Ton van den Bornachtergrond, recensies, wetenschap, 3 november 2014

Reportage van de queer-bi-transdag in Nijmegen

We vieren de ruimte

Wat zit er tussen man en vrouw, tussen hetero en homo, tussen seksueel en aseksueel? Die zoektocht bood het uitgebreide programma van Buiten de Binary, de queer-bi-transdag op 18 oktober in Nijmegen. Workshops, lezingen, film, discussie en ook nog een afterparty. Er moesten keuzes worden gemaakt.

 

De mensen op de zonovergoten stoep voor het Roze Huis druppelen weer naar binnen. Ze hebben gepauzeerd na de eerste ronde van de dag. Jochem Verdonk, die in zijn workshop een kijkje wil nemen buiten de hokjes ‘man’ en ‘vrouw’, wijst binnenkomende deelnemers een plaatsje aan de grote tafel. De laatste plaatsen in de volgepakte kleine zaal zijn staanplaatsen. Een alternatief voor zijn workshop is de gelijktijdige lezing over open relaties en non-monogamie. 

“Je hebt in je leven twee zekerheden”, begint Jochem. “Je gaat dood en je bent man of vrouw. Erg vervelend als die tweede zekerheid gaat wankelen. En eigenlijk is het toch ook een rare vraag: ben jij man of ben je vrouw? Waar vraag je dan naar, hoe bepaal je dat, waar kijk je naar: geslachtskenmerken, chromosomen, hormonen, kleding of gedrag? Of moet je afgaan op hoe iemand zichzelf definieert of sociaal-cultureel opstelt?”

“Misschien”, zegt Jochem, “kunnen we hier in deze workshop een betere vraag bedenken.”

jochem_uitdebinary1_k1

Jochem

Tussenruimte

Later probeer ik lijntjes te trekken tussen workshops en lezingen die ik gevolgd heb. Van Jochem Verdonk naar Paula Vennix en naar Marijke Vonk. Jochem en Paula hebben het allebei over taal en woorden die misschien helpen om buiten de binary te komen. Zijn die nodig en welke zijn dan nodig? Paula komt met transgenderist, voor mij een nieuw woord.

Paula en Marijke bespreken beiden de sadomasochistische praktijk. Marijke doet dat meer beschrijvend – wat is bdsm en waarom is het fijn? – en Paula in analyserende termen – er zijn volgens haar relatief veel mv-transgenders die masochistisch zijn, hoe zou dat komen? Het is een thema voor een ander artikel.

Er komt op de dag die de Transgender Vereniging Nijmegen heeft georganiseerd veel op tafel. Thema’s waar de ongeveer tachtig bezoekers ongetwijfeld wel iets vinden wat hen aanspreekt, en waarbij intrigerende visies op genderexpressie en seksualiteit worden gepresenteerd of besproken. Welke ruimte is er tussen man en vrouw, tussen hetero en homo, tussen seksueel en aseksueel? De vereniging organiseert deze dag, zo stellen ze, ‘om die ruimte te onderzoeken, namen te geven en die namen weer uit te gummen’, maar vooral ook om die ruimte te vieren.

Zwanger

Terug naar de kleine zaal, naar de workshop van Jochem. De vraag is daar wat we vinden van genderrollen en gendernormen in de samenleving. Hoe raakt ons dat en hoe kunnen we ons ervan losmaken?

Waarom stel je eigenlijk zo’n vraag: ben je man of ben je vrouw? “Misschien wil je weten hoe je iemand moet aanspreken”, oppert iemand. Dat zit er waarschijnlijk achter de vraag op websites en registratieformulieren. “Het lijkt me goed om daar af en toe moeilijk over te doen”, zegt Jochem.

Maar wat is nu een man of een vrouw? “Ik kreeg die vraag van de therapeut toen ik tien jaar geleden aan de transitie begon”, zegt Jochem. “Een zinloze indeling, dacht ik. Er zijn binnen die groepen meer verschillen dan tussen die groepen.” Hij toont een foto van een transman die zwanger is en drie kinderen op de wereld heeft gezet en één van Conchita, de winnares van het Eurovisiesongfestival dit jaar, die een galajurk combineerde met een baard.

‘Eigenlijk is het een rare vraag:
ben jij man of ben je vrouw?’

De zwangere transman roept reacties op. In Berlijn, vertelt iemand, protesteerde de transman die een kind had gebaard toen ze hem als moeder wilden registreren. Nee, zei hij, ik ben de vader. “Tegen de kinderen zeg je straks simpelweg: je paste niet bij mama in de buik, maar wel bij papa.”

Ik ben ik

Het blijkt niet eenvoudig om voorbij de twee genderrollen – man en vrouw – te denken. Behoorlijk onvermijdelijk, zegt een deelnemer van de workshop. De samenleving vraagt dat je een keuze maakt en dat je je identificeert met een mannelijke of vrouwelijke rol. De samenleving vraagt dat ook van transgenders. “Je gaat je dan aanpassen aan hoe je wilt dat mensen je zien.”

Rond de tafel noemen mensen hun pogingen om binnen een van beide genders of juist erbuiten te vallen. Met combinaties, weloverwogen haardracht of met make-up. “Maar zowel op het moment dat je je conformeert aan de aannames over gendergedrag, als wanneer je ertegen rebelleert, ben je met de normen bezig.”

“In het begin van mijn transitie had ik meer de neiging om m of v ‘te doen’”, merkt een deelnemer op. “Maar nu het wat verder achter me ligt, denk ik ‘ja dûh, ik ben ik, of je me nu ziet als man of als vrouw.’”

Je krijgt ook allerlei tips van je omgeving, vult een ander aan. “Als je dit doet, ben je echt supermannelijk, zeggen ze, of een opmerking zoals: ‘ja, nou zie ik het!’ Mensen gaan hun genderidee op jou projecteren.” “Ik moest plotseling bier leren drinken”, zegt Jochem. Je hebt blijkbaar iets te bewijzen als je in transitie gaat en als je dan de stereotypering niet omhelst, is het niet goed. “Ik moest ineens rokjes gaan dragen”, zegt een transvrouw. “Ja hallo, hebben vrouwen niet jarenlang ervoor gestreden dat ze dat nu juist niet meer hoefden?”

Weinig ruimte

“Ik zou wel meer termen willen”, zegt Jochem. Wat zit er tussen m en v? Hij inventariseert wat de groep hem voorlegt: queer, semi- of agender, neutrois, demi, boi en girrl. “Soms is onduidelijkheid over die benamingen of hokjes wel fijn”, denkt hij. Dan heb je in elk geval geen zorgen over waar je past en welk gedrag dat vraagt, “maar we hebben toch taal nodig om erover te kunnen praten.”

‘Soms is onduidelijkheid over benamingen of hokjes wel fijn’

De taal helpt ook om dimensies te onderscheiden in het transgenderspectrum. Dat doet Paula Vennix, gepensioneerd psycholoog en seksuoloog en ook transgenderist. Ze onderscheidt die categorie naast die van travestiet (bij mv-transgenders met een mannelijke genderidentiteit) en de transseksueel (vrouwelijke genderidentiteit). Bij de transgenderist zijn de mannelijke en vrouwelijke identiteit ongeveer even sterk. “In onze cultuur is voor de transgenderist weinig ruimte”, zegt Paula. “Je bent dan eigenlijk geen man en geen vrouw.”

paula_vennix_uit_de_binary_nijmegen_2k

Paula

De indeling – die in een zaal waar veel mensen een aversie voelen tegen hokjes en categorieën, niet overal herkend wordt – heeft gevolgen voor de motivatie (van mv-transgenders) om vrouwenkleding te dragen. Bij de travestiet is dragen van bijvoorbeeld een jurk identiteitsoverschrijdend, voor de transseksueel juist identiteitsbevestigend (“zij ontspant zich en kan zichzelf zijn”), en voor de transgenderist kan het beide zijn. Het bevestigende of overschrijdende gevoel is dan afhankelijk van het type kleding.

“Als je als transvrouw kleding draagt die net té is, overschrijd je snel een grens. Dan word je eerder als travestiet gezien. Maar als transseksuele vrouw zul je je nog steeds vrouw voelen in een spijkerbroek.”

Alternatieve vraag

De maatschappij heeft er moeite mee als transgenders geen duidelijke keuze maken. Het werd bij Jochem al gezegd. Paula: “Het genderdichotome denken is er ook nog heel lang bij het VU-genderteam geweest. Maar je kunt je zowel m als v voelen, of juist geen van beide. Voor transgenderisten is er bij zo’n denkwijze geen vanzelfsprekende behandeling.”

'Iedereen is een man die denkt dat hij een man is en iedereen is een vrouw die denkt dat zij een vrouw is'

Het genderteam verandert daar nu in, denkt ze. En bovendien is er met de nieuwe Transgenderwet meer ruimte voor transgenderisten. “Er zijn transgenderisten geweest die voor een operatie zijn gegaan vanwege de erkenning om vrouw te zijn, nu hoeft dat niet meer.”

Er is volgens Paula nu een antwoord mogelijk op de vraag die Jochem ook stelde - ben je man of ben je vrouw? “Iedereen is een man die denkt dat hij een man is en iedereen is een vrouw die denkt dat zij een vrouw is.”

Dat is echter nog steeds heel binair en het antwoord biedt onvoldoende ruimte voor de mensen die vinden dat ze daarbuiten vallen. Een alternatieve vraag zou meer openheid moeten bieden, meer ruimte voor mensen buiten de binary. Of ze nu vinden dat ze transgenderist zijn of niet.

Lees ook het verslag op Expreszo