender Dysphoria Association), een beroepsorganisatie op het terrein van genderdysforie, vond dit jaar plaats bij onze zuiderburen. Gastheren en -dames waren de leden van het Gentse Genderteam (een team dat de laatste jaren vooral op chirurgisch gebied internationaal naam heeft gemaakt). Voor een aanzienlijk deel van de bezoekers is dit symposium een tweejaarlijks weerzien met oude bekenden uit het eigen vakgebied. Nieuwe deelnemers vormen een minderheid. De lokatie in Gent trok dit jaar veel belangstellenden uit Nederland. Twee van hen, Gé Meulmeester en Wim Haan, beschreven hun impressies voor het Continuüm.


Voor mij was het de eerste keer dat ik een symposium van HBIGDA mocht bijwonen. Omdat dit de meest vooraanstaande organisatie is van professionals op het terrein, tref je veel experts in levende lijve aan, waarvan je de publicaties kent of waarvan je de internetsite hebt geraadpleegd. Dat is één van de leukste kanten van het bijwonen van zo'n bijeenkomst. Je ontmoet een bonte variëteit van medisch specialisten, chirurgen, psychiaters en psychologen, sociologen, maatschappelijk werkers. Daarnaast mensen van hulpverleningsorganisaties en een aanzienlijk aantal deelnemers die zelf transgender zijn. Waarbij soms de groepen door elkaar heen lopen, in die zin dat er nog nogal wat professionals rondlopen die zelf transgender of transseksueel zijn.
Het is denk ik niet overdreven te stellen dat alle deelnemers een 'positieve betrokkenheid' hebben op de genderthematiek. Ik ben geen 'systeemcritici' of fundamentele tegenstanders van de diagnosestelling 'genderdysforie' tegengekomen. Dat leidt enerzijds tot een positieve ambiance en een sfeer van eensgezindheid, maar kan tegelijkertijd als een tekortkoming worden gezien. Het is niet de gelegenheid waar voor- en tegenstanders van bijvoorbeeld geslachtsveranderende behandelingen met elkaar in debat kunnen gaan. Bailey en A Campo behoren in ieder geval niet tot de inleiders. Misschien is dat één van de oorzaken dat ik op geen enkel moment het gevoel had dat de spetters er vanaf vlogen.

Dat zo'n bijeenkomst ook de nodige saaie momenten kent heeft verder te maken met de traditionele vormgeving, geënt op de ouderwetse medische conferenties. Veel pratende hoofden, inleiders met een lang betoog waarbij aan het slot nog de gelegenheid is voor één of twee (korte) vragen. Wat ook een rol speelt is dat de medicalisering van het genderthema toch een vrij grote impact heeft op de inhoudelijke invulling van het symposium. Mede om die reden heb ik zelf tijdens één van de satellite-meetings de opmerking gemaakt dat er naast de bijna uitsluitende aandacht voor gendertrouble wel wat meer plek zou mogen zijn voor genderfun. Het is vaak zwaar tot loodzwaar wat aan de orde komt.

Authentiek of ziek

Na deze algemene opmerkingen enkele hoogtepunten en kanttekeningen. Om te beginnen het verhaal van Lin Fraser die transgender presenteerde vanuit psycho-dynamisch/Jungiaans perspectief. Daarbij wordt de ontwikkeling van transgenders niet vanuit pathologisch oogpunt maar vanuit gezondheid bekeken. De behandeling van de psychotherapeut dient gericht te zijn op de ontwikkeling van een 'authentiek zelf'. Voor de therapeut betekent dit dat afstand moet worden gedaan van een neutraal/objectieve uitgangssituatie, en dat er sprake dient te zijn van actief engagement bij de problemen die de patiënt ervaart.

Van de plenaire presentaties was ik met name onder de indruk van Ken Zucker die de plaats van genderdysforie binnen DSMIV en de nog vast te stellen DSMV besprak. Zucker gaf een aantal voordelen en nadelen van het opnemen van genderdysforie als psychische stoornis. Nadelen zijn bijvoorbeeld dat genderdysforie daarmee een stigma krijgt dat de medicalisering van het fenomeen alleen maar bevestigt (en feitelijk dus 'normale' gendervariatie pathologiseert). Daarnaast is de DSM westerncentric. Niet-westerse concepten van gezondheid en ziekte worden daarin niet verdisconteerd. Daartegenover staat dat de vermelding in de DSM ook bekostiging van behandelingen legitimeert en daarmee nodeloos lijden voorkomt. Zucker noemt in totaal 10 voordelen en 10 nadelen, en komt tenslotte tot de aanbeveling dat het begrip 'psychische stoornis' in de DSM mogelijk verbreed zou moeten worden, zodat ook kwaliteit van leven-argumenten reden kunnen zijn voor behandeling.

Genderfun

Op vrijdag vonden de twee satellite-meetings plaats. Hoewel deze waren bedoeld om het contact tussen 'het veld' (zelfhulporganisaties) en de professionals van HBIGDA te stimuleren, blijken de professionals ten enenmale afwezig. Het wordt daarom een onderonsje tussen mensen die ofwel in zelfhulp/hulpverlening werkzaam zijn, ofwel zelf als transgender/transseksueel tegen problemen aanlopen waarop door de professionals onvoldoende wordt ingespeeld. De twee meetings leiden tot een lijst aanbevelingen voor HBIGDA. Allereerst is er het pleidooi om actiever te communiceren met supportgroepen, bijvoorbeeld door de vrij magere website uit te bouwen tot een informatieve database, waarop ook de (email-)adressen van de HBIGDA-leden worden geplaatst, zodat die beter bereikbaar zijn voor vragen. Ook is er het verzoek om actiever te reageren op controverses in de media. HBIGDA zou, als organisatie met een grote autoriteit op gendergebied, een krachtige respons kunnen geven op discriminerende en onwetenschappelijke uitlatingen in de media. HBIGDA zou dus een belangrijke rol kunnen vervullen bij het stimuleren van debat. Verder wordt aanbevolen de symposia meer te richten op zelfhulpgroepen en individuele geïnteresseerden, onder andere door bredere publieksprogramma's (bijvoorbeeld films) en programma's voor supportgroepen toe te voegen..
Aan het slot van de conferentie worden deze aanbevelingen plenair gepresenteerd. Zowel de plek in het programma als het (kleine) aantal aanwezigen is misschien illustratief voor het belang dat aan de inbreng van anderen dan de professionals wordt gehecht. En dat terwijl HBIGDA er zonder transgenders helemaal niet zou zijn, zoals door één van de aanwezigen treffend wordt opgemerkt.

Aan het eind van de slotdag wordt een video vertoond die gebruikt wordt in een campagne tegen roken. De onvolprezen Kate Bornstein speelt de hoofdrol. Een prachtige performance! Jammer dat niet meer van dit soort onderdelen in het programma zijn ingebouwd.
Concluderend is voor mij het ontmoetingsmoment het belangrijkst geweest. Te meer omdat juist in ontmoetingen met transgenders en transseksuelen blijkt dat er naast gendertrouble toch ook veel genderfun te beleven valt.


www.hbigda.org