MariĆ«tte Hermansinterviews, achtergrond, 27 november 2006

Interview met Thomas Wormgoor voor Schorer Magazine, november 2006

Meer dan twee smaken

Thomas Wormgoor is coördinator van de Werkgroep Transseksualiteit en Genderdysforie van Humanitas. Deze werkgroep doet veel aan zelfhulp voor transgenders, maar wil in de toekomst ook meer aan belangenbehartiging, zichtbaarheid en emancipatie gaan doen. Daarbij kijkt Wormgoor met belangstelling naar Schorer. "Het gaat namelijk ook over seksualiteit: hoe ga je met je lichaam om, hoe beleef je je lichaam, je seksuele identiteit en je genderidentiteit?"

De werkgroep Transseksualiteit en Genderdysforie bestaat intussen twintig jaar en is voortgekomen uit de Landelijk Kontaktgroep Travestie en Transseksualiteit, vaak afgekort tot T&T. Thomas: “Sommige transvrouwen voelden zich bij de T&T-avonden niet thuis. Oppervlakkig gezien is er misschien een overeenkomst tussen man-naar-vrouwtransseksuelen en travestieten: personen die als man geboren zijn en in vrouwenkleren lopen. Maar uiteindelijk willen transseksuelen wat anders dan travestieten, namelijk een behandeling. En ik snap dat heel goed, want er is een groot verschil tussen de rol van de andere sekse spélen of een lid van de andere sekse zíjn.” Thomas heeft zelf een transseksuele achtergrond. “Tegen mij zeiden mensen voor mijn transitie ook: dan ga je toch lekker in een driedelig pak lopen. Maar ik schaamde me rot, ik zou niet dood gevonden willen worden ‘verkleed’ als man.”
Midden jaren tachtig startte er een groep voor transvrouwen, Virgin genaamd. “Virgin bestaat nog steeds. De groep is maandelijks en trekt tussen de dertig en de vijftig transseksuele vrouwen. Er zit altijd weer een aantal nieuwe gezichten bij. Virgin heeft de functie om eindelijk eens onder soortgenoten te zijn voor tips en trucs. Het is voor nieuwe dames vaak een openbaring om te zien dat er zoveel vrouwen zijn die het overleefd hebben en er leuk uit zien, in alle soorten en maten.”  
In tweede instantie kwamen er bij Humanitas maandelijkse bijeenkomsten voor vrouw-naar-mantransseksuelen. Bovendien startte Berdache, een landelijke groep voor ouders met kinderen met genderdysforie. Ook is (H)erkenning gestart, een groep voor naasten. “Dit zijn vaak partners, maar soms ook ouders of kinderen van transseksuelen.” Al deze groepen samen maken al meer dan tien jaar de werkgroep Transseksualiteit en Genderdysforie.

Schwung en lef

De laatste tijd is er behoefte aan uitbreiding. Thomas: “We willen meer maatwerk leveren. Zo is er een open inloop gestart en een gesloten gesprekgroep voor ‘veteranen’: transmannen die het medische verhaal al een jaar of wat achter de rug hebben, en daar op terugkijken. Dat is een groot succes. Het gesprek gaat over hoe je omgaat met je geschiedenis, of je alles uit het leven haalt dat erin zit, of dat je voorzichtig langs het randje loopt.”  
Ook kreeg Wormgoor recent de vraag van een transseksuele vrouw die met andere vrouwen wilde praten over agressie op straat en weerbaarheid. Thomas: “Ik zou het heel goed vinden als transvrouwen een weerbaarheidsgroep oprichten. Ten eerste vanwege het resultaat, concreet omdat het nodig is. Maar ook omdat wij transen bij uitstek niet hebben geleerd om een trotse bewoner van ons eigen lijf te zijn. Ik zie het vaak gebeuren: veel vrouwen worden in eerste instantie heel extravert met swung en lef, maar na een tijdje kruipen ze terug in hun schulp, omdat zichtbaarheid in deze wereld zoveel consequenties heeft.”

Pubergroepen 

Een andere ontwikkeling is dat Thomas sinds kort een nieuwe collega heeft: Bastiaan Franse. Hij gaat zich bezighouden met activiteiten voor kinderen en jongeren. In het verleden waren de pubergroepen een groot succes. Thomas: “Toen ik hier begon, heb ik gelijk subsidie aangevraagd om de jongeren te kunnen organiseren. Het is niet een doelgroep die zichzelf organiseert. Bastiaan gaat nu allereerst weer pubergroepen opzetten. Ook is er een groep voor jongvolwassenen. Bastiaan gaat zich ook richten op kinderen met genderdysforie en kinderen met ouders die transgender zijn.” Daarnaast heeft Thomas een collega die hulpverleningsgesprekken voert met man-naar-vrouwtransseksuelen. Tevreden voegt hij toe: “Als je bedenkt dat we dat allemaal doen met anderhalve formatieplaats, dan is dat heel veel. We werken dan ook met heel trouwe vrijwilligers.”

Beweging 

De werkgroep hield begin oktober een teamdag met alle betaalde en vrijwillige krachten. Daar werd geconcludeerd dat de tijd rijp is voor meer zichtbaarheid en emancipatie. Thomas: “De zelfhulp is goed op gang gekomen, maar we zijn eigenlijk slecht in onze belangenbehartiging. Er zitten nog veel transseksuelen thuis: ontslagen, niet in staat om sociale contacten te leggen, slachtoffer van pure discriminatie.”
Beter relatiebeheer kwam tijdens de bijeenkomst ter sprake: “Wij werkten tot nu toe meer met het ‘cafetariamodel’: je kunt komen als je wilt, en als je wegblijft, is het ook goed.” Een concreet voornemen is om degenen die gebruik maken van het zelfhulpaanbod meer te binden aan de werkgroep. Dat zou ook een beweging op gang kunnen brengen. “We roepen tegen organisaties in het buitenland dat er in Nederland geen transgenderbeweging bestaat, maar als wij die niet vormen, wie dan wel?”

Waterscheiding 

‘Transgender’ ziet hij als een goede verzamelnaam voor zo’n beweging. “Ik vind transseksuelen een deelverzameling van ‘transgender’. Mensen die zich transgender noemen en niet transseksueel zijn, behoren ook tot die verzameling. Ik wil af van die waterscheiding. Mensen vinden in hun leven vaak zigzaggend hun weg. Het is niet zo dat er maar twee smaken zijn: man of vrouw, transseksueel of transgender, biologisch of trans. Ook naar jongeren toe is het belangrijk om uit te gaan van alle mogelijkheden. En daarin komt Schorer om de hoek kijken. Het gaat namelijk ook over seksualiteit: hoe ga je met je lichaam om, hoe beleef je je lichaam, je seksuele identiteit en je genderidentiteit?”  

Feminisatieproces

Humanitas is ook begonnen met bijeenkomsten voor transgenders: mensen die tussen de seksen inleven. “Het zijn open themabijeenkomsten voor iedereen die zich transgender noemt.” In september, ter gelegenheid van de eerste bijeenkomst vond de fototentoonstelling van Planet Gender plaats (www.planetgender.com). Daarin werkte Thomas nauw samen met Schorer. “Bij Schorer hingen zwart-wit portretten met levensverhalen. In onze vergaderzaal hingen twaalf foto’s van het feminisatieproces van een transvrouw. De werkgroep is binnen Humanitas niet altijd even zichtbaar. Die tentoonstelling was daar goed voor: door de foto’s kwamen meer mensen naar ons toe.”

Schoolartsen 

Ook werkte Wormgoor samen met Schorer ter voorbereiding van het Schorer buddyproject voor transseksuelen in de real life-fase. Hij was betrokken bij de training van de eerste groep vrijwilligers. Het project is een succes.
Een andere overeenkomst met Schorer zit in de hulpverlening. “Schorer heeft zich altijd ingezet voor kwalitatieve hulpverlening. Dat is iets waar wij ons ook hard voor maken. We horen over Riaggs en schoolartsen bijvoorbeeld die transseksualiteit te ingewikkeld vinden, of therapeuten die het niet erkennen maar alleen aan gezinspatronen willen werken. We hebben een goede naam, maar ik vind nog niet dat wij dat verzilveren, zowel letterlijk als figuurlijk.”
Wormgoor pleit voor categorale hulpverlening: “Ik denk dat het goed is als er een breed psycho-sociaal aanbod voor transgenders wordt ontwikkeld en vergoed: van voorlichting over seksualiteit, weerbaarheid tegen agressie, hulp bij discriminatie werkplek tot trainingen in lichaamsbeleving.”
 
Transpartner

Tot slot noemt Thomas inhoudelijke overlap van zijn werkgroep met Schorer: “Volgens mij zijn veel transseksuelen homoseksueel. Dat betekent dat er een groeiende groep homo’s en lesbo’s is met een transseksuele geschiedenis.” Bij Humanitas is er al tien jaar een homomannengroep actief. Hetero-transmannen hebben geen aparte groep. Ook als vrijwilliger ziet Thomas ze minder bij Humanitas. “Ik zeg niet dat er geen verborgen leed is onder hetero-transmannen. Ik stel alleen vast dat homo-transmannen meer geneigd zijn om elkaar op te zoeken en zich in te zetten. Ik denk wel dat vrouwen minder moeite hebben met een transpartner dan mannen. Een beetje homoman wil een vriend met een piemel. Al zijn er voldoende voorbeelden van transhomomannen met een geslaagde relatie, de angst voor afwijzing is heel groot.”  
Thomas is zelf homo. “Ik heb me altijd een verrader gevoeld. Ik heb vroeger relaties met mannen en met vrouwen gehad. De mannen dachten dat ze met een vrouw waren, de vrouwen dachten dat ze een lesbische relatie hadden. Het klinkt raar, maar voordat ik voelde dat ik een man was, was ik al een homoman.”

'Nu ben ik homo' 

Volgens hem zijn er ook transmannen die als vrouw altijd al relaties met mannen hadden. “Vaak zijn ze getrouwd, soms hebben ze kinderen. Zodra zij er na hun transitie weer aan toe zijn om relaties aan te gaan, beseffen ze: oh mijn god, nu ben ik homo! Steeds vaker overleven de relaties van transseksuelen de transformatie. Maar wat gebeurt er dan met de seksuele identiteit, zowel van de transman, als van zijn partner? Dat geldt ook voor vrouwen wiens man vrouw is geworden.”
Thomas weet dat het een enorm item is om je weg te vinden als homo met een transachtergrond. “Onze coming out is in eerste instantie niet rond het homozijn maar rond het manzijn. Je plek innemen in de homowereld is vervolgens lastig. Je zit met een achterstand die je nooit helemaal zal kunnen inhalen. Daarin zou Schorer ook wat kunnen doen, in de aandachtsfeer, coaching van nieuwe homomannen, hen begeleiden bij de coming in.” 

Dit artikel is verschenen in Schorer Magazine, november 2006. Meer informatie over de Werkgroep Transseksualiteit en Genderdysforie is te vinden op www.wgtrans.nl