Karin Spaink over transen, feministen en zichtbaarheid
Een echte feminist is óók een heer!
Vorig jaar ontving Karin Spaink het Roze Lieverdje, dit jaar krijgt zij de Van Praagprijs van het Humanistisch Verbond. Deze welverdiende erkenning voor haar werk als geëngageerd schrijfster is ook voor de transgender-beweging een heugelijk feit. Het Continuum sprak met haar over de plek die vraagstukken rond gender innemen in haar werk.
Karin, je werk valt de laatste twee jaar in de prijzen: vorig jaar het Roze Lieverdje, dit jaar de Van Praagprijs van het Humanistisch Verbond. Die openlijke erkenning voor je werk is zeker ook verheugend voor mensen die vrijheid en diversiteit op het gebied van sekse en gender voorstaan. Een groot deel van je werk als publiciste gaat immers over genderkwesties. Hoe komt dat?
Mijn stelling is altijd dat elke verstandige vrouw een feminist is en als je feminist bent, dan kan je niet anders dan daar op een gegeven moment over struikelen, zodat je erover gaat nadenken. Dan kom je er achter dat allerlei dingen die met sekse, gender en ook de lichamelijkheid ervan te maken hebben, niet zozeer authentiek in ons opbloeien, maar juist heel erg gestimuleerd worden. Dat betekent dat die dingen veel plooibaarder zijn dan we denken, dat er een heel sterk cultuurelement in zit. Tegelijkertijd merk je dat we met ons allen erg vasthouden aan wat we daarin als ‘natuurlijk' zien. Als feminist vind ik dat interessant, omdat het bijna altijd over de noties blijkt te gaan waar vrouwen over struikelen, en waar een ongelijkheid in het denken over die verschillende groepen mensen uit voortkomt. Een ongelijkheid die bovendien politieke repercussies heeft voor die groepen.
Ik heb het altijd raar gevonden, dat er van mij specifieke dingen verwacht worden alleen maar op grond van het feit dat ik geboren ben als wat andere mensen een vrouw noemen. Dus ik ging me afvragen waaróm dat was.
Van denken over gender naar schrijven over transgender en transseksualiteit is niet voor iedereen een logische stap. Met het schrijven van je essay over transseksualiteit in de bundel m/v doorhalen wat niet van toepassing is, heb jij die wel gemaakt. Wat was de aanleiding daarvoor?
Juist in die tijd, we hebben het over de beginjaren van het internet, leerde ik een aantal transseksuelen kennen in een nieuwsgroep waaraan ik deelnam. Met één ervan raakte ik bevriend en ik begon me te interesseren voor hun dilemma's. Vanuit mijn achtergrond was dat niet altijd even gemakkelijk. Niet elke trans is feminist, dus er waren wel meningsverschillen en misverstanden. Ook waren er feministen die niets van transen moesten hebben. Ik herinner me een bijeenkomst in een vrouwenhuis, waar ook een transseksuele vrouw kwam. Die werd daar amper getolereerd. Ik vond dat zó raar. Ze had er met veel moeite voor gekozen om vrouw te worden, en dan mocht ze niet op een vrouwenbijeenkomst zijn?
Op een gegeven moment werd ik gevraagd voor de Annie Romein-Verschoorlezing en toen ben ik de dingen voor mezelf op een rijtje gaan zetten. Het was mij al vaker opgevallen, dat we - ook bij vrouwenstudies - in onderzoek naar de verschillen tussen mannen en vrouwen telkens uitgaan van de vooronderstelling dat die verschillen er zijn. Vervolgens delen we de te onderzoeken groep in tweeën en zien onze vermoedens bevestigd. Ik had het idee dat het feminisme zichzelf zo op de staart trapte en wilde graag laten zien dat het ook anders kon, bijvoorbeeld door uit te gaan van allerlei mensen die overal buiten vallen.
In je lezing heb je het, behalve over transen, ook over mensen met een intersekse-aandoening, over travestieten, over drag-queens en nichten. Wat wilde je daarmee laten zien?
Vooral dat die twee categorieën, mannelijk en vrouwelijk, waarvan we maar aannemen dat ze vaststaan en dat dat allemaal heel natuurlijk is, juist met heel veel kunst en vliegwerk, negeren, wegschuiven en soms zelfs letterlijk met wegsnijden in stand worden gehouden. Terwijl er in werkelijkheid veel meer aan vast en onder en boven en tussen zit. Niet alleen gender is een sociaal construct, sekse is dat al evenzeer. Er zijn mensen die biologisch niet in die vakjes passen, die noemen we interseksueel. Er zijn mensen die er qua genderidentiteit niet in passen, die noemen we transgender. En er zijn mensen die zich om politieke redenen helemaal niet in die hokjes thuisvoelen en die noemen we dan feminist. Dus ja, ik zie veel verwantschap tussen al die groepen.
Je zegt bewust ‘feminist' en niet ‘feministe'. Als in de ondertitel van het tijdschrift LOVER: ‘krachtvoer voor vrouwen m/v'?
Haha! Geweldig, ja, dat soort grappen zouden we veel vaker moeten maken. Verder vind ik dat je door die categorieën op die manier te deconstrueren allerlei mensen die worden ontkend en uitgesloten er weer bij haalt. Het is veel meer inclusief denken. Je geeft mensen weer een plek. Misschien niet meteen de plek die ze willen: er zijn ook transseksuelen die helemaal niets van zo'n gedachtengang moeten hebben.
Bijvoorbeeld omdat het afbreken van die hokjes hun transitie van haar zin berooft?
Nou nee, ik wil daarmee beslist niet zeggen dat een transitie onzin is. Daarvoor is het een veel te authentieke drive. Ook al begrijpen we die misschien niet, daar moeten we van afblijven. Ik denk overigens wel dat het ook voor transen realistischer is om ervan uit te gaan dat mannelijkheid en vrouwelijkheid niet zo vast liggen. Als je er eenmaal bent, na zo'n lange weg en het lukt allemaal, dan ben je natuurlijk heel blij met dat kado. Maar tegelijk merk je dat dat kado aan alle kanten bekrast is, en niet door jou. Er zitten allerlei mankementen aan die positie. Veel vrouwen zijn helemaal niet zo gelukkig met hun positie als vrouw, maar ik kan me voorstellen dat dát niet is wat je op zo'n moment graag wilt horen.
Met het zichtbaar maken van transgender raken we ook aan dit soort dilemma's: zodra het een identiteit wordt, lopen vooral transen de kans op ongewenste identificatie.
Je bedoelt dat je tegen wil en dank in een derde sekse wordt geplaatst? Je was net blij dat je van één naar twee was gekomen, of andersom, en dan blijk je opeens in drie te worden geplaatst. Tja, zo'n derde sekse lijkt een vruchtbaar denkbeeld, maar daarmee maak je eigenlijk een enorme groep mensen tot een restcategorie. En die zijn dan allemaal hetzelfde, wat ook weer niet waar is. Bovendien laat een derde sekse onaangetast dat je nog steeds één en twee hebt. Ik breek het liever van binnenuit open.
Ik heb hetzelfde met biseksualiteit: ik noem mezelf niet zo gauw zo. Ik zeg liever: "Ik ben seksueel." En met wie, nou ja, dat zien we dan wel weer. Hetero of lesbisch werkt ook niet. Ik voel me bij vlagen meer aangetrokken tot meneren, hoewel lang niet tot alle, en dan weer meer tot dames. In mijn beleving is het allemaal veel meer fluïde, je zwemt erin en eruit. En volgens mij is het met sekse en gender niet anders. Een derde categorie legt de boel juist weer meer vast.
In je werk gaat het ook veel over een ander grief ten aanzien van die dichotomie. Ze vervormt niet alleen onze blik op de werkelijkheid, maar vormt bovendien die werkelijkheid op en manier waar jij niet gelukkig mee bent.
Ja, die categorieën worden niet alleen gezien als elkaar uitsluitend, maar zijn bovendien allesbehalve neutraal. Er is altijd een duidelijke asymmetrie. Zo wordt ambitie meer gewaardeerd dan liefdevol zijn, zorgen minder dan .... nou ja, of het nu mannelijkheid of heteroseksualiteit is, aan de ene kant wordt altijd meer macht, meer gewicht, meer goedkeuring, meer normaliteit toegekend. De ander kant is altijd de uitzondering, de afwijking, het andere.
Zoals ik je ken uit je werk is dit voor jou niet alleen maar een academische constatering. Je wordt niet voor niets ook activiste genoemd.
Ja, ik schrijf meestal vanuit een gevoel van ‘hier klopt iets niet'. En dan wil ik graag uitzoeken hoe het dan wél zit en daar een stem aan geven. Overigens ben ik niet een activiste van de spandoeken en barricades. Het is bij mij meer een activisme van de pen.
Verder speelt bij jou ook een begrip als ‘zichtbaarheid' een grote rol.
Die hele affaire met die foto in Opzij, dat ging over zichtbaarheid. Zoveel vrouwen hebben borstkanker, zijn een borst kwijt, of zelfs twee, en we zien het nooit. En mensen durven er niet naar te vragen, zijn bang dat ze daarmee in een zere plek wroeten. Ondertussen moeten die vrouwen zoveel doormaken, ondergaan en opnieuw afwegen, zonder dat ze daarover kunnen vertellen. Heel veel mensen hebben zorgen, vragen, hebben dingen meegemaakt en soms ook prachtige verhalen, die zij uit schroom voor zich houden. We verzwijgen ontzettend veel voor elkaar.
Tussen de Annie Romein-Verschoorlezing en je toespraak tijdens de Transgender Gedenkdag vorig jaar november liggen tien jaar. Heb jij zicht op wat er is veranderd in die tijd?
Nou, het is sowieso wel veel zichtbaarder geworden allemaal. Zo'n Transgender Gedenkdag alleen al, dat had je tien jaar geleden niet kunnen doen. En wat je in de Balie hebt gehad, zo'n Transgender Filmfestival, dat bestond toen allemaal niet. Neem ook een groep als de Noodles. Die laten in hun hele gedrag en verschijning en optreden zien hoe je op allerlei verschillende manieren trans kunt zijn. En doordat zij zo zichtbaar zijn, verandert volgens mij ook het algehele beeld van transseksualiteit.
En als het om travestie gaat: ik vertelde in mijn lezing indertijd hoe Maartje ‘t Hart samen met Hellun Zelluf bij Jan Lenferink zat. Hellun zat daar heel theatraal en vol bravoure, Maartje deed er toen nog een beetje klaaglijk over. Dat is toch wel veranderd, ook voor anderen wel, denk ik. Het is allemaal wat minder verdrietig geworden.
Over het geheel genomen zijn het trage processen. Het duurt zeker 20 tot 30 jaar voordat we daar met z'n allen anders tegenaan gaan kijken. En dan nog hou je grote verschillen tussen bijvoorbeeld de Randstad en daarbuiten. En er blijven mensen die er niets van willen weten. Nooit.
Je hebt je in diezelfde toespraak sterk gemaakt voor het recht op zelfbenoeming, waar het om kwesties van gender gaat. Toch heb ik de indruk dat je daarbij zeker persoonlijke voorkeuren en sympathieën hebt.
Tuurlijk. Kijk, er zijn transen die helemaal tevreden zijn als ze in het hokje kunnen verkeren, waarin zij voor hun eigen gevoel thuishoren. Net zoals er homo's zijn, die ook niets liever willen dan gewoon trouwen en geld op de bank hebben. Ik voel zelf meer voor alles wat je ‘queer' noemt. Dat zijn mensen die echt last hebben van die categorieën en daarom streven naar een veel bonter palet, een veel rijker scala. Dat vergt ook meer moed, hoewel: het lijkt aan de buitenkant makkelijker en veiliger om keurig ingevoegd te zijn, maar ik zou doodongelukkig worden, als ik dat zou doen. Ik ben altijd wel op een paar punten afwijkend. Soms is dat lastig, maar ik voel me daar uiteindelijk beter bij. Ik snap dat ergens niet in passen en dan op een gegeven moment zeggen: "En nou ga ik het niet meer proberen ook."
Dus er valt ook voor trans-emancipatie wel het een en ander te winnen bij zichtbaarheid?
Ik vind wel dat je het feit dat je niet helemaal in wat voor categorie dan ook past, niet als een soort van wapen in een anders gezicht moet duwen. Het is volgens mij beter om altijd te blijven vertellen, te blijven uitleggen, in gesprek te blijven. Soms vinden buitenstaanders dat lastig, - heb je haar weer met haar stokpaardje - maar als je altijd maar weer geconfronteerd wordt met de aanname dat je wel heteroseksueel zult zijn, om maar een voorbeeld te noemen, dan breekt je dat toch op, en dan is het goed om uit te leggen waarom. Als je in je leven keuzes maakt die ongewoon zijn, ja, dan moet je altijd blijven uitleggen. En soms staat je hoofd daar niet naar, ook dát begrijp ik best. Toch denk ik dat die bereidheid om uit te blijven leggen een veel belangrijker bron van verandering is dan wanneer er in de krant staat "Transgenders zijn niet altijd homoseksueel". Zodra jij vertelt : "Kijk, ik leef zus en zo", dan is het niet zomaar een kop in de krant, maar een verhaal dat doorleefd en oprecht is. En waarin alle nuances doorklinken.
Met die conclusie ging ik naar huis en die laat ik op mijn beurt graag hier doorklinken. Op weg naar buiten werd ik door Karin in mijn jas geholpen. Ik moest even lachen om mijn eigen onwennigheid met deze kant van het ritueel, waarop Karin zei: "Ik zeg altijd: een echte feminist is óók een heer!"
Meer lezen van Karin Spaink? Ga naar : http://www.spaink.net/
Karin, je werk valt de laatste twee jaar in de prijzen: vorig jaar het Roze Lieverdje, dit jaar de Van Praagprijs van het Humanistisch Verbond. Die openlijke erkenning voor je werk is zeker ook verheugend voor mensen die vrijheid en diversiteit op het gebied van sekse en gender voorstaan. Een groot deel van je werk als publiciste gaat immers over genderkwesties. Hoe komt dat?
Mijn stelling is altijd dat elke verstandige vrouw een feminist is en als je feminist bent, dan kan je niet anders dan daar op een gegeven moment over struikelen, zodat je erover gaat nadenken. Dan kom je er achter dat allerlei dingen die met sekse, gender en ook de lichamelijkheid ervan te maken hebben, niet zozeer authentiek in ons opbloeien, maar juist heel erg gestimuleerd worden. Dat betekent dat die dingen veel plooibaarder zijn dan we denken, dat er een heel sterk cultuurelement in zit. Tegelijkertijd merk je dat we met ons allen erg vasthouden aan wat we daarin als ‘natuurlijk' zien. Als feminist vind ik dat interessant, omdat het bijna altijd over de noties blijkt te gaan waar vrouwen over struikelen, en waar een ongelijkheid in het denken over die verschillende groepen mensen uit voortkomt. Een ongelijkheid die bovendien politieke repercussies heeft voor die groepen.
Ik heb het altijd raar gevonden, dat er van mij specifieke dingen verwacht worden alleen maar op grond van het feit dat ik geboren ben als wat andere mensen een vrouw noemen. Dus ik ging me afvragen waaróm dat was.
Van denken over gender naar schrijven over transgender en transseksualiteit is niet voor iedereen een logische stap. Met het schrijven van je essay over transseksualiteit in de bundel m/v doorhalen wat niet van toepassing is, heb jij die wel gemaakt. Wat was de aanleiding daarvoor?
Juist in die tijd, we hebben het over de beginjaren van het internet, leerde ik een aantal transseksuelen kennen in een nieuwsgroep waaraan ik deelnam. Met één ervan raakte ik bevriend en ik begon me te interesseren voor hun dilemma's. Vanuit mijn achtergrond was dat niet altijd even gemakkelijk. Niet elke trans is feminist, dus er waren wel meningsverschillen en misverstanden. Ook waren er feministen die niets van transen moesten hebben. Ik herinner me een bijeenkomst in een vrouwenhuis, waar ook een transseksuele vrouw kwam. Die werd daar amper getolereerd. Ik vond dat zó raar. Ze had er met veel moeite voor gekozen om vrouw te worden, en dan mocht ze niet op een vrouwenbijeenkomst zijn?
Op een gegeven moment werd ik gevraagd voor de Annie Romein-Verschoorlezing en toen ben ik de dingen voor mezelf op een rijtje gaan zetten. Het was mij al vaker opgevallen, dat we - ook bij vrouwenstudies - in onderzoek naar de verschillen tussen mannen en vrouwen telkens uitgaan van de vooronderstelling dat die verschillen er zijn. Vervolgens delen we de te onderzoeken groep in tweeën en zien onze vermoedens bevestigd. Ik had het idee dat het feminisme zichzelf zo op de staart trapte en wilde graag laten zien dat het ook anders kon, bijvoorbeeld door uit te gaan van allerlei mensen die overal buiten vallen.
In je lezing heb je het, behalve over transen, ook over mensen met een intersekse-aandoening, over travestieten, over drag-queens en nichten. Wat wilde je daarmee laten zien?
Vooral dat die twee categorieën, mannelijk en vrouwelijk, waarvan we maar aannemen dat ze vaststaan en dat dat allemaal heel natuurlijk is, juist met heel veel kunst en vliegwerk, negeren, wegschuiven en soms zelfs letterlijk met wegsnijden in stand worden gehouden. Terwijl er in werkelijkheid veel meer aan vast en onder en boven en tussen zit. Niet alleen gender is een sociaal construct, sekse is dat al evenzeer. Er zijn mensen die biologisch niet in die vakjes passen, die noemen we interseksueel. Er zijn mensen die er qua genderidentiteit niet in passen, die noemen we transgender. En er zijn mensen die zich om politieke redenen helemaal niet in die hokjes thuisvoelen en die noemen we dan feminist. Dus ja, ik zie veel verwantschap tussen al die groepen.
Je zegt bewust ‘feminist' en niet ‘feministe'. Als in de ondertitel van het tijdschrift LOVER: ‘krachtvoer voor vrouwen m/v'?
Haha! Geweldig, ja, dat soort grappen zouden we veel vaker moeten maken. Verder vind ik dat je door die categorieën op die manier te deconstrueren allerlei mensen die worden ontkend en uitgesloten er weer bij haalt. Het is veel meer inclusief denken. Je geeft mensen weer een plek. Misschien niet meteen de plek die ze willen: er zijn ook transseksuelen die helemaal niets van zo'n gedachtengang moeten hebben.
Bijvoorbeeld omdat het afbreken van die hokjes hun transitie van haar zin berooft?
Nou nee, ik wil daarmee beslist niet zeggen dat een transitie onzin is. Daarvoor is het een veel te authentieke drive. Ook al begrijpen we die misschien niet, daar moeten we van afblijven. Ik denk overigens wel dat het ook voor transen realistischer is om ervan uit te gaan dat mannelijkheid en vrouwelijkheid niet zo vast liggen. Als je er eenmaal bent, na zo'n lange weg en het lukt allemaal, dan ben je natuurlijk heel blij met dat kado. Maar tegelijk merk je dat dat kado aan alle kanten bekrast is, en niet door jou. Er zitten allerlei mankementen aan die positie. Veel vrouwen zijn helemaal niet zo gelukkig met hun positie als vrouw, maar ik kan me voorstellen dat dát niet is wat je op zo'n moment graag wilt horen.
Met het zichtbaar maken van transgender raken we ook aan dit soort dilemma's: zodra het een identiteit wordt, lopen vooral transen de kans op ongewenste identificatie.
Je bedoelt dat je tegen wil en dank in een derde sekse wordt geplaatst? Je was net blij dat je van één naar twee was gekomen, of andersom, en dan blijk je opeens in drie te worden geplaatst. Tja, zo'n derde sekse lijkt een vruchtbaar denkbeeld, maar daarmee maak je eigenlijk een enorme groep mensen tot een restcategorie. En die zijn dan allemaal hetzelfde, wat ook weer niet waar is. Bovendien laat een derde sekse onaangetast dat je nog steeds één en twee hebt. Ik breek het liever van binnenuit open.
Ik heb hetzelfde met biseksualiteit: ik noem mezelf niet zo gauw zo. Ik zeg liever: "Ik ben seksueel." En met wie, nou ja, dat zien we dan wel weer. Hetero of lesbisch werkt ook niet. Ik voel me bij vlagen meer aangetrokken tot meneren, hoewel lang niet tot alle, en dan weer meer tot dames. In mijn beleving is het allemaal veel meer fluïde, je zwemt erin en eruit. En volgens mij is het met sekse en gender niet anders. Een derde categorie legt de boel juist weer meer vast.
In je werk gaat het ook veel over een ander grief ten aanzien van die dichotomie. Ze vervormt niet alleen onze blik op de werkelijkheid, maar vormt bovendien die werkelijkheid op en manier waar jij niet gelukkig mee bent.
Ja, die categorieën worden niet alleen gezien als elkaar uitsluitend, maar zijn bovendien allesbehalve neutraal. Er is altijd een duidelijke asymmetrie. Zo wordt ambitie meer gewaardeerd dan liefdevol zijn, zorgen minder dan .... nou ja, of het nu mannelijkheid of heteroseksualiteit is, aan de ene kant wordt altijd meer macht, meer gewicht, meer goedkeuring, meer normaliteit toegekend. De ander kant is altijd de uitzondering, de afwijking, het andere.
Zoals ik je ken uit je werk is dit voor jou niet alleen maar een academische constatering. Je wordt niet voor niets ook activiste genoemd.
Ja, ik schrijf meestal vanuit een gevoel van ‘hier klopt iets niet'. En dan wil ik graag uitzoeken hoe het dan wél zit en daar een stem aan geven. Overigens ben ik niet een activiste van de spandoeken en barricades. Het is bij mij meer een activisme van de pen.
Verder speelt bij jou ook een begrip als ‘zichtbaarheid' een grote rol.
Die hele affaire met die foto in Opzij, dat ging over zichtbaarheid. Zoveel vrouwen hebben borstkanker, zijn een borst kwijt, of zelfs twee, en we zien het nooit. En mensen durven er niet naar te vragen, zijn bang dat ze daarmee in een zere plek wroeten. Ondertussen moeten die vrouwen zoveel doormaken, ondergaan en opnieuw afwegen, zonder dat ze daarover kunnen vertellen. Heel veel mensen hebben zorgen, vragen, hebben dingen meegemaakt en soms ook prachtige verhalen, die zij uit schroom voor zich houden. We verzwijgen ontzettend veel voor elkaar.
Tussen de Annie Romein-Verschoorlezing en je toespraak tijdens de Transgender Gedenkdag vorig jaar november liggen tien jaar. Heb jij zicht op wat er is veranderd in die tijd?
Nou, het is sowieso wel veel zichtbaarder geworden allemaal. Zo'n Transgender Gedenkdag alleen al, dat had je tien jaar geleden niet kunnen doen. En wat je in de Balie hebt gehad, zo'n Transgender Filmfestival, dat bestond toen allemaal niet. Neem ook een groep als de Noodles. Die laten in hun hele gedrag en verschijning en optreden zien hoe je op allerlei verschillende manieren trans kunt zijn. En doordat zij zo zichtbaar zijn, verandert volgens mij ook het algehele beeld van transseksualiteit.
En als het om travestie gaat: ik vertelde in mijn lezing indertijd hoe Maartje ‘t Hart samen met Hellun Zelluf bij Jan Lenferink zat. Hellun zat daar heel theatraal en vol bravoure, Maartje deed er toen nog een beetje klaaglijk over. Dat is toch wel veranderd, ook voor anderen wel, denk ik. Het is allemaal wat minder verdrietig geworden.
Over het geheel genomen zijn het trage processen. Het duurt zeker 20 tot 30 jaar voordat we daar met z'n allen anders tegenaan gaan kijken. En dan nog hou je grote verschillen tussen bijvoorbeeld de Randstad en daarbuiten. En er blijven mensen die er niets van willen weten. Nooit.
Je hebt je in diezelfde toespraak sterk gemaakt voor het recht op zelfbenoeming, waar het om kwesties van gender gaat. Toch heb ik de indruk dat je daarbij zeker persoonlijke voorkeuren en sympathieën hebt.
Tuurlijk. Kijk, er zijn transen die helemaal tevreden zijn als ze in het hokje kunnen verkeren, waarin zij voor hun eigen gevoel thuishoren. Net zoals er homo's zijn, die ook niets liever willen dan gewoon trouwen en geld op de bank hebben. Ik voel zelf meer voor alles wat je ‘queer' noemt. Dat zijn mensen die echt last hebben van die categorieën en daarom streven naar een veel bonter palet, een veel rijker scala. Dat vergt ook meer moed, hoewel: het lijkt aan de buitenkant makkelijker en veiliger om keurig ingevoegd te zijn, maar ik zou doodongelukkig worden, als ik dat zou doen. Ik ben altijd wel op een paar punten afwijkend. Soms is dat lastig, maar ik voel me daar uiteindelijk beter bij. Ik snap dat ergens niet in passen en dan op een gegeven moment zeggen: "En nou ga ik het niet meer proberen ook."
Dus er valt ook voor trans-emancipatie wel het een en ander te winnen bij zichtbaarheid?
Ik vind wel dat je het feit dat je niet helemaal in wat voor categorie dan ook past, niet als een soort van wapen in een anders gezicht moet duwen. Het is volgens mij beter om altijd te blijven vertellen, te blijven uitleggen, in gesprek te blijven. Soms vinden buitenstaanders dat lastig, - heb je haar weer met haar stokpaardje - maar als je altijd maar weer geconfronteerd wordt met de aanname dat je wel heteroseksueel zult zijn, om maar een voorbeeld te noemen, dan breekt je dat toch op, en dan is het goed om uit te leggen waarom. Als je in je leven keuzes maakt die ongewoon zijn, ja, dan moet je altijd blijven uitleggen. En soms staat je hoofd daar niet naar, ook dát begrijp ik best. Toch denk ik dat die bereidheid om uit te blijven leggen een veel belangrijker bron van verandering is dan wanneer er in de krant staat "Transgenders zijn niet altijd homoseksueel". Zodra jij vertelt : "Kijk, ik leef zus en zo", dan is het niet zomaar een kop in de krant, maar een verhaal dat doorleefd en oprecht is. En waarin alle nuances doorklinken.
Met die conclusie ging ik naar huis en die laat ik op mijn beurt graag hier doorklinken. Op weg naar buiten werd ik door Karin in mijn jas geholpen. Ik moest even lachen om mijn eigen onwennigheid met deze kant van het ritueel, waarop Karin zei: "Ik zeg altijd: een echte feminist is óók een heer!"
Meer lezen van Karin Spaink? Ga naar : http://www.spaink.net/