Gesprek met directeur Kam Wai Kui
In Amsterdam wordt van 21 tot 25 mei het derde Transgenderfilmfestival gehouden. Anne Lever sprak met initiatiefnemer en directeur Kam Wai Kui over de films van dit jaar, de behoefte aan discussie en de emancipatie van de transgendergemeenschap.
Alweer voor de derde keer een Transgenderfilmfestival. Gefeliciteerd! Het festival voorziet kennelijk in een behoefte?
Transgenderonderwerpen vind je anders alleen zorgvuldig weggestopt in de bijprogramma's van evenementen. Dat beseft men heel goed. Er is behoefte aan evenementen waar genderonderwerpen centraal staan. Toen ik na het festival in 2001 besloot het vervolg niet in 2002 maar in 2003 te houden, werden er door anderen al snel initiatieven genomen voor activiteiten in 2002.
De vorige keren was het festival in het najaar. Nu in mei. Zitten we dan niet allemaal op een terrasje?
Door toeval vindt het festival dit jaar in mei plaats. Het festival van 2001 vond overigens plaats in een warme oktobermaand: toen was het gemiddeld 22 graden. Het heeft het festival destijds geen slecht gedaan. Als het publiek inderdaad wegblijft vanwege het mooie weer, wat zegt dat dan over onze gemeenschap...?
Waarom is 'transgender' een goed etiketje voor dit festival?
Is het niet goed om het beestje bij zijn naam te noemen?
Natuurlijk. Maar je had het net zelf over 'genderonderwerpen'. Dat lijkt me een veel ruimere noemer. Laat ik het dan anders vragen: wat zijn de criteria geweest bij het samenstellen van het programma?
Allereerst hanteer ik de term transgender in de breedste zin van het woord, dus niet zoals ik wel eens hoor in de gemeenschap: "transgenders zijn mensen die het nog niet weten". (lacht) Verder zullen we altijd aandacht besteden aan niet-westerse genderuitingen, omdat die een langere historie hebben dan de transgendergemeenschappen in de westerse zin. Persoonlijk vind ik vertellingen van transgeschiedenissen interessant die niet de geijkte misère tonen, maar de inventiviteit van mensen in hun overlevingsstrategie. Nog interessanter vind ik werken die het ik-vertel-mijn-verhaal-genre overstijgen of die andere media gebruiken. Zo is tijdens het festival een live-performance te zien van de Engelse kunstenaar Doran George: er ontstaat een levend kunstwerk dat de kwetsbaarheid van transgender-zijn gedenkt en vereert.
Wat zijn volgens jou dit jaar de toppers in het programma?
Een verhaal waar ik warm en blij van word is Georgie Girl, de film over het leven van Georgina Beyer. Dat is de eerste transvrouw die tot burgemeester werd gekozen. Zij zit nu in het parlement van Nieuw Zeeland. Sterk en emanciperend vind ik de Hawaïaanse Ke Kuluna He Mahu over de historisch verankerde mahu-gemeenschap op het eiland.
Mijn persoonlijke favoriet is de Noorse documentaire Alt Om Min Far [All About My Father] van Even Benestad. Met talent én wroeging filmde de zoon zijn mediagenieke vader Esben, die er ronduit voor uitkomt dat hij bi-gender is. Het levert een familieportret op dat zowel pijnlijk als mooi is. Erg leuk vind ik het, dat vader Esben op het festival zal zijn om het publiek te woord te staan.
Je noemt de paneldiscussies niet, toch lijkt het erop alsof deze panels steeds belangrijker worden.
Ik vind filmvertoning alleen nooit genoeg. Ik wil ook discussie losmaken, mensen aan het denken zetten. Bij het samenstellen van het filmprogramma ben ik afhankelijk van wat mij aangereikt wordt. Er zal altijd sprake zijn van een half beeld. Discussies kunnen die leemte opvullen. Bovendien is er een nieuwe generatie van talentvolle transgenderacademici en -activisten die op een inspirerende manier over 'onze eigen zaak' schrijven en debatteren. Voorgaande keren hadden we Stephen Whittle, Susan Stryker en Cheryl Chase naar het festival gehaald. Dit keer komen Judith Halberstam, Henry Rubin en Geertje Mak. Voor deze stemmen uit de gemeenschap moet je een podium creëren.
Mogen we dit een cultureel festival noemen? Of gaat het je toch eigenlijk vooral om de emancipatie van de transgender?
Het festival is zowel cultureel als emancipatoir. Door transgenderuitingen op de culturele kaart te zetten, geef je een signaal. Zo'n statement hoort bij het emancipatieproces. Tegelijkertijd kent het transgenderspectrum een grote rijkdom aan kennis, beelden en geschiedenissen. Die mogen niet verloren gaan in een tijd als de onze, waarin techniek zwaar overschat wordt. Het festival is voor een deel ook cultuurgeschiedschrijving.
Je was ook directeur van het Transgenderfilmfestival in Engeland. Zijn er grote verschillen?
Het grote verschil was dat het festival daar al twee jaar bestond. En ook dat Engeland veel goed georganiseerde transgenderorganisaties kent. De behoefte aan een evenement dat de transgendergemeenschap bedient, werd duidelijk onderkend. In Nederland moest alles uit het niets worden opgebouwd. Men was ook sceptisch. Het zal wel oer-Hollands zijn om te denken dat we vooral niet moeten opvallen. Aandacht vragen is slecht. Mensen die het wel leuk vonden, zagen het als een onmogelijke onderneming. Dat ik niet voor gek werd verklaard is eigenlijk een wonder.
Als je Nederland vergelijkt met andere landen, dan ontbreekt bij emanciperende transgenders de echte strijdlust?
Die is er wel, alleen overheerst nog de houding dat we niet naar buiten mogen treden met onze - overigens prachtige - genderconditie. In Nederland is er nog veel calvinisme en schaamte. De strijd wordt daarom veelal onderling of binnen onszelf gevoerd. De transgenderemancipatie is nu nog een jong mensje dat onzeker en onderzoekend de eerste stapjes maakt. Tegelijkertijd is het een ontwikkeling die niet meer te stoppen is.
Wat voor mensen komen er op de films af? En op de panels?
Ik hoop altijd op een gezonde mix van alles: de mensen waar het om gaat, de 'familie, vrienden en partners van', leken en academici... Kortom: een publiek dat zowel professioneel, artistiek als persoonlijk en politiek begaan is met genderkwesties. Ik weet niet wie er komen: ik laat me graag verrassen.
Geen Balie-café vol schitterende showtravestieten dus?
Nou .dat weet ik niet hoor! We hebben dit jaar een groot drag-programma genaamd On Stage/Off Stage met als speciale gast de Andy Warhol-actrice en drag queen Holly Woodlawn. Holly is een levende legende voor de drag scène, een transgendervrouw van het eerste uur. Ik verwacht vanuit de Nederlandse drag-gemeenschap een prachtig eerbetoon aan Holly.
Ik heb overigens respect voor mensen die van hun genderexpressies een professie maken. Het wordt onderschat hoeveel zij bijdragen aan het genderspectrum. Het intellectuele en zelfbewuste publiek van de Balie mag zo nu en dan goed gezelschap krijgen, al is dat in de vorm van hoge hakken. (Met een lach:) Dat snobisme is ook maar een beperking. Laat ze maar lekker mengen.
Het festival wordt op een aantal plaatsen in het land nog eens dunnetjes overgedaan. Is er zoveel vraag?
Vraag moet je creëren. Ik ben heel blij dat een deel van het filmprogramma op tournee gaat. Het is hoofdstedelijke arrogantie te denken dat zoiets alleen in Amsterdam hoort. Door filmvertoners in het land bij het festival te betrekken creëer je meer mogelijkheden voor mensen om in aanraking te komen met dit onderwerp. Ik hoor nu al dankbare geluiden van zowel noorderlingen als zuiderlingen.
Het Transgenderfilmfestival over vijf jaar als een soort reizend gezelschap, zoiets als de Parade?
Of het nou in de vorm van spin-off initiatieven is of een grootschaliger nationale tour, ik denk dat transgenderevenementen niet meer weg te denken zijn. Het hoeft niet eens verbonden te zijn aan het festival. De zaadjes zijn gezaaid, dat is het belangrijkste.
Wanneer is dit derde filmfestival een succes?
Goedgevulde zalen is één, maar belangrijker nog vind ik dat mensen meer gaan beseffen hoe rijk het genderspectrum is.
En hoe ziet het leven er voor jou uit na afloop van het festival?
Dat wordt afkicken! (lacht) Ik hoop weer te kunnen reizen en in een natuuromgeving te kunnen broeden op mijn volgende project. Dat wordt een conferentie in 2004.
Mogen we al weten waar die conferentie over gaat?
Ik heb zelf het geluk gehad conferenties bij te kunnen wonen waarbij ontzettend goede workshops werden gegeven. Over seksualiteit en aseksualiteit in onze gemeenschap bijvoorbeeld, en over jaloezie, transgender-zijn en ouderdom. Het lijkt mij aardig om onderwerpen aan te snijden waarover we moeilijk praten, terwijl ze bij nader inzien helemaal niet in de taboesfeer horen. Zoals ik al zei: deze gemeenschap is nog jong en moet nog leren zich uit te spreken. Maar denken over een conferentie is iets voor later dit jaar. Nu eerst het filmfestival.
Het derde Transgenderfilmfestival wordt gehouden van 21 tot 25 mei 2003 in De Balie, Amsterdam. Alle informatie over het programma en wijze van reserveren vind je op de website van het filmfestival: www.transgenderfilmfestival.com.
Tussen eind mei en half juni verschijnen er op de website van het Continuüm regelmatig impressies en verslagen van het festival, onder meer van beide panelavonden. Blijf dus kijken op www.continuum.nl. In de rubriek kunst & cultuur tref je tevens verslagen aan van de vorige festivals, inclusief filmbesprekingen.
Alweer voor de derde keer een Transgenderfilmfestival. Gefeliciteerd! Het festival voorziet kennelijk in een behoefte?
Transgenderonderwerpen vind je anders alleen zorgvuldig weggestopt in de bijprogramma's van evenementen. Dat beseft men heel goed. Er is behoefte aan evenementen waar genderonderwerpen centraal staan. Toen ik na het festival in 2001 besloot het vervolg niet in 2002 maar in 2003 te houden, werden er door anderen al snel initiatieven genomen voor activiteiten in 2002.
De vorige keren was het festival in het najaar. Nu in mei. Zitten we dan niet allemaal op een terrasje?
Door toeval vindt het festival dit jaar in mei plaats. Het festival van 2001 vond overigens plaats in een warme oktobermaand: toen was het gemiddeld 22 graden. Het heeft het festival destijds geen slecht gedaan. Als het publiek inderdaad wegblijft vanwege het mooie weer, wat zegt dat dan over onze gemeenschap...?
Waarom is 'transgender' een goed etiketje voor dit festival?
Is het niet goed om het beestje bij zijn naam te noemen?
Natuurlijk. Maar je had het net zelf over 'genderonderwerpen'. Dat lijkt me een veel ruimere noemer. Laat ik het dan anders vragen: wat zijn de criteria geweest bij het samenstellen van het programma?
Allereerst hanteer ik de term transgender in de breedste zin van het woord, dus niet zoals ik wel eens hoor in de gemeenschap: "transgenders zijn mensen die het nog niet weten". (lacht) Verder zullen we altijd aandacht besteden aan niet-westerse genderuitingen, omdat die een langere historie hebben dan de transgendergemeenschappen in de westerse zin. Persoonlijk vind ik vertellingen van transgeschiedenissen interessant die niet de geijkte misère tonen, maar de inventiviteit van mensen in hun overlevingsstrategie. Nog interessanter vind ik werken die het ik-vertel-mijn-verhaal-genre overstijgen of die andere media gebruiken. Zo is tijdens het festival een live-performance te zien van de Engelse kunstenaar Doran George: er ontstaat een levend kunstwerk dat de kwetsbaarheid van transgender-zijn gedenkt en vereert.
Wat zijn volgens jou dit jaar de toppers in het programma?
Een verhaal waar ik warm en blij van word is Georgie Girl, de film over het leven van Georgina Beyer. Dat is de eerste transvrouw die tot burgemeester werd gekozen. Zij zit nu in het parlement van Nieuw Zeeland. Sterk en emanciperend vind ik de Hawaïaanse Ke Kuluna He Mahu over de historisch verankerde mahu-gemeenschap op het eiland.
Mijn persoonlijke favoriet is de Noorse documentaire Alt Om Min Far [All About My Father] van Even Benestad. Met talent én wroeging filmde de zoon zijn mediagenieke vader Esben, die er ronduit voor uitkomt dat hij bi-gender is. Het levert een familieportret op dat zowel pijnlijk als mooi is. Erg leuk vind ik het, dat vader Esben op het festival zal zijn om het publiek te woord te staan.
Je noemt de paneldiscussies niet, toch lijkt het erop alsof deze panels steeds belangrijker worden.
Ik vind filmvertoning alleen nooit genoeg. Ik wil ook discussie losmaken, mensen aan het denken zetten. Bij het samenstellen van het filmprogramma ben ik afhankelijk van wat mij aangereikt wordt. Er zal altijd sprake zijn van een half beeld. Discussies kunnen die leemte opvullen. Bovendien is er een nieuwe generatie van talentvolle transgenderacademici en -activisten die op een inspirerende manier over 'onze eigen zaak' schrijven en debatteren. Voorgaande keren hadden we Stephen Whittle, Susan Stryker en Cheryl Chase naar het festival gehaald. Dit keer komen Judith Halberstam, Henry Rubin en Geertje Mak. Voor deze stemmen uit de gemeenschap moet je een podium creëren.
Mogen we dit een cultureel festival noemen? Of gaat het je toch eigenlijk vooral om de emancipatie van de transgender?
Het festival is zowel cultureel als emancipatoir. Door transgenderuitingen op de culturele kaart te zetten, geef je een signaal. Zo'n statement hoort bij het emancipatieproces. Tegelijkertijd kent het transgenderspectrum een grote rijkdom aan kennis, beelden en geschiedenissen. Die mogen niet verloren gaan in een tijd als de onze, waarin techniek zwaar overschat wordt. Het festival is voor een deel ook cultuurgeschiedschrijving.
Je was ook directeur van het Transgenderfilmfestival in Engeland. Zijn er grote verschillen?
Het grote verschil was dat het festival daar al twee jaar bestond. En ook dat Engeland veel goed georganiseerde transgenderorganisaties kent. De behoefte aan een evenement dat de transgendergemeenschap bedient, werd duidelijk onderkend. In Nederland moest alles uit het niets worden opgebouwd. Men was ook sceptisch. Het zal wel oer-Hollands zijn om te denken dat we vooral niet moeten opvallen. Aandacht vragen is slecht. Mensen die het wel leuk vonden, zagen het als een onmogelijke onderneming. Dat ik niet voor gek werd verklaard is eigenlijk een wonder.
Als je Nederland vergelijkt met andere landen, dan ontbreekt bij emanciperende transgenders de echte strijdlust?
Die is er wel, alleen overheerst nog de houding dat we niet naar buiten mogen treden met onze - overigens prachtige - genderconditie. In Nederland is er nog veel calvinisme en schaamte. De strijd wordt daarom veelal onderling of binnen onszelf gevoerd. De transgenderemancipatie is nu nog een jong mensje dat onzeker en onderzoekend de eerste stapjes maakt. Tegelijkertijd is het een ontwikkeling die niet meer te stoppen is.
Wat voor mensen komen er op de films af? En op de panels?
Ik hoop altijd op een gezonde mix van alles: de mensen waar het om gaat, de 'familie, vrienden en partners van', leken en academici... Kortom: een publiek dat zowel professioneel, artistiek als persoonlijk en politiek begaan is met genderkwesties. Ik weet niet wie er komen: ik laat me graag verrassen.
Geen Balie-café vol schitterende showtravestieten dus?
Nou .dat weet ik niet hoor! We hebben dit jaar een groot drag-programma genaamd On Stage/Off Stage met als speciale gast de Andy Warhol-actrice en drag queen Holly Woodlawn. Holly is een levende legende voor de drag scène, een transgendervrouw van het eerste uur. Ik verwacht vanuit de Nederlandse drag-gemeenschap een prachtig eerbetoon aan Holly.
Ik heb overigens respect voor mensen die van hun genderexpressies een professie maken. Het wordt onderschat hoeveel zij bijdragen aan het genderspectrum. Het intellectuele en zelfbewuste publiek van de Balie mag zo nu en dan goed gezelschap krijgen, al is dat in de vorm van hoge hakken. (Met een lach:) Dat snobisme is ook maar een beperking. Laat ze maar lekker mengen.
Het festival wordt op een aantal plaatsen in het land nog eens dunnetjes overgedaan. Is er zoveel vraag?
Vraag moet je creëren. Ik ben heel blij dat een deel van het filmprogramma op tournee gaat. Het is hoofdstedelijke arrogantie te denken dat zoiets alleen in Amsterdam hoort. Door filmvertoners in het land bij het festival te betrekken creëer je meer mogelijkheden voor mensen om in aanraking te komen met dit onderwerp. Ik hoor nu al dankbare geluiden van zowel noorderlingen als zuiderlingen.
Het Transgenderfilmfestival over vijf jaar als een soort reizend gezelschap, zoiets als de Parade?
Of het nou in de vorm van spin-off initiatieven is of een grootschaliger nationale tour, ik denk dat transgenderevenementen niet meer weg te denken zijn. Het hoeft niet eens verbonden te zijn aan het festival. De zaadjes zijn gezaaid, dat is het belangrijkste.
Wanneer is dit derde filmfestival een succes?
Goedgevulde zalen is één, maar belangrijker nog vind ik dat mensen meer gaan beseffen hoe rijk het genderspectrum is.
En hoe ziet het leven er voor jou uit na afloop van het festival?
Dat wordt afkicken! (lacht) Ik hoop weer te kunnen reizen en in een natuuromgeving te kunnen broeden op mijn volgende project. Dat wordt een conferentie in 2004.
Mogen we al weten waar die conferentie over gaat?
Ik heb zelf het geluk gehad conferenties bij te kunnen wonen waarbij ontzettend goede workshops werden gegeven. Over seksualiteit en aseksualiteit in onze gemeenschap bijvoorbeeld, en over jaloezie, transgender-zijn en ouderdom. Het lijkt mij aardig om onderwerpen aan te snijden waarover we moeilijk praten, terwijl ze bij nader inzien helemaal niet in de taboesfeer horen. Zoals ik al zei: deze gemeenschap is nog jong en moet nog leren zich uit te spreken. Maar denken over een conferentie is iets voor later dit jaar. Nu eerst het filmfestival.
Het derde Transgenderfilmfestival wordt gehouden van 21 tot 25 mei 2003 in De Balie, Amsterdam. Alle informatie over het programma en wijze van reserveren vind je op de website van het filmfestival: www.transgenderfilmfestival.com.
Tussen eind mei en half juni verschijnen er op de website van het Continuüm regelmatig impressies en verslagen van het festival, onder meer van beide panelavonden. Blijf dus kijken op www.continuum.nl. In de rubriek kunst & cultuur tref je tevens verslagen aan van de vorige festivals, inclusief filmbesprekingen.