In de wachtkamer van dokter De Vaal
Het gebeurt niet vaak dat je een dagboek weglegt van het lachen. Maar het geweld waarmee twee dames hun nieuwe slangenleren laarsjes passen in de wachtkamer van dokter De Vaal in 1970, vermag veel. Else Mulder legde in de jaren zeventig de transitie van haar partner vast in een dagboek. We geven het integraal weer.
Er zijn niet veel egodocumenten bewaard gebleven van partners van transgenders die in de jaren zeventig hun transitie doormaakten. Dat is al een goede reden om dit dagboek beschikbaar te maken. Maar het is vooral de krachtige stem die we in dit boek terugvinden, en de wijze waarop Else Mulder haar treffen met dokter De Vaal op 2 september 1970 beschrijft, die dit dagboek het lezen waard maken.
Een kleine leeswijzer vooraf.
Op het moment dat het dagboek begint zijn Else en haar man Peter beeldend kunstenaars. Zij wonen in de omgeving van Haarlem in een oude boerderij. Zij hebben deze boerderij zelf gerenoveerd en allerlei gemakken zitten er nog niet in. Zo beklaagt Else zich over het ontberen van een warme douche.
Het dagboekje begint op vrijdag 13 oktober 1970 met een telefoontje van Else aan mevrouw De Vaal. Else belt om een afspraak te maken voor Peter met dokter De Vaal. Op dat moment is dokter De Vaal de enige arts waar transgenders in Nederland naar toe kunnen.
Peter heeft zijn eerste afspraak al vijf dagen later. Hij komt “als herboren” terug. Twee weken later heeft hij zijn volgende afspraak. De dokter heeft gevraagd of Else dan mee wil komen.
In de periode tussen de twee afspraken brengt Else vijftig mensen op de hoogte, waaronder de ouders van Peter. We lezen hun reacties. Else geeft ook een beschrijving van het gesprek met dokter De Vaal. Hierbij spaart zij de dokter en zijn cliënten niet. Wilt u alleen dit deel van het dagboek lezen, blader dan door naar 2 september. De tekst is met een blauwe kop weergegeven.
In het dagboek worden vijftig gesprekken beschreven. Else heeft alle gesprekspartners genummerd. Voor het dagboek aanvangt heeft Else al met zestien mensen gesproken. Ze begint haar nummering in haar dagboek daarom met nr. 17, Hans Caland.
En nu laat ik Else Mulder aan het woord.
Else Mulder in haar woning, voor een van haar schilderijen.
DAGBOEK 1970
Voor mijn gevoel: gesprekken om alles uit te leggen
Ik heb het gevoel dat ik wel met honderden mensen gesproken heb om uit te leggen wat er met Peter (Petra) aan de hand is… Ik ben doodmoe.
Vrijdag 13 augustus 1970
Ik bel dokter De Vaal voor een afspraak. Peter kan niet bellen vanwege haar stem. De reactie van mevrouw De Vaal is vriendelijk en tegemoetkomend. Dit doet van mij ook een enorme spanning afvallen.
We besluiten dat Peter in eerste instantie alleen zal gaan – tot op het laatste moment blijft Peter erg bang voor een nieuwe teleurstelling. Hij wil dat ik mee ga. Hij wil dat ik de afspraak ‘s middags nog een keer verifieer, wat ik weiger. Ik zal buiten in de auto wachten.
Ik heb voor we naar Amsterdam gaan met plusminus vijftien mensen gesproken over Peter.
Zaterdagavond 14 augustus
We gaan even naar Josum’s flat om de planten te verzorgen. Petra gaat voor het eerst omgekleed mee in de auto. We wandelen even door een leeg winkelcentrum en komen een tiental mensen tegen. We hadden het gevoel dat iedereen naar ons keek en voelden ons doodnerveus.
Dinsdag 18 augustus
Vandaag is het eerste gesprek tussen Peter en dokter De Vaal. Het is niet misgegaan. Peter komt als herboren naar de auto gelopen. Ze heeft het gevoel dat ze volledig geaccepteerd wordt en dat we de goede weg opgaan.
Woensdag 20 augustus
#16 Ger Mol (75 jaar oud) komt naar ons toe om Peter geluk te wensen met de oplossing.
We maken alles klaar om Peter’s ouders te ontvangen in het huis en om zelf zaterdag 21/8 naar Amsterdam te vertrekken.
Zaterdag 21 augustus
We zijn verlamd van moeheid en slepen ons voort om alles klaar te krijgen. Onderweg naar Amsterdam ontdoet Peter zich van de laatste mannelijke kleren. Ze gaat als vrouw gekleed naar Amsterdam en hierin zal geen verandering meer komen.
We doen die middag de noodzakelijke boodschappen in het winkelcentrum. We gaan naar de supermarkt en de drogist en we krijgen de indruk dat niemand op ons let. Peter heeft wel veel angst om z’n stem, maar helpt in de winkel mee uitzoeken.
De flat van Josum in de Walstraat is voor ons een enorme ervaring. We krijgen telefoontjes van m’n moeder en van belangstellende vrienden. Peter neemt de telefoon niet op. Dat laat hij aan mij over. We gaan vroeg naar bed en hebben voor het eerst sinds maanden het gevoel dat er niets hoeft. We hebben beiden het gevoel zeer oververmoeid te zijn.
Zondag 22 augustus
Heerlijke douche. De eerste sinds jaren. Peter is doodmoe maar zonder spanningen. Ik heb haar eigenlijk nog nooit zo rustig meegemaakt. Ze ligt op de bank, pakt een boek of bladert in een krant. Voor het eerst sinds een lange tijd een natuurlijk overgeven aan het moe zijn. Voorheen was er altijd het ontkennen van alles wat ontspanning en vreugde kon schenken, van mooie dingen, bloemen in huis en het gemak van een rustbank in de kamer.
Voor ik naar bed ga schrijf ik een briefje aan de huisarts, dokter Van Dam betreffende de gang van zaken, met een verzoek om antwoord.
Maandag 23 augustus
We gaan naar de Westermarkt om zo goedkoop mogelijk stof voor de gordijnen thuis te kopen. We lopen in een plensregen in kleurige lakjassen. Het gaat goed. Niemand let op ons. Als we iets gekocht hebben roept de marktkoopman Dag dames!. Het stelt me gerust dat alles naar buiten toe goed gaat in tegenstelling tot vroeger waar het me helemaal misselijk maakte. Toen naar C&A om witte linnen regenjassen te kopen. Eindelijk zelf passen! De verkoopster keek een beetje vreemd omdat Peter haar mond niet opendeed. Die was wel dolgelukkig met haar jas. Als Peter zacht spreekt gaat het beter.
Ik moet mezelf dwingen minder op te treden en minder alles over te nemen.
#17 gesprekken met Hans Caland en
#18 Cor Beurkens
Hans Caland vond naast het hele persoonlijke verhaal ook de juridische kant en de burgerlijke standt kant interessant i.v.m. homofiele paren.
Cor Beurskens schrok ontzettend, hoewel hij Peter slechts een paar maal ontmoet had.
Hij had zelf net een hele moeilijke tijd gehad, nadat hij geconfronteerd werd met een luidruchtig, aardig streberig vriendje (een schrijver) die getransformeerd tot vrouw uit Amerika terug naar Holland was gekomen. Cor wilde het “aankunnen” maar heeft daar toch heel veel moeite mee gehad. Hij waarschuwde ons dat we voorbereid moeten zijn dat heel veel mensen het heel moeilijk zouden kunnen verwerken.
's Avonds nog een telefoontje van Anna Hazevoet gehad. Ze maakte zich ongerust over hoe Peter in de toekomst moet afreageren als hij na een operatie geen orgasme meer zou kunnen bereiken. Ik weet niet precies waar ze bang voor was, maar ik heb haar geloof ik gerust kunnen stellen.
Dinsdag 24 augustus
#19 Drs Willem Hazevoet stelt in zijn functie als voorzitter van de BKR-commissie van de gemeente Haarlem bij de opening van de vergadering de leden op de hoogte van Peter’s toekomstige naar buiten treden als vrouw.
Aanwezig zijn de rijksconsulent, enkele culturele ambtenaren van de gemeente Haarlem, enkele functionarissen van het Frans Hals Museum en een tiental kunstenaars. Hazevoet verzoekt allen mee te werken aan een zo prettig mogelijk overbrengen van dit bericht ter voorkoming van misverstanden en vervelend geklets.
Ik heb ‘s middags een vergadering met dezelfde rijksconsulent in een andere commissie. Die is opvallend vriendelijk naar me. Ik spreek alleen met enkele mensen die ik persoonlijk goed ken.
#20 Gesprek Frans Verpoorten (Haarlem)
Je weet dat ik Peter graag mag, maar ik heb me altijd afgevraagd waarom hij zo doodongelukkig is. Wat heerlijk dat er een oplossing is. Doe hem de vriendelijke groeten. We zien elkaar spoedig.
#21 Hans Mantje (Alkmaar)
Hans heeft veel aandacht en is zichtbaar onder de indruk. Is ook bijzonder gesteld op Peter maar had altijd het gevoel dat Peter geen nader contact wilde. Hij vertelt onder vertrouwen dat Wilma (zijn vrouw) al jaren onder psychiatrische behandeling is en wekelijks in een groepstherapie zit. Hij vertelt daarover het verhaal van een jongen die in de gevangenis had gezeten voor het stelen van kleren van waslijnen en die altijd enorme contactstoornissen had. Hij had zeker nog nooit contacten met vrouwen gehad. In de openheid die de groepstherapie van hem vereist vertelt die jongen dat hij onlangs een belangrijke vrees had overwonnen. Hij was bij een vrouw geweest! Een hoer! Het resultaat was dat de groep verstijfde en hem alle mogelijke verwijten naar het hoofd slingerde. Op twee mensen na dan, waaronder Wilma. Die had daarna nog even contact met hem opgenomen. Ze had diep medelijden met hem vanwege de reactie van de andere groepsleden. Iedereen schijnt die knaap nu een beetje te negeren. Over het opheffen van contactstoornissen gesproken!
Hans wilde ons meteen uitnodigen – maar voelde dat dat te geforceerd zou zijn.
#23 ‘s Avonds met de ouders van Peter gesproken. Ik probeerde eerst even of ze zelf geen idee hadden wat er aan de hand was. Het kwam er aanvankelijk niet uit. Ze zaten volkomen dicht – toen langzaam via de crisissen van Peter en de onwil om verder te leven naar de oorzaak toegepraat. Toen bleek tijdens het verhaal dat ze zich de laatste tijd zeker wel het een en ander hadden afgevraagd.
Na ons laatste bezoek had moeder tegen vader gezegd “ik weet niet wat het is, maar Peter groeit de laatste tijd steeds meer naar het vrouwelijke toe”
(Allicht! Bijgewerkte wenkbrauwen, verzorgder haar (gekruld) en gelakte nagels moesten toch wel een beetje opvallen!)
Toen huilde moeder een beetje en zei dat ze het toch wel een grote schok vond. Ze had altijd twee zonen gehad en nu had ze er nog maar een. Ze heeft weliswaar nog vier dochters maar die zonen bleken juist belangrijk te zijn. Daarna kwamen er massa’s voorbeelden van hoe vrouwelijk en meisjesachtig Peter vroeger wel geweest was. Ook zo zorgzaam en toegewijd. Ja ze had zelfs vaak gezegd: “je had een meisje moeten zijn”. Ze was ook een zeer donzige baby. Ook de voorliefde voor vrouwelijke kleding had ze heel jong al.
Bij het afscheid heb ik het artikel over transseksualiteit in de Avenue aan ze gegeven en gezegd dat er ook een boek te koop was.
Ik reed dronken van moeheid en zonder gegeten te hebben terug naar Amsterdam.
Deze dag. Al dat gepraat en uitgeleg. Het was teveel geweest. Ik concentreerde me half verdoofd op het nachtelijk verkeer, bang dat ik door mijn duizeligheid een auto-ongeluk zou veroorzaken.
Peter wachtte me op en er was nog een heel gesprek en een glas wiskey voor ik mijn bed intolde.
Woensdag 25 augustus
Anna Hazevoet belde. Ze heeft met verschillende mensen gesproken in het kader van de voorlichting van het dorp.
#24 Tante Marie van Bruggen (RK) is een weduwe van plusminus zestig jaar. Ze is een boerin en niet erg geschokt. Bij de beesten gebeurt het ook vaak, maar die hebben hun verstand natuurlijk niet. En dat zit nu eenmaal vaak in de weg bij mensen. Natuurlijk accepteer ik het. Het zijn zulke aardige flinke mensen.
#25 Cor Schouten. De smid. RK met vier kinderen.
Cor blijkt ook erg gesteld te zijn op ons en vooral op Peter die hij ook erg in zijn werk bewondert. “Het is de natuur” zegt hij en je moet nooit iets tegen de natuur in doen. Jullie kunnen op mij rekenen. In dit dorp zal het wel goed gaan en wat ze “over de brug” vinden is niet zo belangrijk.
Mar de Vos gebeld, die ik eerder alles heb verteld en die Peter al twintig jaar (nog vanuit Rotterdam) kent doordat ze getrouwd is geweest met zijn broer. Mar had het boek van dr. De vaal inmiddels gekocht. Zij vond het een heerlijk idee om nu veel onbevangener met Peter om te kunnen gaan. Ze had altijd gevoeld dat er iets gedwongens geweest was en vond dit een opluchting. Mar zou haar wethouder en de mensen de wij gemeenschappelijk kennen inlichten. Ik verzoek haar ook Peter’s ouders op te zoeken en met hen over Peter te spreken, zodat die het geheimzinnig doen een beetje afleren.
We ontvangen vandaag ook nog een schattig briefje van dokter Van Dam. “Beste Else, natuurlijk wil ik graag jullie huisarts blijven etc.
‘s Middags hebben we een tochtje gemaakt naar Monnikendam, Volendam, Hoorn en Enkhuizen. We hebben een beetje gewandeld door de stadjes en de havens en we hebben drie keer in een cafeetje iets gebruikt. Toen Peter moe werd en er wat onverzorgder uit begon te zien (glimmende gezichtshuid, piekerige haren) gingen een klein aantal mensen beslist wat meer aandacht aan haar verschijning schenken. Nu zullen ze in die kleinere plaatsen toch al wat meer kijken naar alles dat er wat anders uit ziet. Overigens een fijne dag. Voor het eerst met Peter rustig geslenterd.
Donderdag 26 augustus
Peter’s moeder belde en sprak even met Peter. 's Morgens bespreking op bureau BKR. Iedereen informeerde of Peter zich goed aan kon passen.
#27 Snel geluncht met Henk Visser (dir. Nederlandse Kunststichting). Ik heb hem het hele verhaal verteld. Hij vond het een grote opluchting voor ons. Hij had steeds al het gevoel gehad dat er iets niet in orde was met Peter. Henk had zelf een wonderlijke ervaring gehad met een meisje op school waarop hij verliefd was en dat na de schoolvakantie terug kwam als een jongen. Daar was toen niet veel aandacht aan geschonken.
's Middags bespreking Centrale Commissie Beeldende Kunsten. Dat was een nogal rumoerige vergadering met na afloop een gesprek met Theo van Velzen (plv hoofd afd kunsten CRM)
#28 Zeer goed gesprek. Hij begreep goed waarom ik hem op de hoogte stelde en zou de medewerkers op het ministerie op de hoogte brengen. We spraken ook nog over Peter’s werk. Van Velzen was ook op de hoogte van het werk van dr. De Vaal.
‘s Avonds was ik volkomen afgeknapt. Ik geef me blijkbaar teveel in de vergaderingen en in de gesprekken over Peter.
Peter bleek die dag voor het eerst alleen naar het winkelcentrum te zijn gegaan. Ze had wat noodzakelijke boodschappen in huis gehaald en zich er goed en rustig bij gevoeld.
Ze bleek zich toch erg verdrietig te voelen. Dat kwam door het steeds opnieuw geconfronteerd worden met haar lichamelijke mannelijkheid (plassen, wassen, haargroei). Eigenlijk was er een behoorlijke crisissituatie zoals we de laatste paar dagen niet gekend hadden.
Ik voel dat het niet goed gaat als er niet snel een begin kan worden gemaakt met een vorm van behandeling. Een paar uitspraken van Peter:
“Je kunt het transseksueel zijn - wat je hele leven nog gaat voorduren - pas enigszins vergeten wanneer je je niet meer steeds hoeft te confronteren met je mannelijkheid (penis etc.). Je vrouwelijke instelling dwingt je te leven met de liefde tot het leven en de dingen , je manlijkheid dwingt je tot zelfmoord omdat je steeds meer je leven als iets schokkends gaat ervaren. Masturbatie? Hoe kan je anders een einde maken aan de spanningen die om bevrediging vragen en die je tegelijkertijd diep wanhopig maken. Ik wil van die spanningen af. Dan hoef ik ze ook niet meer door masturberen kwijt te raken.”
Donderdag 2 september
Vanavond om 7 uur hebben we een afspraak in de Beatrixkliniek voor het spreekuur dat om 8 uur begint. Enige minuten voor 7 uur wandelen we langs allerlei onduidelijke bijgebouwtjes naar de polikliniek. Voor ons lopen twee zeer opzichtige Indonesische meisjes, de een in een witkanten jurkje de ander in korte witte hotpants met slangenleren laarzen tot over de knieën. Bij de deur van de poli staat een jongen die het er duidelijk moeilijk mee heeft, vergezeld door een meisje.
Om 7.15 maakt dokter De Vaal nogal nerveus de deur open. Er voegt zich nog een zeer vrouwelijk ogende jongen bij ons gezelschap. Hij zoekt zich een houding door af en toe iets heel nonchalants te zeggen met een verhoogd stemgeluid.
De eerste jongen en het meisje gaan naar binnen. Wij blijven wachten. De twee Indonesische meisjes zitten zich met de minuut nog opvallender op te maken. Het meisje met de hotpants biedt ons met een hele donkere stem lachend een dropje aan. Het andere meisje heeft last met haar nieuwe schoenen van 125 gulden. Ze doet steeds wanhopiger pogingen om haar voeten erin te wringen. Zo nu en dan slaat zij ze woedend op de vloer om ze maar soepeler te maken.
Ondertussen worden in het Oosterpark dat aan de polikliniek grenst de hekken op slot gedaan en de honden losgelaten. De bewaker komt ons waarschuwen niet meer in het park te lopen. Het is een beetje dikke grove man. “Dames” roept hij…. De goede man heeft er geen notie van dat er maar 1 gewone dame tussen zit en dat ben ik dan toevallig. We zitten daar maar bij elkaar en iedereen probeert zo onopvallend mogelijk de ander te bekijken. Inderdaad lijkt maar het enig zinnige om maar een beetje te giechelen. Als het meisje met de donkere stem aan de beurt is, lijkt het gezelschap eindelijk een beetje los te komen. . Het frêle Indonesische ding vertelt dat ze nu nog rondwandelt maar dat er volgende week drie chirurgen uit Kopenhagen komen om haar te behandelen. “Hadden jullie niet gedacht he?! Dat ik nog een jongen ben!” Inderdaad niet – behalve door het wat al te opvallende gedrag misschien. Toen vertelde ze het verhaal dat het met “Fransje” mislukt was. Fransje bleek een prostituee met kinderen te zijn. Er was bij haar weer iets aangegroeid. We konden het niet helemaal volgen. En toen over het meisje met de donkere stem… “Zij is ook nog een jongen. Ik heb haar in het café ontdekt en ik zag het meteen. Ze is al vanaf haar vierde jaar als meisje gekleed. Ze kon ook niet geloven dat ik nog niet helemaal een meisje was. Ik heb het haar maar laten zien. Aan echte jongens nooit! Maar aan jongens zoals zij wel hoor! Ik ben al eens geholpen door dokter Ramakers aan de Keizersgracht. Tja, zij (het andere meisje) wil zo graag geopereerd worden. Daarom heb ik hem maar eens hiermee naar toegebracht. Dokter De Vaal is geweldig hoor!” Hij gaat volgende week naar een congres in Kopenhagen!”
Toen was het onze beurt. De Vaal was en beetje verbaasd. Volgens mij herkende hij Peter niet meteen. Ik ging op een ongelukkig houten krukje zitten en Peter op de enige andere stoel. De Vaal zat achter een volkomen leeg bureau. Er hing een niets-sfeer. Heel vreemd. De Vaal begon een ingewikkeld medisch verhaal over iets nieuws in de ‘transseksualiteit’ dat bevestigde dat zijn eigen theorieën volkomen juist zijn. Hij vertelde wat verhalen over de erkenning die hij nu overal voelde doorkomen. Over een psychologisch rapport dat hij geschreven in een strafzaak die hij “overigens een storm in een glas water” noemde. Over onze problemen sprak hij niet uit zichzelf. Hoewel hij tegen Petra gezegd had mij te willen ontmoeten, vroeg hij mij helemaal niets. Toen hij zomaar ineens een einde aan het gesprek wilde maken, heb ik voor de zoveelste keer maar het heft in handen genomen.
- Moet ik de politie waarschuwen? Dat vond De Vaal helemaal niet nodig. Hier in Amsterdam gaan ze op aanklachten helemaal niet meer in, vertelde hij.
- Wat moeten we met de burgerlijke stand en de naamsverandering? Ik vertelde over de naspeuringen van Hazevoet. Hij noteerde Hazevoet’s naam in zijn bloknootje.
De Vaal vertelde toen over de moeilijkheden bij de opvang. ORM moest maar een flat huren in de Bijlmermeer waar twee geopereerde transseksuelen die het zelf helemaal doorgemaakt hadden de leiding zouden krijgen. “Ik kan zelf toch geen kamers gaan verhuren” verzuchtte hij. Er zijn teveel maatschappelijke problemen die eerst opgelost moeten worden.
Toen we vroegen hoe nu concreet aan enige vorm van behandeling kan worden begonnen, bleek dat hij dacht dat Peter al hormoontabletten gebruikte.
Toen dat niet zo bleek te zijn vond hij het beter daarmee te wachten en eerst in oktober de testikels te laten wegnemen door dokter Van Slooten. “Dat is een kleine ingreep” vertelde hij. “Misschien laat hij je gelijk naar huis gaan, of wellicht moet je een het weekeinde overblijven. In ieder geval moet ik eerst naar Kopenhagen en dan naar Londen. Ik heb liever dat je die afspraak met Van Slooten maakt als ik weer terug ben. Ik wil graag in de buurt zijn voor als dat nodig mocht blijken. In ieder geval is het beter om die te laten wegnemen om de kans op kinderen uit te schakelen. Dat is toch niet zoiets belangrijks.”
Wij keken elkaar even aan.
“In uw rapporten heeft u toch al duidelijk gemaakt dat u geen kinderen wenst?” ging De Vaal verder. Het was duidelijk dat hij ons opnieuw door de war haalde met een ander stel.
Hier zaten we dan tegenover de enige mens in Nederland die ons concreet kon helpen, en die mens was duidelijk over zijn toeren. Hij was nerveus en in de war. Wij konden niet anders dan het allemaal maar aanhoren en zeggen dat die ballen ons geen bal konden schelen, en dat we zo snel mogelijk een eerste stap wilden zetten. Na 20 september moesten we hem bellen om een afspraak te maken met dr. Van Slooten “die heel aardig en rustig was”.
We bleken beiden mooi in de war te zijn toen we buiten kwamen. We voelden ons dodelijk eenzaam en hadden het gevoel dat niemand aan de weet moest komen hoe amateuristisch ons dit allemaal voorkwam – De Vaal is immers de enige! We zullen het allemaal zelf moeten regelen en bijsturen en we kunnen alleen maar hopen op zo weinig mogelijke vergissingen.
In de flat nog napratend kwamen we steeds meer in een gedeprimeerde stemming terecht.
Waren wij gek? Was De Vaal gek? Loopt de hele wereld op z’n eind? Waar gaat het nu om? Om een mens zichzelf te laten worden of om een medisch “gelijk”, een bewijs voor… wat? Een medisch succes voor wie?
De Vaal vertelde ons dat het steeds meer geaccepteerd werd – dat hij met spoed verzocht was om twee artikelen te schrijven voor Medisch Contact. Daar was hij geweldig mee in zijn sas.
Hij schatte dat er een honderdtal transseksuelen in Nederland zijn. Dat lijkt ons nogal aan de lage kant.
Moet er niet iets van “opvang” zijn? Peter staat er in verhouding tot anderen gunstig voor. Waar is een begeleidend team van artsen en maatschappelijk werkenden? Waar is iemand om echt je hart bij uit te storten? Om werkelijk overdachte raad te krijgen betreffende je optreden naar buiten? Zijn er niet een paar praktisch ingestelde figuren te vinden die er iets aan kunnen gaan doen?
Via die paar velletjes in het notitieblokje van De Vaal komt het toch niet verder? Het doet allemaal een beetje klooierig en klandestienerig aan. Maar je kunt er natuurlijk niets van zeggen. Je bent volledig afhankelijk.
Er is werkelijk niemand die je een praktische en aanvaardbare oplossing kan geven, zelfs niemand die je hier in mengen kan. Het enige dat wij kunnen doen is elkaar helpen om dit op te lossen.
We moeten ook weer aan het werk. Als kunstenaar werken is voor ons de enige weg uit dit doolhof. We kunnen van niemand méér dan een beetje vriendelijkheid verwachten. We moeten het helemaal zelf doen. Vanuit de nieuwe situatie opnieuw leren leven en ons waarmaken. Van niemand teveel afhankelijk zijn. Oppassen dat we elkaar niet toestaan om in beroerde stemmingen weg te zinken. Het is op dit moment zo makkelijk om elkaar helemaal gek te maken, zelfs echt gek te worden en naar opsluiting te verlangen. Niets meer zelf regelen. Iedereen laten barsten. We hebben met niemand iets gemeen.
Zaterdag 4 september
We zijn de hele dag in de flat gebleven. We waren moe en de mensen op de straat irriteerden ons. Eigenlijk verlangen we behoorlijk naar de boerderij, naar de dieren, naar de tuin.
Het komt me als een verademing voor om thuis te kunnen zijn en ons gewoon open te kunnen gedragen, hoe moeilijk deze eerste week als Petra ook nog zal zijn.
We moeten ‘Petra’ nog voorstellen aan zóveel mensen die om ons heen wonen. Ik zelf begin opeens een duidelijk gevoel te krijgen over de totaal andere verhouding die ik in de toekomst tot Peter zal hebben. Ik voel volstrekt geen behoefte om meer apart te gaan leven – integendeel eigenlijk. Ik verheug me op een veel evenwichtiger leven, zonder al die rotspanningen, waarin we behoorlijk veel aan elkaar kunnen hebben. Ik voel alleen wel sterk de behoefte om het thuis wat geriefelijker te krijgen. Een tweede herdershond zal ook nodig zijn willen we weer gewoon kunnen gaan kamperen. Het kamperen wordt totaal anders voor mij. Dat rustige gevoel van de “veiligheid” van een man naast je te hebben, is totaal weggevallen.
Maandag 6 september
#39 ‘s Morgens eerst een paar uur met Arie Roosen gepraat. Hij is buurman en tuinder
“Tja daar wordt je dan 73 jaar voor – zoiets verwacht je niet mee te maken als tuinder” Arie moest veel details weten, vooral waar de fout begonnen was en of Peter zich nu gelukkig voelde. Hij had Peter altijd een beetje “afgetrokken” gevonden, maar altijd wel erg zorgzaam en “ijverig”.
#40 ‘s Middags naar Mien Westerveld in Haarlem gegaan. Zij is een gepensioneerd arts en een weduwe. Mien had nooit voor een moment gedacht dat Peter transseksueel zou zijn. Ze vond het zelf wel een hele opgaaf om zonder man te leven, vooral lichamelijk. Ze maakte zich zorgen hoe het nu allemaal verder moest. Ze kon het zich niet indenken. Ze dacht wel dat het een tijd zou duren voordat ze daaraan zou wennen. Ze was erg onder de indruk maar ook erg op zichzelf gericht “Weer een man minder in mijn omgeving.”
Toen naar de familie Schuts.
#41 Pa Fred is directeur van het grondbedrijf van de gemeente,
#42 Ma Jet is oud verpleegster
#43 zoon Rik is middelbare school leerling
Ze schrokken werkelijk verschrikkelijk. Het gas onder het eten werd uitgedraaid. Eigenlijk had ik het gevoel dat Jet alles precies juist en in alle hevigheid aanvoelde. Toen bleek uit het ondoorgrondelijke masker van Fred dat hij eigenlijk verontwaardigd was dat we tijdens die moeilijke jaren nooit eens ons hart hadden uitgestort.
Rik had op school een leraar die bevriend was met De Vaal. Hij verwerkte alles erg rustig en stelde wat praktische vragen over naamsverandering en kleding.
Toen kwam Jet met haar verhalen over haar oestrogeenbehandelingen en over de stommiteiten van haar huisarts en de ruzies tussen de specialisten onderling.
Ik ben vrij abrupt weggegaan toen ik me realiseerde dat het al zeer laat was.
Dit waren teveel intense gesprekken op een dag. Ik kwam doodmoe thuis. Peter was ongerust geweest. Nou ja dan. Ik ga naar bed anders ga ik janken om niets.
Dinsdag 7 september
44 Naar Siem Sneeboer en zijn vrouw, van de houtzaagmolen. Zij hadden vrij veel boulevard litteratuur hierover in huis. Zij waren vol begrip en gevoel en wensten ons het allerbeste toe en vonden het allemaal heel moedig!
#45 Theo en Lies Roosen
#46 Rie Schouten
De twee vrouwen zaten bij voorbaat al te huilen. Ze hadden inmiddels wel van Arie gehoord dat er wat Peter betreft “iets was misgegaan in de vrucht”. Natuurlijk zouden meehelpen “gewoon” te doen, geklets te voorkomen etc. Natuurlijk laat je een mens niet in de steek. De tijden waren anders etc. Theo had het er ook te kwaad mee. Hij zat ermee in dat Peter zich wel ongelukkig moest voelen in vrouwenkleren. Hij had er s’nachts van wakker gelegen. Hij was erg opgelucht toen hij hoorde dat het net omgekeerd was…
Theo begreep nu ook wel waarom we zoveel bomen om ons huis hadden geplant en waarom we veel vrijheid wilden.
Ze kwamen nog eens uitgebreid terug op alles wat we voor Arie deden en hoe geweldig dat was geweest.
#47 Toen naar boer Zandvliet en zijn vrouw. Via de “beesten” kwam het verhaal pas goed over. Ze zouden alles doen om vervelend geklets en misverstanden te voorkomen.
Inmiddels had Anna Hazevoet gesproken met
#48 de familie Horsman (aannemer)
#49 boer Brouwer
#50 en met Gerard Stokman
Horsman dacht altijd dat we ‘hokten’ en was nogal geschokt te horen dat we “echt” getrouwd waren. Brouwer had begrip voor de zaak en Gerard Stokman greep de gelegenheid aan om over zijn eigen moeilijkheden met zijn homoseksualiteit te praten tegenover het gehele boerengezin Stokman.
#51 s’ Avonds met melkboer Brouwer en zijn vrouw gesproken. Daar had ik erg tegenop gezien maar het werd een goed gesprek.
Het komt me voor dat we door deze moeilijkheden zelfs nog wat nader tot de mensen komen hier in de buurt.
52 Tot besluit ’s avonds nog langs Truus en Piet van Bruggen. Het vreemde was dat Truus, die reeds eerder op de hoogte was gesteld, het nog steeds niet had kunnen verwerken, terwijl Piet heel soepel was.
Slaappil. Naar bed.
Woensdag 8 september
We zijn de hele dag naar buiten geweest. Naar Callantsoog, het Zwanenwater, de duinen en het strand. Ik heb schelpen gezocht en ben even op het strand in slaap gevallen. Zon… meeuwen…
We hebben pannenkoeken gegeten in een restaurant waar een paar vrouwen Peter nogal aan zaten te gapen, wat jammer was.
Donderdag 9 september
Om half negen ‘s avonds kwam Piet op de koffie. Hij was erg lief tegen Peter. Daarna een vergadering in Bergen die nogal inspannend was. Ik ben met Josum terug naar huis gereden, waar Peter heerlijk het eten klaar had. Het werd een fantastisch rustige fijne avond. Ik had eerst onderweg al echt goed contact met Josum. Vooral over onze eigen houding tegenover het huwelijk. Ik vertelde hem ook hoe wonderlijk het aankomt dat na het bekend worden van mijn veranderde verhouding tot Peter, de benadering van allerlei vrienden op slag veranderd is.
Ik merkte bij Peter duidelijk veranderde gevoelens ten opzichte van Josum. Dat doet me ergens verdriet. Ik ben zo bang voor teleurstellingen, dat kan er nog niet eens bijkomen. Peter werpt zich altijd zo fanatiek op dingen , dat ik voel dat er niets meer te raden valt. Ik raak er verward door en ongelukkig.
Ik heb iets hartstikke goeds met Josum. Al jaren. Het kan me totaal niets schelen of en wat daaruit groeit. Maar eigenlijk voel ik me nu onvrijer dan ooit omdat ik hier met Peter niet over praten kan. Hij schijnt mij er nog te jong voor. Het is heel natuurlijk dat alles nu om de waanzinnig moeilijke problemen van Peter draait, maar het vreemde is dat ik voorvoel dat de moeilijkheden nog wel eens groter kunnen gaan worden tijdens het “losmakingproces” dat nog moet gaan komen en waar volgens mij de tijd nog niet rijp voor is.
Ik voel ook dat ik mijzelf niet teveel uit moet schakelen om een wanhopig in elkaar storten te voorkomen. Als ik voel dat Peter zich terugtrekt in zichzelf en wanhopig wordt, dan sta ik bijna voor een moeder-kind verhouding die ik nog niet eerder heb gevoeld.
De andere kant van het probleem is dat weggaan uit de oude omgeving totaal nieuwe eigen relaties schept.
Blijven?
Naschrift van Else in 2014.
‘Natuurlijk ben ik gebleven. De boerderij was mijn bezit, hoewel Peter en ik ons beiden honderd procent hebben ingezet voor de verbouwing.
Komt tijd, komt raad.
Uiteindelijk kon alles in twee gebouwen gesplitst worden met medewerking van de gemeente. En zo is geschied!’