Tim de Jongachtergrond, interviews, 1 december 1997

Interview met psycholoog Ingeborg Timmerman

'Ik zet vraagtekens bij het idee van een derde sekse'

Ingeborg Timmerman (31) werkt bij het Genderteam van de Vrije Universiteit in Amsterdam. Als psycholoog voert zij gesprekken met mensen die zich bij het team aanmelden voor geslachtsverandering. Tim de Jong sprak met haar over haar manier van werken, over de binnen- en de buitenkant van mensen en over de vragen die opkomen wanneer de genderidentiteit 'niet zo duidelijk is'. Ingeborg Timmerman vermoedt dat aan uitgesproken transseksualiteit biologische processen ten grondslag liggen en dat de tussenvormen meer psychologisch dienen te worden verklaard.

Hoe ben je bij het Genderteam terechtgekomen?
Tijdens mijn studie psychologie raakte ik geïnteresseerd in de invloed van ziekte op iemands mentale welzijn en andersom. Ik onderzocht hoe kankerpatiënten met hun ziekte omgaan, en wat die ziekte met hen doet. Seksuologie sprak me aan, omdat het een wat vrolijker onderwerp is. Ook bij seksuele problemen is er een verband tussen lichaam en geest: als je je onzeker voelt, laat je lijf dat meteen zien. Voel je je weer prettig, dan functioneert het allemaal weer.
Ik heb een paar jaar bij de polikliniek Seksuologie van het AMC gewerkt en daarna een eigen praktijk voor seksuologie gehad. Daarna kwam ik bij het Genderteam. Ik was enorm nieuwsgierig, omdat het verband tussen lichaam en geest bij genderdysforie helemaal zoek lijkt. Uitzoeken hoe dat zit, is voor mij de uitdaging van dit werk. Ik werk hier nu drie jaar.

Wist je toen je begon iets over genderdysforie?
Door mijn therapie-ervaringen was het omgaan met identiteitsproblemen niet nieuw voor me. Ook had ik een paar boeken over transseksualiteit gelezen, en in mijn studententijd in het Amsterdamse nachtleven gewerkt. Daar leerde ik de glamourkant van travestie en transseksualiteit kennen.
Dit was wel een nieuw vakgebied voor me. Door er veel energie in te steken, en regelmatig bij collega's te rade te gaan, heb ik het me eigen gemaakt.
De verbazing over wat je allemaal ziet en meemaakt, blijft overigens. Als je begint, denk je dat mensen wel in een hokje te vangen zijn. Maar dat is niet zo. Er zijn maar weinig mensen waarvan je precies weet hoe het zit. Dat maakt het werk heel ingewikkeld, maar ook heel boeiend.

Schil of kern


Mensen komen bij jou omdat ze een geslachtsverandering willen. Hoe kom jij erachter of iemand transseksueel is?
Dat is dé moeilijke vraag. Ik doe een uitgebreid psychodiagnostisch onderzoek, onder andere met behulp van vragenlijsten. Daarnaast voer ik een aantal gesprekken met de cliënt, waarin ik bepaalde thema's aansnijd. Maar ik ga ook op mijn gevoel af. In het algemeen probeer ik tot iemands kern te komen. Ik ga er van uit dat iedereen bepaalde afweermechanismen heeft, om niet de pijn te voelen die je in het leven meekrijgt. Als je een genderprobleem hebt, is het leven nog ingewikkelder, dus dan heb je die pijn des te meer. Soms denk ik dat het genderprobleem zelf een afweermechanisme is en dat je daarmee andere gevoelens afweert. In andere gevallen is iemands echte identiteit door al die afweer niet goed te zien.

Die persoon zelf ziet het niet?
Nee. Soms komen er mensen die een geslachtsaanpassende behandeling willen en denken dat ze daar gelukkiger door worden. Het kan dan best zijn dat die wens een cognitieve constructie is. Dat wil zeggen dat je het bedacht hebt, om iets anders niet te voelen. Je hebt je bijvoorbeeld in het gezin niet prettig gevoeld, of je bent seksueel misbruikt. Je voelt je alleen staan en niet prettig in je mannelijke of vrouwelijke rol. Ik kan me voorstellen dat je dan denkt: misschien ben ik transseksueel. Ik probeer te ontdekken wat de schil is en wat de werkelijke identiteit. Ik probeer mensen bij zichzelf te laten komen, want dat maakt het een stuk makkelijker om een keuze te maken.

Hoe komt het dat mensen transseksueel zijn?
Bij de 'echte' transseksuelen denk ik dat het biologisch is, dat er iets verkeerd is gegaan in de geslachtsdifferentiatie. Daar geloof ik in. Bij alle andere vormen van genderverwarring ben ik meer geneigd om psychologische verklaringen te zoeken.

Heb je bij het eerste contact intuïtief al een idee? En komt dat dan uit?
Vaak wel. Mijn eerste gedachte komt meestal overeen met wat daarna uit het onderzoek naar voren komt. Ik ben één keer verrast door iemand die is afgehaakt tijdens de behandeling. Ik had dat niet verwacht. Die persoon gaf toen aan dat hij op bepaalde vragen iets had geantwoord wat niet klopte met de gevoelens.

Hoeveel gesprekken heb je minimaal?
Het minimum is vier. Met sommige mensen heb ik al snel een diepgaand contact. Zij stellen zich makkelijk open en dan zie je de binnenkant als het ware aan de buitenkant vastzitten. Dan ben je er snel uit.

Spijtoptanten


Hoe komt het dat sommige mensen die het groene licht krijgen, toch weer terugkrabbelen?
Aan de ene kant zijn er mensen die cognitief de beslissing hebben genomen om van geslacht te veranderen, maar er emotioneel nog niet aan toe zijn. Zij kunnen pas de stap zetten, als ze zich steviger voelen. Aan de andere kant zijn er mensen die tijdens de real life test (een periode, waarin de transseksueel bij wijze van proef en ondersteund door een hormoonkuur, moet leven in de rol van het 'andere' geslacht, TdJ) ontdekken dat hun problematiek ergens anders mee te maken heeft.

Ook ná de operatie zijn er mensen die spijt krijgen: de zogenaamde spijtoptanten. Is dat een falen van de hulpverlening?
Het geeft aan, hoe ingewikkeld deze problematiek is. We beschikken niet over een lakmoesproef. Ik ben daarom heel blij dat we die real life test hebben. Je hebt anderhalf jaar de tijd om uit te zoeken of dit de goede stap is. Daarmee proberen we te voorkomen dat iemand na de operatie spijt krijgt.

Snap jij transseksuelen?
Ik ben er de afgelopen drie jaar achtergekomen dat transseksuelen net zo normaal zijn als ik zelf. Ik ben een vrouw, voel me vrouw en twijfel daar nooit over. Transseksuelen hebben dat ook. Het zijn hele gewone mensen, in een verkeerde jas. In tegenstelling tot wat ik had verwacht, kan ik me juist goed verplaatsen in transseksuelen. Juist de mensen waarbij je eigenlijk in één oogopslag ziet dat ze transseksueel zijn, hebben nooit getwijfeld. Die weten van jongsaf aan al hoe het zit. Gaandeweg komen ze erachter dat hun lijf niet klopt.

Nergens bij horen


Snap je mensen die geen duidelijke genderidentiteit hebben?
Nee. Ik kan niet invoelen, dat je niet zou weten wat je genderidentiteit is. Voor mij is het zo basaal en vanzelfsprekend, dat ik niet kan be-rijpen dat je die vanzelfsprekendheid niet kunt voelen.
Ik zet grote vraagtekens bij het idee van een derde sekse. Ik denk niet dat het één groep is, maar dat er een continuüm is. Het zijn allemaal verschillende individuen. Er komen steeds vaker mensen bij ons, die niet weten wat hun genderidentiteit is. Dat betekent dat je nergens bij hoort en dat lijkt me ontzettend eenzaam.

Er komen ook mensen bij jullie die een tussenweg willen bewandelen. Biologische mannen die bijvoorbeeld alleen hormonen of alleen een ontharingsbehandeling willen. Biologische vrouwen die alleen een borstoperatie willen. Denk je dat een tussenoplossing een goede oplossing kan zijn?
Ik vind het lastig hier uitspraken over te doen, zolang we er nog zo weinig van afweten. Ik denk wel dat je mensen te kort kunt doen door te snel een tussenoplossing aan te dragen. Je brengt er iemands interne conflict mee naar de buitenkant. Dan heeft iemand voortdurend een conflict met de omgeving. Dat lijkt me niet zo prettig.
Als iemands genderidentiteit duidelijk is, maar diegene heeft bezwaren tegen de hele behandeling, maken we wel eens een uitzondering. Maar als de genderidentiteit niet vaststaat, kan een medische ingreep het ingewikkelder maken. Ik vind het lastige van in een medisch team werken, dat je mensen misschien te snel op een medisch spoor zet. Dan gaan mensen al op dat spoor zitten, terwijl de vraag naar de oorzaak van hun gevoelens nog te weinig onderzocht is.

Maar stel dat iemand zegt: ik ben er uit, ik snap hoe ik in elkaar zit, ik zit tussen de mannelijke en vrouwelijke identiteit in en nu wil ik dit ook fysiek tot uiting brengen. Hoe kijk je daar tegenaan?
Dat vind ik heel moeilijk. Ik vind dat er nog te weinig onderzoek naar tussenoplossingen is gedaan, om te kunnen zeggen of dat goede oplossingen kunnen zijn.

Beoordelen en begeleiden


Hoe combineer jij beoordeling en begeleiding bij mensen die psychologische hulp nodig hebben, maar tegelijk hun best moeten doen om van jou het groene licht te krijgen? Die weten dan ongeveer welk verhaal ze voor dat groene licht op tafel moeten leggen.
Ik denk dat iemand het zelf aan moet durven om mij als hulpverlener te vertrouwen, en alle facetten te laten zien. Als ik meer therapeutisch werk met mensen, hoef ik niet zo op die beoordelingsstoel te zitten. Dan doet die persoon de beoordeling zelf.

Lukt dat altijd?
Als het niet lukt, splitsen we dat. Dan neemt het ene teamlid de begeleiding op zich en een ander teamlid de beoordeling. Dat bevalt goed, want dan blijf je als therapeut uit de beoordelingsfunctie. Wat we ook doen is mensen verwijzen naar externe instanties.

Een nieuwe generatie


Maakt het uit dat jij tot een nieuwere generatie psychologen behoort?
Ik hoef niet meer op de barricades te staan. Iemand als Anton Verschoor bijvoorbeeld was een voorvechter, iemand die de weg heeft geffend, met hart en ziel zich erin heeft gestort, niet alleen als psycholoog maar ook als mens. Hij reisde het land door en werkte mee aan de emancipatie van transseksuelen. Dat hoeft nu gelukkig niet meer. Ik begeef me uitsluitend als psycholoog in het vakgebied.
Ik denk dat ik de neiging heb om wat meer behoudend te zijn dan degenen die hier al langer zitten. Vroeger werden mensen die zich aanmelden bij het Genderteam altijd behandeld, tenzij er zwaarwegende motieven waren tégen een behandeling. Daarin zijn we denk ik veranderd. Het hele team is veranderd: we zijn kritischer in het kijken naar iemands hulpvraag. Is een geslachtsaanpassende behandeling voor deze cliënt de oplossing, of zou het iets anders kunnen zijn? Het hele team is voorzichtiger geworden.

Als transseksuelen steeds verder willen gaan met medische ingrepen, omdat zij er als perfecte vrouw willen uitzien, moeten die mogelijkheden dan geboden worden?
Ik vraag me af of mensen dan gelukkiger worden. Er zijn transseksuelen aan wie je blijft zien dat ze transseksueel zijn, bij anderen zie je het niet meer. Bij allen blijft het conflict van een transseksueel verleden bestaan. Voor iedere (ex-)transseksueel komen er momenten dat hij of zij zich moet afvragen: ga ik het iemand wel of niet vertellen, en hoe ga ik het vertellen? Dat raak je nooit helemaal kwijt. De geslachtsaanpassende behandeling geeft veel, maar lost niet alles op.

Is transseksualiteit een kwestie van pech hebben?
Het is niet alleen negatief. Het is ook een bijzondere ervaring, die mensen meemaken. Dat je heel lang tot een bepaald geslacht behoort en daarna tot het andere geslacht kunt gaan behoren.

Gaan transseksuelen anders om met man-/vrouwrollen?
Transseksuelen zijn vaak nog stereotieper dan andere mensen. Het zijn niet de eersten om traditionele rolpatronen te overstijgen. Dat kan ik me wel voorstellen. Je moet al je eigen lijf overstijgen. Om dan ook nog die patronen te doorbreken, dat wordt ingewikkelder. Ik kan me wel voorstellen dat je dan vasthoudt aan een macho-man zijn of een hele vrouwelijke vrouw zijn.
Het komt voor dat mensen een geslachtsaanpassende behandeling willen, maar dat ze aan niets laten zien dat ze zich zo voelen. Dan moedig ik het mannelijk of vrouwelijk rolgedrag juist aan. Een real life test is pas een real life test als je ook gezien wordt als man, respectievelijk vrouw.



<