Elsbeth Vernoutinterviews, recensies, 1 mei 1999

Man of vrouw, min of meer

Een 'niet-gangbare sekse' in de schijnwerpers

In het boek 'Man of vrouw, min of meer, Gesprekken over een niet-gangbare sekse' schetst Tim de Jong door middel van meer dan twintig interviews een beeld van de 'transgender' in de hedendaagse Nederlandse samenleving. Negentien diepte-interviews met 'tussenmensen' vormen de kern van het boek. Elsbeth Vernout las het boek en vond het een aanwinst: een schets van een tijdsbeeld en de plaats van gender(-diversiteit) daarin.

Man of Vrouw Min of Meer Toen Carole (35) een opleiding voor directiesecretaressen binnenstapte om daar lessen te gaan volgen, kreeg hij te horen: "Daar is de verwarming". Carole week uiterlijk zo af van de rest van de leerlingen, dat werd aangenomen dat het hier om de verwarmingsmonteur ging. Caroles verschijning - volgens haar ouders een bootwerkerfiguur -heeft altijd verwarring gewekt bij de buitenwereld. Geboren als meisje - toen nog Carolina - koos Carole als kind al voor de jongenswereld van ridders en voetbal. Door vermoedelijk een afwijkende hormoonbalans kreeg Carole in de puberteit geen borsten, maar wel lichte baardgroei. Als mensen nu vragen: "Ben je een man of een vrouw?", luidt het antwoord van Carole simpelweg: "Ja". De tijd is rijp voor een boek over genderdiversiteit in Nederland, zo moet de Schorer Stichting gedacht hebben. In kranten en op televisie tref je steeds vaker discussies aan over de grenzen van de hokjes man/vrouw. Mag je 'halve mannen' en 'halve vrouwen' creëren door een gedeeltelijke geslachtsaanpassing te tolereren? En - een nog recentere discussie die rond het Genderteam van de VU werd gevoerd - in hoeverre kun je dertienjarige pubers al zelfstandig laten beslissen over eventuele geslachtsaanpassing? In deze discussies komt vaak vooral de medische staf aan het woord en een enkele ethicus. De mensen over wie het gaat, de mensen die zich niet thuisvoelen in de hokjes man of vrouw, komen zelden aan het woord. In het boek 'Man of vrouw, min of meer, Gesprekken over een niet-gangbare sekse' wordt een beeld geschetst van deze belangrijke stroming van transgenders in de hedendaagse maatschappij. Onder transgender wordt - in de ruimste betekenis van het woord - gedrag verstaan dat de voorgeschreven sekserollen overschrijdt. In negentien diepte-interviews met 'tussenmensen', twee gesprekken met hulpverleners en één met een rechter die zich inzet voor afschaffing van de sekseregistratie wordt duidelijk dat je niet langer om genderdiversiteit in de Nederlandse maatschappij heen kunt.

Transgender

Volgens een schatting van één van de geïnterviewden, onderzoeker Paul Vennix van het Nederlands Instituut voor Sociaal Seksuologisch Onderzoek (NISSO), zijn 20.000 biologische mannen in Nederland transgender. Ze staan qua identiteit ergens tussen man en vrouw in. Dit is tien maal zoveel als het aantal man-naar-vrouw transseksuelen in Nederland dat van geslacht is veranderd. Transseksuelen, die zich operatief en met hormonen van het hokje man naar het hokje vrouw laten overplaatsen (of andersom), zijn al schoorvoetend geaccepteerd in de samenleving. Maar mensen die zich 'ergens tussen de seksen in' voelen, kunnen maar moeilijk een plek vinden in een maatschappij die is geordend naar de hokjes man en vrouw. Het boek laat zien wat genderdiversiteit inhoudt. Alleen al hierdoor is het werk een aanwinst, want niet eerder werd geschreven over genderdiversiteit in Nederland. Van transseksualiteit tot travestie en alles daar tussenin, auteur Tim de Jong laat een bonte parade van transgenders aan het woord. Sommige geïnterviewden verkeren tussen de seksen in als een soort voorlopige oplossing, om wellicht later tot een geslachtsoperatie over te gaan. Anderen bewegen zich qua identiteit uit overtuiging tussen de polen man en vrouw. Milan van Daalen (35), werkzaam als receptioniste, wil zich niet in de seksehokjes laten duwen. Geboren als man beschouwt Milan zich nu als transgender. Zij besloot wel hormonen te gebruiken, maar geen geslachtsoperatie te ondergaan bij het Genderteam van de VU. Uit het interview met Milan: 'Kort geleden vroeg mijn arts me weer naar de operatie. Ik heb hem onomwonden geantwoord dat mijn lichaam en geest zich goed tot elkaar verhouden, dat ik mezelf ooglijk vind en dat ik sociaal goed functioneer, en dat die operatie dus nergens voor nodig is.'
Sommige transgenders zijn geboren met een ambigue geslacht. In zo'n geval kiezen doktoren samen met de ouders of de baby als jongen of als meisje door het leven zal gaan. Pauli Willems (40) kwam ter wereld als jongen met afwijkende geslachtsorganen, de penis was zeer klein en testikels ontbraken. Pauli mocht van zijn ouders aan niemand vertellen dat hij niet normaal was en hij groeide daarom op als een jongen met een groot geheim, tussen vijf zussen. Pas na de puberteit, toen Pauli mannelijke hormonen kreeg toegediend, werd duidelijk dat zij zich meer vrouw dan man voelde. Op haar 22 nam ze het besluit zich te laten opereren en om vrouwelijke geslachtsdelen te krijgen. Later nam Pauli enkele jaren vrouwelijke hormonen, waardoor zich borsten ontwikkelden. Nu leeft Pauli als vrouw met 'mannelijke kanten' en spijt het haar dat als kind niemand aan haar vroeg wat hij liever wilde zijn: een jongen of een meisje.

Taal en sekse


Auteur Tim de Jong geeft de geïnterviewden ruim baan te vertellen over hun visie op hun eigen genderidentiteit en hun kijk op gendervrijheid. Met die term wordt een wereld bedoeld waarin tweedeling man/vrouw niet bestaat maar waarin mensen hun identiteit naar eigen voorkeur tot uitdrukking kunnen brengen. Met veel inlevingsvermogen en gevoel voor details heeft De Jong de verhalen van de transgenders opgetekend, zonder uitzondering in full-quote, dus zonder onderbreking van de schrijver zelf. De enige toelichting vormen de inleidende alinea's boven aan elk interview. Het is bewonderenswaardig hoe behendig De Jong woorden als hij, zij, zijn of haar in het boek heeft vermeden of afgewisseld, zonder de teksten onleesbaar te maken. Hiermee heeft de auteur gelijk een van de belangrijke thema's te pakken: de taal is voor mensen met een niet-gangbare sekse namelijk een groot probleem. Hoe duid je iemand aan als het geen hij of zij is? En hoe noem je jezelf? De worsteling met het - blijkbaar toch onvermijdelijke - plakken van labels komt neer op het verzinnen van termen als vreer, mevreer, hij/zij's, jongensmeisjes, androgynen en transgenders. Het heeft iets gekunstelds, dat geknutsel met woorden, maar gelukkig biedt een woordenlijst achterin het boek uitkomst. Dat neemt niet weg dat het je soms duizelt van de termen in het boek. Neem de passage: 'Ook als een transgenderist toevallig prostitué van beroep is, moet zij geholpen worden. Want het beroep doet niet ter zake. Een mannelijke prostitué die geen transgenderist is, zal zich heus geen borsten willen laten aanmeten.' En de zin: 'Wat me op dit moment bezighoudt is hoe transseksuele lesbo's worden gezien door als vrouw geboren lesbo's.' Uit deze zinnen wordt duidelijk dat De Jong zelf een 'ervaringsdeskundige' is en van tijd tot tijd met weinig afstand de cases beschrijft. Gevaar hierbij is dat geïnteresseerde buitenstaanders het als bekend veronderstelde kader missen, waardoor ze gaan zwemmen. Het boek wordt, volgens de inleiding bedoeld als bron van informatie voor iedereen die meer wil weten over de ervaringen van mensen die zich niet herkennen in de hen toegewezen gender, hierdoor minder toegankelijk voor een breed publiek. Geringe afstand tot het onderwerp kan De Jong niet echt worden aangerekend als je bedenkt dat hij het boek schreef vanuit vragen over zijn eigen positie in de m/v-wereld. Net zoals de geïnterviewden worstelde ook De Jong lange tijd om onder het juk van de hokjes man-vrouw uit te komen. Maar wat je wel wilt als lezer, is iets meer dan deze summiere informatie over het leven van de auteur zelf. Het boek is immers geen wetenschappelijke uiteenzetting over genderdiversiteit, maar veel meer de schets van een tijdsbeeld en de plaats van gender daarin.

Politiek en euforie

Naast het doel te informeren, heeft het boek ook een politiek doel, namelijk afschaffing van de sekseregistratie bij de geboorte en het opzetten van een transgenderbeweging. In zijn inleiding schrijft De Jong: 'het is te hopen dat de verhalen in dit boek niet alleen bijdragen aan meer bekendheid met genderdiversiteit, maar ook aan het inzicht dat afschaffing van de sekseregistratie een plaats op de politieke agenda verdient.' Het boek verwordt echter niet tot politiek pamflet omdat ook tegengeluiden te horen zijn uit de hoek van de hulpverlening. Psychologe Peggy Cohen-Kettenis biedt zo'n 'blik van buitenaf.' Ze vindt het een goede zaak dat maatschappelijke veranderingen op het gebied van sekse-registratie in gang worden gezet. Tegelijkertijd signaleert ze dat je niet kunt rekenen op veel tolerantie in de maatschappij als je afwijkend sekserolgedrag vertoont. 'Ik ben me er van bewust dat er een conservatief aspect zit in deze benadering', aldus de psychologe, 'maar die is mede ingegeven door de schade die ik heb gezien bij kinderen die met negatieve reacties worden geconfronteerd.' Aan de ene kant wordt in het boek de genderdiversiteit, door deze zichtbaar te maken, gevierd. Maar ook wordt duidelijk dat er een keerzijde zit aan de 'gendereuforie' die hier en daar de kop opsteekt en waarbij het overschrijden van gendergrenzen als spel wordt gezien. Uit de openhartige interviews komt veel eenzaamheid naar voren en verwarring over de plaats in de maatschappij. Soms is deze worsteling nog duidelijker op te maken uit de foto's van Wilma van de Hel dan uit de teksten. Meer van dit beeldmateriaal, zou ik zeggen. Misschien kan de volgende uitgave rond dit thema een groot en glanzend fotoboek zijn, waarin een groot deel van het bonte gezelschap van de transgenders in Nederland in beeld wordt gebracht. Laat dan wel Tim de Jong de begeleidende interviews doen, met net zo veel sympathie voor de mensen als in dit boek.



Tim de Jong: Man of vrouw, min of meer: Gesprekken over een niet-gangbare sekse.
ISBN 90 5515 2161, omvang 224 pag., formaat 14 x 22 cm., prijs f 34,50
Foto's van Wilma van de Hel.
Uitg. , 1999.