Margreet Zwarteveenwetenschap, 8 juli 2003

Transmasculinities (2): Henry Rubin

Laten zien dat je een man bent!?

Tijdens het Transgender Filmfestival in mei 2003 vond een debat plaats over 'transmasculinities'. Geertje Mak, Henry Rubin en Judith Halberstam waren aanwezig om inleidingen te houden. Het debat werd geleid door Helen Hok Sze Leung. De inleidingen en het debat gingen niet zozeer in op de vele verschillende manieren waarop mannen en vrouwen mannelijkheid vorm geven, als wel op de vraag wat mannelijkheid betekent voor verschillende mensen.
Een rode draad in de verhalen: het onderscheid tussen zichtbaar geconstrueerde mannelijkheid - mannelijkheid waarvan, zoals Henry Rubin opmerkte, 'de naden zichtbaar zijn' - en mannelijkheid die in niets te onderscheiden is van 'de echte'. Is een mannelijke verschijning de uitdrukking van je diepste wezen, of is het een vrolijk en serieus theater? In een serie artikelen gaat Margreet Zwarteveen in op de visie van de panelleden. In dit tweede artikel is dat de visie van Henry Rubin.


Self-made mannen
Henry Rubin is een Amerikaanse socioloog, op dit moment tijdelijk als gastmedewerker verbonden aan Tufts University in Boston. Zijn boek Self Made Men: Identity and Embodiment of Transsexual Men verschijnt in juni (2003) bij de Vanderbilt University Press. Eerder publiceerde Henry Rubin onder andere het zeer lezenswaardige artikel Reading Like a (Transsexual) Man (in: Men Doing Feminism, Tom Digby (ed.), Routledge, 1998), waarin hij ingaat op de vruchtbare spanning die er bestaat tussen zijn verlangen om een 'echte man' te zijn (en als echte man gezien te worden) en zijn betrokkenheid bij het feminisme. Er is niet alleen verwarring over de vraag of mannen kunnen deelnemen aan een belangenstrijd voor vrouwen, maar er is ook verwarring over de vraag wat het is en betekent om 'man' of 'vrouw' te zijn, en wat het betekent om feminist te zijn. Zijn dit identiteiten, of activiteiten?

Rubins nieuwste boek gaat op een andere manier in op de vraag wat gender is. In dit boek onderzoekt hij de belevingen van mannelijkheid bij FTM-transseksuelen aan de hand van 22 diepte-interviews. Rubin legt verhalen van de verschillende transmannen naast een analyse van de manier waarop de huidige gendercategorieën en -identiteiten historisch tot stand gekomen zijn. Medische en lesbische vertogen zijn bijvoorbeeld van grote invloed geweest op de wijze waarop niet-reguliere vormen van mannelijkheid benoemd en erkend werden: mannelijke lesbo's en vrouwelijke transseksuelen bestaan, over hen kan gesproken worden. Door de afzonderlijke verhalen van de geïnterviewde mannen niet alleen als particuliere uitingen van een persoonlijke waarheid te beschouwen, maar ze ook te zien als gekleurd door de heersende vertogen, voorkomt Rubin een al te individualistische opvatting van gender.
De geïnterviewde mannen vertellen over de moeite die het hen heeft gekost zichzelf te begrijpen. Deze moeite varieert van druk om te conformeren aan heersende gendernormen tot het aangezien worden voor butch-lesbo's, van ervaringen met hormoonbehandelingen en chirurgische ingrepen tot relaties met hun familie, partners en kennissen. Hoewel de verhalen op veel punten verschillen, valt het op dat alle geïnterviewden hun verlangen man te zijn begrijpen als voortvloeiend uit hun intrinsiek mannelijke kern. Het beschouwen van gender als iets intrinsieks en wezenlijks is opmerkelijk in het licht van veel hedendaagse theorieën over gender, lijfelijkheid (embodiment) en identiteit die juist sterk de nadruk leggen op het niet-wezenlijke van gender door het te beschouwen als een sociale constructie, of als een performance.

Mannen en mannen...
Henry Rubin begint zijn inleiding tijdens het filmfestival met een anekdote over John. John werd een keer meegenomen naar een queer-gender-achtige bar door een butch-vriendin. In de bar koesterde een knappe jonge vent zich in de warme belangstelling van veel van de aanwezige vrouwen. Tegen zijn vriendin uitte John zijn verwondering over het succes van deze man, Max. Zijn vriendin legde hem uit dat als hij zijn FTM-wordingsgeschiedenis zou vertellen aan de mensen achter de bar, hij ook verzekerd zou zijn van 'a hot night'. Alle aanwezige mannen waren immers verklede vrouwen, en was John niet ook ooit vrouw geweest? John kon en wilde zichzelf echter helemaal niet identificeren met deze als man verklede vrouwen. Hij maakte een strikt onderscheid tussen hemzelf als man, en de verklede vrouwen; het was cruciaal voor hem om als man (en niet als verklede of als gewezen-vrouw) gezien te worden.
Alle door Rubin geïnterviewde FTM-mannen deelden Johns verlangen om ondubbelzinnig als man gezien te worden. Rubin heeft ze hier ook min of meer op uitgezocht: hij was geïnteresseerd in die mannen die er bewust voor kiezen om zoveel mogelijk de mannelijke, dominante, positie in te nemen in de Amerikaanse samenleving. "Mijn doel was om hun politieke strategieën te laten zien, hun ervaringen, hun drijfveren en hun ideeën over hun identiteit, hun lijf, hun transitie en hun nieuwe levens." Rubins fascinatie voor juist deze groep mannen komt voort uit bezorgdheid over de manier waarop deze groep begrepen en beschouwd wordt binnen de transgender/queer-gemeenschap. Eigenlijk horen ze er niet bij: door 'echte' mannen te worden kwalificeren ze niet meer als leden van de trans/queer-gemeenschap.

Wat betekent het voor de geïnterviewde mannen in Rubins boek om man te zijn? "Het gaat er niet zozeer om dat we meer macho zijn dan butches. Wat we willen is zoveel mogelijk op echte mannen lijken", aldus één van de geïnterviewden. Wat onder 'echte mannelijke lichamen' verstaan wordt, bleek echter niet éénduidig. Voor sommige transmannen is het hebben van een penis belangrijk, anderen leggen er juist sterk de nadruk op dat mannelijkheid sociaal is. Hoewel? "Natuurlijk kun je een man zijn zonder piemel... maar wie zou dat willen?" Sommigen gaven ook aan dat hun wens om een penis te hebben vooral te maken heeft met het verlangen naar seksueel genot, of met de angst om niet te kunnen voldoen aan de seksuele dromen en verlangens van partners.
Wat FTM-mannen duidelijk onderscheidt van butches, is dat er geen sprake is van 'coming out'. Wat transmannen willen is opgaan in de samenleving zonder op te vallen. Ze willen onzichtbaar zijn. Dit heeft belangrijke implicaties voor queer-activisme, omdat juist 'coming out' altijd één van de belangrijkste manieren is geweest om politieke aandacht en steun te krijgen. FTM-mannen willen juist niet uit de kast komen. Ze willen 'natuurlijke' mannen zijn, in hart en ziel man. Dit betekent niet dat transmannen zo macho mogelijk willen zijn. Het gaat erom dat ze zich als man meer op hun gemak voelen bij bijna alles wat ze doen: tuinieren, sporten, borduren... Er is geen gêne om gedrag te vertonen dat doorgaans aan vrouwen toegeschreven wordt, als er maar niet getwijfeld wordt aan hun mannelijkheid. Dit geldt zowel voor hetero- als voor homomannen: zodra ze zich helemaal man voelen en helemaal als man gezien worden, wordt het mogelijk om op een speelsere manier met mannelijkheid om te gaan, en zelfs om af en toe de heersende gendernormen te overtreden.
Ondanks de opluchting die alle geïnterviewden ervoeren toen ze eindelijk man waren, gaven ze allemaal aan er moeite mee te blijven houden om zichzelf te zien als de stereotype man. De mannen konden zich niet volledig identificeren met het heersende manbeeld. Sommige geïnterviewden verklaarden dit door te verwijzen naar hun ras of afkomst. Voor homomannen betekende hun manwording ook een verandering van hetero naar homo of, zo zegt Rubin, "van een hetero-normatieve positie naar een niet zo normatieve positie", waardoor het logischer is dat ze zich 'niet helemaal' voelden kloppen met het manbeeld. Geen man-man dus. Wat voor man dan wel? De meeste mannen zijn voorzichtig aan het zoeken en uitproberen om de voor hen passende vormen van mannelijkheid te vinden.

Smoke Rings (songtekst van Laurie Anderson)

Standby. You're on the air. Buenos noches Senores y Senoras. Bienvenidos. La primera pregunta es: Que es mas macho, pineapple o knife? Well, let's see. My guess is that a pineapple is more macho than a knife. Si! Correcto! Pineapple es mas macho que knife. La segunda pregunta es: Que es mas macho, lightbulb o schoolbus? Uh, lightbulb? No! Lo siento, Schoolbus es mas macho que lightbulb. Gracias. And we'll be back in un momento. Well I had a dream and in it I went to a little town And all the girls in town were named Betty. And they were singing: Doo doo doo doo doo. Doo doo doo doo doo. Ah desire! It's cold as ice And then it's hot as fire. Ah desire! First it's red And then it's blue. And everytime I see an iceberg It reminds me of you. Doo doo doo doo doo. Doo doo doo doo doo. Que es mas macho iceberg or volcano? Get the blanket from the bedroom We can go walking once again. Down in the bayou Where our sweet love first began. I'm thinking back to when I was a child - Way back to when I was a tot. When I was an embryo - A tiny speck. Just a dot. When I was a Hershey bar - In my father's back pocket. Hey look! Over there! It's Frank Sinatra Sitting in a chair. And he's blowing Perfect smoke rings Up into the air. And he's singing: Smoke makes a staircase for you To descend. So rare. Ah desire! Ah desire! Ah desire! So random So rare And everytime I see those smoke rings I think you're there. Que es mas macho staircase o smoke rings? Get the blanket from the bedroom We can go walking once again. Down in the boondocks Where our sweet love first began. Ooo I'm gonna follow you. Out in the swamps and into town. Down under the boardwalk Track you down. Doo doo doo doo doo. Doo doo doo doo doo. Doo doo doo doo doo. Doo doo doo doo doo.

To queer or not to queer?

Henry Rubin haalt Smoke Rings aan, een liedje van Laurie Anderson. Smoke Rings is een surrealistische satire van een spelquiz, die gaat over "Who is more macho?". In de tekst vraagt de spelleider de deelnemer: "wat is meer macho, ananas of mes" (in het Spaans). De deelnemer wordt dus gevraagd om iets vast te stellen wat op geen enkele rationele wijze vastgesteld kan worden. Volgens Rubin geldt dit eigenlijk voor elke gender-test: er bestaat geen enkele objectieve manier om iemands gender te bepalen. Henry Rubin: "Ik geloof dat er, jammer genoeg, veel van zulke testen en wedstrijden zijn. Ik zie het als mijn taak om de vaak impliciete en normatieve schalen waarlangs mensen gelegd worden om vast te stellen wie ze (in welke mate) zijn te bestrijden."
Wat belangrijk is om mee te tellen in de transcommunity is: zo politiek mogelijk zijn. Rubin: "Degenen die blend-en of go stealth (een verwijzing naar Star Trek die in de V.S. veel gebruikt wordt om een staat van onzichtbaarheid aan te duiden, M.Z.), versus degenen die, door genderfucking de naden van hun genderconstructie laten zien - zoals een kleermaker die iemand de naden van een kledingstuk laat zien. Sinds een jaar of tien zijn transseksuelen en transgenders in cultureel opzicht een stuk zichtbaarder geworden. Met die toenemende zichtbaarheid is er ook een politieke trend ontstaan om zichtbaarheid meer te waarderen dan onzichtbaarheid, constructie meer dan essentialisme, en een flexibele identiteit meer dan een onveranderlijk zelf. Dit leidt tot marginalisatie en uitsluiting van die FTMs en MTFs die niet queer zijn, en die er geen plezier aan beleven hun wordingsgeschiedenis te onthullen."
Het risico is dat de levensgeschiedenissen en ervaringen van degenen die succesvol de gender van hun voorkeur zijn niet meer meetellen, of bij voorbaat als politiek achterlijk worden aangemerkt. Queer-zijn en flagrante overschrijdingen van heersende verschijningsvormen van gender worden tot de dominante politieke strategie. Dit maakt transseksuelen tot een minderheid binnen een minderheidsgroep;er ontstaat een proces van secundaire marginalisatie.


www.continuum.nl - onafhankelijk digitaal tijdschrift over gender en transgender