Ton van den Bornwetenschap, recensies, achtergrond, 14 september 2017

Over hormonen, stereotypen en verwachtingen

Genderverschil ontsluierd

Genderverschil is vooral inbeelding. Dat concludeer ik uit de boeken van twee wetenschappers die ik deze zomer heb gelezen. En hoewel het zonneklaar is dat een hormoon als testosteron je uiterlijk verandert, is het de vraag hoeveel invloed zo'n hormoon heeft op je innerlijk. Aanraders, die boeken. Cordelia Fine en Yuval Noah Harari duwen je vastgeroeste wereldbeelden om.

Cordelia Fine en Yuval Noah Harari zijn medeverantwoordelijk voor mijn zomergedachten. Prachtige boeken hebben ze geschreven. Ik las Homo Deus en lees nog Sapiens van Harari, een Israëlische historicus. En ik heb Testosteron Rex gelezen van Cordelia Fine. Fine geeft les in geschiedenis en filosofie op de universiteit in Melbourne.

Waar het onderwerp voor Fine behoorlijk afgebakend lijkt, het hormoon testosteron, is dat voor Harari veel breder. Hij behandelt de hele mensheid. Heden, verleden en toekomst. De plaats van de mens in de wereld en hoe we daar zijn gekomen. De cultuur, de wetenschap, de religie.

Harari beschrijft verschillen en overeenkomsten. In ras, geloof, relaties. Hij beschrijft bijvoorbeeld ook het verschil tussen mannen en vrouwen. Hij verdiept zich in de vraag hoe het komt dat de man meestal dominant is in de maatschappij en de beste posities bekleedt. Is er echt een verschil dat kan verklaren waarom dit zo is? Daar raakt hij aan Cordelia Fine, want ook bij haar gaat het om het veronderstelde verschil tussen mannen en vrouwen. Over sekse en over gender. Is dat verschil echt of is het bedacht door ons, en heeft het zich vervolgens ontwikkeld, versterkt, geïnstitutionaliseerd?

Een ander punt van overeenkomst bij Fine en Harari is dat ze allerlei aannames nadrukkelijk aan de kant zetten. Echt, landbouw bracht ons niet alleen voorspoed, er is meer overeenkomst tussen ideologie en religie dan je zou denken, de waarde van geld is helemaal gebaseerd op vertrouwen. En de meeste verschillen tussen mannen en vrouwen hebben we zelf bedacht.

Stereotypering

Niet testosteron verklaart de verschillen tussen mannen en vrouwen, maar puur onze verwachtingen, stelt Fine. Gevoelens van zorgzaamheid en leiderschap worden niet veroorzaakt door verschillende hormoongehaltes. Het is zelfs eerder zo, blijkt uit onderzoek, dat dominant gedrag en strijd testosteronniveau doen stijgen, ook bij vrouwen. Dus gedrag bepaalt eigenlijk testosteronniveau en vervolgens bepaalt testosteronniveau weer gedrag. Zo zou je het kunnen formuleren, soort kip en ei. Voor verschil tussen mannen en vrouwen, bijvoorbeeld in maatschappelijk succes of zorgzaamheid, wijzen op testosteron is gemakkelijk en lui. Dat het allemaal begint bij de hoeveelheid testosteron in je lichaam is een mythe die onderbouwd lijkt te zijn door verkeerd uitgevoerd onderzoek.

pointe

Zoals Rika Ponnet, seksuologe, schrijft in een blog: “er zijn geen typisch mannelijke of vrouwelijke eigenschappen.” Die bestaan alleen maar in onze gedachten. En, “het is niet de overmacht van mannen of de zorgzaamheid van vrouwen die ons als soort hebben gebracht waar we staan, maar wel ons vermogen ons als groep aan te passen aan wisselende levensomstandigheden. Niet de dominante mannen bepaalden overlevingskansen van een groep, wel het vermogen om zich te organiseren, voor elkaar te zorgen, intieme verbanden aan te gaan en deze verbanden te onderhouden.”

Nee, beargumenteert Fine, verschillen in gedrag hebben echt helemaal niets te maken met gender of testosteron. Want: “alle pasgeboren mensen erven genderconstructies als een verplicht deel van hun ontwikkelingssysteem: genderstereotypen, ideologie, rollen, normen en hiërarchie worden doorgegeven via ouders, leeftijdsgenoten, leraren, kleding, taal, media, rolmodellen, organisaties, scholen, instituties, sociale ongelijkheden en ook speelgoed.”

Dus nogmaals, we noemen bepaald gedrag typisch mannelijk of vrouwelijk, maar gedrag is niet mannelijk of vrouwelijk. Dat maken wij ervan. Dat beargumenteert Fine in haar boek. Stereotypering. Wat krijg je dan? Fine: “Mensen die op genderessentialistische wijze denken, onderschrijven gemakkelijker de genderstereotypen die de basis vormen van bedoelde en onbedoelde discriminatie op de werkvloer.” Of, ze oordelen milder over seksuele misdrijven. Genderstereotypering kan ook mannen schaden (want veeleisende hypermasculiene normen), maar meestal was en is het nadelig geweest voor vrouwen, vooral als je naar hun carrière kijkt. Ze worden eerder kapster en keukenprinses dan chefkok en concertdirigent.

Brons

Imaginaire hiërarchieën, zegt Harari. Die werken in rassen, geloven, kasten en vooral ook in geslacht. Want, “overal hebben mensen zichzelf verdeeld in mannen en vrouwen. En bijna overal staan mannen er het beste voor, in elk geval sinds de agrarische revolutie.” Hij wijdt een hoofdstuk aan sekse en gender. En begint met woorden die Fine had kunnen schrijven. “De meeste wetten, normen, rechten en plichten die bij mannelijkheid of vrouwelijkheid horen, zeggen meer over de menselijke verbeelding dan over de biologische werkelijkheid.” De gemeenschap heeft mannen en vrouwen taken toebedeeld (kinderen grootbrengen, tegen geweld beschermen, gehoorzaam zijn aan de man). Maar, zegt hij, het is duidelijk: “Omdat het niets met biologie te maken heeft, varieert de betekenis van mannelijkheid en vrouwelijkheid enorm van samenleving tot samenleving.”

Of het overal zo is, weet ik niet, maar volgens Harari hebben we er een dagtaak aan als man om je mannelijkheid te bewijzen en als vrouw om anderen ervan te overtuigen dat je vrouwelijk genoeg bent. “Succes wordt niet gegarandeerd. Vooral mannen leven in constante angst om hun aanspraken op mannelijkheid te verliezen.” Misschien wel omdat het mannelijk ideaal het meest oplevert als het gaat om economische kansen, politieke macht, bewegingsvrijheid. “Het concept gender is een wedstrijd waarin sommige deelnemers alleen mogen meelopen voor brons”, schrijft hij als een soort van conclusie. Het is me niet helemaal duidelijk wie Harari dan bedoelt – ik denk brons: derde plek, derde sekse – maar hoe dan ook: het klinkt prachtig.

Mooi hoe Harari vervolgens mogelijke verklaringen bespreekt voor het ontstane maatschappelijk verschil tussen mannen en vrouwen en er gewoon niet uitkomt. Wat heeft mannen zo geholpen? Fysieke kracht, agressie, samenwerking? We weten het niet, erkent hij. Gelukkig veranderen genderspecifieke rolpatronen de laatste decennia sterk. Steeds meer samenlevingen geven mannen en vrouwen gelijke rechten, politieke bevoegdheden en economische kansen.

Gendergelijkheid

Een eerste stap, maar de weg is nog lang. Kunnen we gaan denken in kwaliteiten, rollen en verantwoordelijkheden als mens, in plaats van als man of vrouw? Echte seksegelijkheid. “Een evenwichtiger samenleving waarin meer jongens met poppen spelen, meer vaders voor kinderen zorgen, en meer vrouwen in de wetenschap of op hogere posities werkzaam zijn?”

Fine citeert vervolgens filosoof Letitia Meynell die zegt: “Als je de verdeling van een bepaald kenmerk in een populatie wilt veranderen, moet je niet proberen de natuur te overwinnen, maar het ontwikkelingssysteem anders inrichten.” Geen sinecure, denkt Fine. “Dan moet je sleutelen aan de sociale structuren, waarden, normen, verwachtingen, voorstellingen en opvattingen waarvan onze geesten, interacties en instellingen doordrongen zijn, en die van invloed zijn op, in wisselwerking treden met, en verstrengeld zijn met onze biologie. Je zult die allemaal opnieuw moeten opbouwen.” Het wordt niet voor niets sociale constructie genoemd.

Het zal nog wel even duren voordat we individuen los kunnen zien van hun gender. Voordat we niet direct een heel stelsel van verwachtingen, patronen en houding projecteren – van speelgoedvoorkeur tot financieel risicogedrag – op de geconstateerde gender. En voordat we de verwarring kunnen plaatsen als gender er niet meer toe doet.

“Transseksuele mensen zijn de voorhoede van de samenleving”, zegt Harari in een interview met de Britse Telegraph. Maar operaties is één ding, vervolgt hij. Harari ziet een toekomst waarin technologie je toegang geeft tot nieuwe ervaringswerelden waarin wat betreft seksualiteit en genderidentiteit van alles mogelijk is. “Je kunt een heteroman zijn bij het ontbijt, een heterovrouw bij de lunch en homo bij het diner. Of misschien iets totaal nieuws wat we ons nu nog niet kunnen voorstellen.”  

Ik vroeg me ook af wat de argumentatie van Fine betekent voor transgender mensen. Zij beïnvloeden immers hun hormonen om mannelijker of vrouwelijker te worden. Heeft dat vervolgens echt invloed op hun genderidentiteit? Eigenlijk gaat het dan (opnieuw) om de vraag: wat maakt het dat je je man of vrouw voelt? Ontwikkelt zich dat en hoe ontwikkelt zich dat gevoel? Wat voor invloed hebben hormonen precies? Alleen uiterlijk of ook innerlijk?

Misschien zijn dat onbeantwoordbare vragen. Fine erkent in elk geval dat ze geen expertise heeft op het gebied van transgender en genderidentiteit. Oké, maar ik denk dat wat Fine en Harari betogen – dat het genderverschil dat wij maken voor het grootste deel inbeelding is, menselijke projectie en cultureel bepaald – positieve consequenties kan hebben voor genderdiversiteit. Uiteindelijk.

Links