Jan den Bestenrecensies, 1 mei 1999

De gender- & seksecocktails van Karin Spaink

Begin 1998 verscheen de essaybundel 'm/v: doorhalen wat niet van toepassing is' van Karin Spaink. Het boek bestaat uit zes essays en een inleiding, die inderdaad allemaal met 'm/v' te maken hebben, maar verder de meest uiteenlopende onderwerpen behandelen: verkrachtende dames, moderne technieken die pas goed lopen als ze voor seks worden gebruikt, een serie columns over de zaak Dutroux, en nog meer. Voor een blad als het Continuüm zijn natuurlijk vooral Spainks opvattingen over sekse en gender interessant, verwoord in de eerste 45 bladzijden. De cocktailtheorie bijvoorbeeld: ieder mens heeft elke seksuele voorkeur in zich en er bestaat niet zoiets als een tweedeling in seksen. Jan den Besten las het boek, bespreekt met name titelessay en inleiding, en legt een verband met Spainks ideeën over cyborgs.

Tegenwoordig lijkt iedereen zichzelf te 'maken'. Met haardracht en make-up, door het kweken van biceps, het implanteren van haar en cosmetische chirurgie. Het is echter not-done als je aan je geslachtsdelen wilt 'sleutelen'.
'Wat als het ideaal dat je erop nahoudt het andere geslacht is, en je dat zou willen belichamen?', schrijft Spaink in het titelessay. 'Of complexer nog: wanneer je vindt dat je (...) behoort tot de andere sekse?' Deze en dergelijke vragen vindt zij interessant, omdat ze 'tot op het bot verknoopt zijn met zaken die veel mensen voor lief nemen, (...) namelijk de gangbare opvattingen over sekse, geslacht en seksuele voorkeur.'
Hoewel er inmiddels aardig wat ruimte bìnnen de hokjes man-vrouw is gecreëerd, wordt er volgens Spaink nog steeds vanuit gegaan dat je sekse onveranderlijk is en een groot deel van je identiteit bepaalt. 'Ergens diep in het sekse-gender verhaal zit namelijk een cirkelredenering verborgen, waarbij gender stiekem gelijkgesteld wordt aan sekse. Die ontstaat doordat men nauwgezet zoekt naar de manieren waarop gender vorm krijgt en daartoe de onderzoeksgroep op voorhand indeelt op basis van sekse.' Op grond van een fysiek verschil wordt een cultureel verschil gevonden. Spainks commentaar: 'Wie zoekt, zal altijd wel íets vinden'.

Vrouw met baard

Om aan te tonen dat er fysiek meer bestaat dan man òf vrouw laat Spaink een aantal voorbeelden de revue passeren. 'De mevrouw die ik laatst bij de supermarkt hier om de hoek zag, was er zo één: ze was uiterlijk in alles een vrouw, maar had een baard. (...) Het opmerkelijke was niet zozeer dat ze een baard had, dat hebben namelijk wel meer vrouwen; wat bijzonder was, was dat ze het aandurfde hem daadwerkelijk te laten staan.'

De verschillende wetenschappelijke disciplines spreken elkaar tegen als ze twee seksen willen definiëren (zie ook het artikel: 'De vele seksen van de geneeskunde' van Annemarie Mol, het Continuüm nr.3. JdB). Zelfs binnen de disciplines is er geen eenduidigheid. Neem bijvoorbeeld onze chromosomen, naast XX of XY, vrouw of man, bestaan er ook mensen met bijvoorbeeld XXY, XYY of XXX. Verder heeft één op de vijfhonderd vrouwen de XY-variant (zoals bijvoorbeeld de actrice Jamie Lee Curtis). Afwijkingen worden dat genoemd, net zoals de mensen met geen of meerdere geslachtsdelen, of mensen die niet of nauwelijks reageren op geslachtshormonen.

Volgens Spaink gaan voorzichtige schattingen uit van 1.7% en brutalere van 4.0% sekse-ambigue mensen. Als je die 1.7% aanhoudt gaat het in Nederland al om ruim een kwart miljoen mensen. Je kunt, zegt zij, wat dit aangaat spreken van een taboe: er is immers nauwelijks iets van te zien.
Met de medische mogelijkheden van tegenwoordig worden bovendien veel 'interseksuelen' bij hun geboorte onzichtbaar gemaakt. 'Maar is het wel zo traumatisch om interseksueel te zijn?', vraagt Spaink zich af. De vanzelfsprekendheid van ingrepen bij interseksuelen vindt zij a-historisch: de kennis om interseksualiteit te diagnostiseren en te 'behandelen' bestaat nog maar dertig jaar: uit oude studies blijkt, stelt ze, dat het leven van interseksuelen helemaal niet altijd in puin hoeft te liggen.
De ISNA (Intersex Society of North America) meent zelfs dat operaties vaker slecht aflopen dan goed. Spaink citeert: 'Hun genitaliën worden mismaakt, en veel inmiddels opgegroeide interseksuele mensen melden dat ze er geen of nauwelijks gevoel in over hebben. (...) En ten slotte is een deel van de interseksuelen hoogst ongelukkig met de keuze die artsen indertijd voor hen hebben gemaakt.'

Maartje en Hellun

Er bestaan ook mensen die fysiek passen in de geijkte sekse-categorieën, maar er uit eigen overtuiging of gevoel niet in thuis horen, of de consequenties niet appreciëren. Spaink noemt als voorbeelden de eerste feministen die een broek aantrokken en hedendaagse vrouwen die ervaren in travestie te gaan als ze op hun werk een mantelpakje aan hebben terwijl ze thuis het liefst een spijkerbroek dragen. Zelf doet Spaink ook aan travestie: 'Als ik me voor het boekenbal opdof en een theatrale jurk (...) aantrek, of een rubberen straksluitende jurk draag, word ik ineens van intellectuele en feministische vrouw tot diva of slet (die hoedanigheden sluiten elkaar kennelijk uit).'

Bij travestie denken de meeste mensen echter aan biologische mannen. En, meent Spaink, aan bepaalde typen. Ze noemt de Maartjes, de anonieme X-en, de Priscillas en de Helluns. Volgens Spaink ervaren de eerste twee types hun travestie als een (psychologisch) probleem en gaat het bij deze groep vaak gepaard met fetisjisme. De andere types maken er juist een feest van en vooral de Helluns zijn volgens haar subversief: ze gooien heilige huisjes rondom seks en sekse omver.
Spaink suggereert dat de Maartjes en de X-en uitsluitend heteroseksueel zijn en conservatieve ideeën hebben over wat mannelijk en vrouwelijk is, terwijl bij de andere types hun travestie verweven is met homoseksualiteit. Daarmee lijkt Spaink uit te sluiten dat een homoseksuele travestiet opgewonden kan raken van vrouwelijke kleding, of dat een heteroseksuele travestiet politiek progressief kan zijn. Ze deelt travestieten wel èrg makkelijk in hokjes in.

Lichaam én geest

Transseksualiteit is voer voor iedereen die zich vermoeit met het lichaam-geest probleem of met kwesties rond natuur/cultuur, stelt Spaink. 'Eerder is wel getracht die "breuk" tussen lichaam en geest te herstellen door middel van psychotherapie (...). Zulke excercities waren tamelijk vruchteloos.' Geslachtsaanpassende behandelingen zijn succesvoller. Sekse blijkt dus veranderlijker dan gender.
Gemiddeld komt transseksualiteit voor bij vijftig op de miljoen mensen, schrijft Spaink. Dit cijfer verschilt lokaal: in Singapore bijvoorbeeld is het percentage vier keer zo hoog. De verhouding man-naar-vrouw en vrouw-naar-man transseksuelen is bijna overal ter wereld 2,5 op 1. Ook hier zijn er echter lokaal afwijkingen: zo is de verhouding in voormalige Oostbloklanden 1 op 5!
In de literatuur komen hoofdzakelijk transseksuelen voor die 'het hele pakket' van de geslachtsaanpassende behandeling willen. Toch zijn er 'nogal wat transseksuelen die het bij de hormonen laten (...). Soms is een operatie nooit hun bedoeling geweest, en was het voorwenden van die wens de enige methode die ze zagen om de felbegeerde hormonen op recept te krijgen.' Daarnaast zijn volgens Spaink de genderteams conservatief in hun opvattingen over wat vrouwelijk danwel mannelijk is.
Volgens Spaink zijn er steeds meer mensen die kiezen voor de ambivalente status van 'niet honderd procent man of vrouw'. Soms noemen ze zich transgender. Daarnaast is er in Nederland nog een groep die zich transgenderist noemt. Spaink vind het jammer dat deze groep een medisch etiket nastreeft en 'zich daarbij tamelijk klaaglijk opstelt'. Zij oppert de strategie van zelfwerkzaamheid: baardgroei kun je laten epileren bij de schoonheidspecialist, 'borstoperaties kunnen overal plaatsvinden, (...) en hormonen zijn ook buiten de VU om te bekomen'. Ze ziet kennelijk over het hoofd dat het hier om erg kostbare en voor velen om die reden niet bereikbare zaken gaat.

Cyborgs

Al met al behandelt Spaink alle ingrediënten van de cocktail. Toch dacht ik na lezing: en, waar blijven nu de cyborgs?
In het inleidend essay bij het Cyborg Manifest van Donna Harraway uit 1995, stelde Spaink dat cyborgs (wezens die half mens, half machine zijn) niet alleen in Science Fiction voorkomen maar al bestaan. Dat wij, inmiddels sterk verweven met de techniek, cyborgs zijn en ons denken daar maar beter op in zouden kunnen richten.
Interessant aan deze opvatting is, vind ik, het besef dat de tegenstelling natuur-cultuur inmiddels niet meer dan een constructie is geworden. We sluiten de ogen voor de moderne werkelijkheid als we de scheiding natuur-cultuur (en specifieker: mens-techniek) in ons denken in stand houden. Dit geldt ook voor ons denken over sekse. Met name door transseksuelen wordt de vermeende grens tussen natuur en techniek zeer zichtbaar overschreden: het uiteindelijke lichaam van een transseksueel is door de natuur 'gegeven' en door techniek gecreëerd. Een transseksueel is cyborg: deel natuur, deel cultuur.
In de bundel 'm/v' gaat Spaink het denken in elkaar uitsluitende categorieën te lijf. En dat is precies wat je met de beeldende cyborgmetafoor ook kunt doen. Daarom is het jammer, dat de cyborgs ontbreken in deze lezenswaardige essaybundel.



Karin Spaink: m/v* doorhalen wat niet van toepassing is.
Nijgh & van Ditmar, Amsterdam, 1998.

Donna Harraway: Een Cyborg Manifest. Met inleidend essay van Karin Spaink.
Uitgeverij De Balie, Amsterdam, 1995.