Recensie Zelf van Yann Martel
Geslachtsverandering na traumatische gebeurtenis
In de roman Zelf vertelt Yann Martel vanuit een ik-persoon het verhaal van een jongen, die op zijn achttiende een vrouw wordt en later weer terugverandert in een man.
Als kind al dacht de ik-figuur veel na over sekse. Zijn ouders deden dezelfde taken, als kleuter wilde hij trouwen met zijn beste vriend, en hij noemde de worm zijn lievelingsdier toen hij hoorde dat die twee seksen had.
Is dit een mannetje of een vrouwtje deze regenworm?
Mijn moeder, een afstandelijke vrouw, een vrouw die altijd keurig bleef onder druk, schrok er dus amper van. Zorgvuldig raapte ze de papieren waaraan ze zat te werken van onder mijn bengelende worm vandaan, keek ernaar en vervolgens naar mij.
Nou, om je de waarheid te vertellen, het is allebei. De worm is een mannetje én een vrouwtje. Dit is de uitzondering op de regel.
(¦)
Ik bracht dit wonder van het universum weer weg. Telkens kwamen die woorden weer bij me boven “ een mannetje én een vrouwtje “ ik was helemaal verbijsterd. Zou God dan toch bestaan? “ Hij/Zij moest het afgeplatte wriggelende hoofd van een worm hebben. Ik keek eens naar de hemel. (p. 34-35)
Hoe de ik-persoon uiteindelijk een vrouw wordt, is onduidelijk. In ieder geval gebeurt het nadat zijn/haar ouders zijn omgekomen bij een vliegtuigongeluk. Als de hoofdpersoon daarna gaat studeren wordt z/hij verliefd op een goede vriendin. Ze kan niet voor die liefde uitkomen, want het meisje in kwestie valt op jongens. En dan menstrueert ze voor het eerst. Zo moet je als lezer zelf je conclusies trekken.
Een groot deel van het boek leeft de ik-persoon als vrouw. De studietijd, een reis naar Griekenland en Turkije waar ze een vrouw ontmoet met wie ze een relatie krijgt, een volgende (geheime) relatie met een leraar. Na haar studie gaat ze op zichzelf wonen, werken als serveerster en schrijven aan een roman. Dan ontmoet ze haar grote liefde, de Hongaar Tito. Met hem is ze heel gelukkig. Als hij echter voor zijn werk in het buitenland is, en zij denkt zwanger van hem te zijn, zorgt een tweede dramatische gebeurtenis dat ze weer van geslacht verandert. Ze wordt gewelddadig verkracht door een buurman, en raakt zwaar getraumatiseerd. Dan staat er:
De borsten vervlakten, de vagina sloot en groeide vervolgens naar buiten, mijn o zo subtiele uiterlijk veranderde “ zonder bijzondere last, alleen een misselijkheid die mij de dood deed wensen. Ik kotste verscheidene malen. Haargroei ging gepaard met jeuk en ik krabde mijn borst en benen tot ik begon te bloeden, maar dat was de pijn die ik mijzelf aandeed.
Ik was mijn kind, mijn baby, mijn toekomst kwijt. Misschien was dat de bron van de misselijkheid. Mijn baby, die merkte dat de normale uitgang naar de wereld zich gi ng sluiten, trok in paniek in noordelijke richting. (p. 319)
Op zich is het een interessant idee om een personage in twee geslachten te laten leven. Aan de ene kant kan hij/zij daardoor vergelijken hoe dat is, in een mensenleven. Tegelijkertijd geeft het aan dat het niet uitmaakt, omdat je dezelfde persoon blijft. Maar het feit dat het zo vanzelf gebeurt, en telkens na een traumatische gebeurtenis maakt het boek wel een beetje vreemd.
Yann Martel, Zelf
Amsterdam, Prometheus, 2004.
336 pp. ISBN 90-446-0438-4
Als kind al dacht de ik-figuur veel na over sekse. Zijn ouders deden dezelfde taken, als kleuter wilde hij trouwen met zijn beste vriend, en hij noemde de worm zijn lievelingsdier toen hij hoorde dat die twee seksen had.
Is dit een mannetje of een vrouwtje deze regenworm?
Mijn moeder, een afstandelijke vrouw, een vrouw die altijd keurig bleef onder druk, schrok er dus amper van. Zorgvuldig raapte ze de papieren waaraan ze zat te werken van onder mijn bengelende worm vandaan, keek ernaar en vervolgens naar mij.
Nou, om je de waarheid te vertellen, het is allebei. De worm is een mannetje én een vrouwtje. Dit is de uitzondering op de regel.
(¦)
Ik bracht dit wonder van het universum weer weg. Telkens kwamen die woorden weer bij me boven “ een mannetje én een vrouwtje “ ik was helemaal verbijsterd. Zou God dan toch bestaan? “ Hij/Zij moest het afgeplatte wriggelende hoofd van een worm hebben. Ik keek eens naar de hemel. (p. 34-35)
Hoe de ik-persoon uiteindelijk een vrouw wordt, is onduidelijk. In ieder geval gebeurt het nadat zijn/haar ouders zijn omgekomen bij een vliegtuigongeluk. Als de hoofdpersoon daarna gaat studeren wordt z/hij verliefd op een goede vriendin. Ze kan niet voor die liefde uitkomen, want het meisje in kwestie valt op jongens. En dan menstrueert ze voor het eerst. Zo moet je als lezer zelf je conclusies trekken.
Een groot deel van het boek leeft de ik-persoon als vrouw. De studietijd, een reis naar Griekenland en Turkije waar ze een vrouw ontmoet met wie ze een relatie krijgt, een volgende (geheime) relatie met een leraar. Na haar studie gaat ze op zichzelf wonen, werken als serveerster en schrijven aan een roman. Dan ontmoet ze haar grote liefde, de Hongaar Tito. Met hem is ze heel gelukkig. Als hij echter voor zijn werk in het buitenland is, en zij denkt zwanger van hem te zijn, zorgt een tweede dramatische gebeurtenis dat ze weer van geslacht verandert. Ze wordt gewelddadig verkracht door een buurman, en raakt zwaar getraumatiseerd. Dan staat er:
De borsten vervlakten, de vagina sloot en groeide vervolgens naar buiten, mijn o zo subtiele uiterlijk veranderde “ zonder bijzondere last, alleen een misselijkheid die mij de dood deed wensen. Ik kotste verscheidene malen. Haargroei ging gepaard met jeuk en ik krabde mijn borst en benen tot ik begon te bloeden, maar dat was de pijn die ik mijzelf aandeed.
Ik was mijn kind, mijn baby, mijn toekomst kwijt. Misschien was dat de bron van de misselijkheid. Mijn baby, die merkte dat de normale uitgang naar de wereld zich gi ng sluiten, trok in paniek in noordelijke richting. (p. 319)
Op zich is het een interessant idee om een personage in twee geslachten te laten leven. Aan de ene kant kan hij/zij daardoor vergelijken hoe dat is, in een mensenleven. Tegelijkertijd geeft het aan dat het niet uitmaakt, omdat je dezelfde persoon blijft. Maar het feit dat het zo vanzelf gebeurt, en telkens na een traumatische gebeurtenis maakt het boek wel een beetje vreemd.
Yann Martel, Zelf
Amsterdam, Prometheus, 2004.
336 pp. ISBN 90-446-0438-4