Hanna de Heusrecensies, 23 januari 2003

Jeffrey Eugenides: Middlesex

Pleidooi voor individualiteit

De hoofdpersoon in Jeffrey Eugenides' nieuwe boek is een interseksueel, Cal, die opgroeit als meisje, maar in de puberteit besluit als man verder te leven. Een interessant gegeven. Wie wil daar niet meer over weten? Hanna de Heus las het vuistdikke boek en was teleurgesteld. Terwijl Eugenides minutieus de incestueze familiegeschiedenis van Cal beschrijft die - waarschijnlijk - generaties later resulteert in een interseksuele nazaat, maakt hij de lezer geen deelgenoot van de innerlijke belevingswereld van de hoofdpersoon. Is dat een gemiste kans of een bewuste keuze?

Middlesex, de tweede roman van Jeffrey Eugenides, vertelt twee verhalen: dat van een Griekse immigrantenfamilie in Detroit, en dat van Cal(liope) Stephanides, een van de jongste telgen van die familie die, Omslag Middlesexals interseksueel, de eerste veertien jaar van zijn leven als meisje is grootgebracht.
De familiesaga begint rond 1920 in een Grieks dorpje waar Desdemona en Lefty, broer en zus, verliefd op elkaar worden. Omdat hun liefde onmogelijk lijkt, probeert Desdemona haar broer aan een van de twee huwbare meisjes uit het dorp te koppelen, maar hij vindt ze beiden even afschrikwekkend: de ene heeft een snor, de andere stinkt.
Dan moeten broer en zus plotseling vluchten voor het oprukkende Turkse leger dat dorpen plundert en platbrandt. In doodsangst belooft Desdemona Lefty met hem te trouwen als ze levend uit de brandende hel ontsnappen. Niet veel later bevinden ze zich veilig en wel op een schip naar Amerika, waar ze doen alsof ze elkaar pas aan boord hebben leren kennen en daar verliefd worden. Nog voor ze aan land gaan, zijn ze in het huwelijk verbonden door de kapitein.
Dit toneelstukje van twee vreemden die elkaar op zee ontmoeten heeft geen enkel praktisch nut: ze hadden zich ook direct als verloofd stel aan hun medepassagiers kunnen presenteren. Dat Desdemona en Lefty voor deze omweg kiezen heeft ermee te maken dat ze deze gefingeerde kennismaking vooral zelf nodig hebben. Als ze er zelf in kunnen geloven dat ze elkaar op een ´normale' manier hebben ontmoet en dat hun relatie zich vanaf dat punt in een sneltreinvaart heeft ontwikkeld, voelt deze legitiemer.
In Detroit worden ze opgevangen door Sourmelina, hun lesbische nicht, die niet zo zwaar aan de incest tilt: 'Getrouwd? Echt getrouwd, dat je met elkaar naar bed gaat, bedoel je dat? [...] Zul je altijd zien, hè. Ik ben nog niet weg uit het dorp, of het wordt daar een interessante boel.'
Desdemona en Lefty krijgen een zoon, Milton, die later met Sourmelina´s dochter Tessie zal trouwen. Kortom, de inteelt tiert welig en blijft niet zonder gevolgen. De dochter van Milton en Tessie, Calliope, wordt geboren met een genetische afwijking waardoor ze een zogenaamde 5-alfa reductase pseudo-hermafrodiet is, of eenvoudiger gezegd: Calliope heeft geslachtskenmerken van zowel een man als een vrouw. De eerste veertien jaar van haar leven heeft niemand dat door. Haar testikels zijn niet ingedaald en er wordt simpelweg gedacht dat ze een wat grote clitoris heeft. Pas in de puberteit beginnen er dingen op te vallen. Calliope krijgt geen borsten, haar menstruatie blijft uit en haar gelaatstrekken worden hoekiger. Er wordt een genderspecialist ingeschakeld die weinig subtiel te werk gaat en er de aanleiding van is dat Calliope in paniek voor het medische circus wegvlucht. Bijna vijftien jaar en helemaal alleen in San Francisco begint ze een nieuw leven als jongen: Cal.

Rariteit
Jeffrey Eugenides schreef eerder de roman ´The Virgin Suicides, waarin de vijf tienerdochters van een keurig echtpaar een voor een zelfmoord plegen. Een luguber gegeven dat zonder enige sensatie werd gebracht. Hetzelfde gebrek aan sensatie omgeeft Calliope. Eugenides probeert, zo zei hij onlangs in een interview, als schrijver niet het gewone bijzonder te maken, maar het bijzondere gewoon. In Middlesex lijkt hij daarin aanvankelijk wat door te slaan.
Het boek wordt in de ik-vorm door Cal verteld, die inmiddels eenenveertig is en in Berlijn woont. Voor het vertellen van zijn eigen levensverhaal moet hij terug naar de geschiedenis van zijn grootouders omdat het voor zijn gevoel allemaal met die incest begon, maar vervolgens neemt de familiesaga zo´n vierhonderd pagina's in beslag voordat het verhaal werkelijk over Calliope zelf gaat. En wanneer het dan over haar gaat, wordt alleen haar vroege puberteit beschreven, de fase waarin ze doorkrijgt dat er iets niet klopt, wegloopt, en als Cal opnieuw begint. Het relatieve gemak, de ´gewoonheid´, waarmee dit gebeurt, doet absurd aan.
Zonder moeite sluit de beschermd opgevoede Cal zich in San Francisco aan bij een groep zwerfjongeren die hem meteen als jongen accepteert. Zonder er veel problemen mee te hebben werkt Cal vervolgens als rariteit in een seksclub en keert ten slotte na een paar maanden terug naar het ouderlijk huis waar hij alweer zonder veel strubbelingen wordt ontvangen. Zijn broer maakt grappen over de verandering en zijn moeder accepteert al snel dat ze nu twee zonen heeft. Voor een vijftienjarige moet dit alles toch heel ingrijpend zijn, maar nergens lees je hoe Cal zijn interseksualiteit nou ervaart.
Al met al bevat de roman eerder het tragikomische verslag van een puber op weg naar de volwassenheid, gepaard gaande met de eerste seksuele ervaringen, het van huis weglopen en het opbouwen van een eigen leven, dan van een puber die van genderidentiteit verandert. Hoe het de vijftienjarige Cal verder vergaat, hoe hij bijvoorbeeld op school wordt ontvangen en hoe hij een medische behandeling weet te ontlopen, komt de lezer niet te weten. Cal duikt pas weer op als hij 41 is en dit relaas schrijft. Wat er in de tussenliggende 26 jaar is gebeurd en hoe hij zijn nieuwe leven heeft vormgegeven blijft onduidelijk.

Hunkerend verlangen

Het lijkt een gemiste kans. Alles wat Cal loslaat is dat hij als meisje nooit het gevoel heeft gehad in een verkeerd lichaam te zitten, dat hij zich nog steeds niet helemaal thuisvoelt tussen mannen Calliope, muze van de epische poëzieen dat hij nog steeds de rol van dochter op zich neemt, die elke week naar huis belt en Tessie op haar oude dag zal verzorgen. Hij heeft de overstap enkel gemaakt vanwege een ´hunkerend verlangen´ en de lichamelijke tekenen die zijn lichaam in de puberteit begon te vertonen.
Had Eugenides niet een wat diepere kijk in de ziel van een interseksueel kunnen geven? Ongetwijfeld, maar het is ook in hem te waarderen dat hij Cal niet in een hokje plaatst zoals de medische wereld dat wel probeerde. Hij laat zijn hoofdpersoon zijn wie hij wil zijn, zonder zich daar verder 'mee te bemoeien'. Cal past in geen enkele medische theorie en Eugenides laat dat zo. Cal zoekt bewust geen enkele aansluiting bij de interseksbeweging en ook die vrijheid geeft Eugenides zijn hoofdpersonage, zonder met psychologische verklaringen of uitleg achteraf te komen. Zo bezien heeft Middlesex als roman misschien tekortkomingen - hiaten - maar is het als tekst een prachtig pleidooi voor individualiteit.
Eugenides, die zich wat Cals innerlijke leven behoorlijk op de vlakte houdt, doet dat niet waar het symboliek betreft. Aan de lopende band ontrollen dik aangezette verwijzingen zich. Zo is Calliope, de verteller, ook de muze van de epische poëzie. Zo krijgt Calliope in het schooltoneelstuk uitgerekend de rol van Tiresias toebedeeld, en woont Cal later in Berlijn, een stad die ooit net zo gespleten was als hijzelf. En Eugenides gaat maar door. Calliopes broer, die later zijn zestig hotdog-restaurants failliet zal laten gaan, heet Surseance. Het huis waar Calliope opgroeit heet Middlesex. Het is een kubusachtige woning in een traditionele buitenwijk: 'een huis met zo weinig mogelijk binnenwanden, ontdaan van alle stijve kenmerken van een burgerlijke manier van leven, een huis dat ontworpen was voor een nieuwe soort mensen dat een nieuwe wereld zou bewonen.'
Cal komt tot de conclusie dat de grote thema´s in zijn leven het toeval en seks zijn. Dat maakt hem niet tot een uitzondering, want rond die thema´s ontspon zich ook het leven van Desdemona en Lefty, van Milton en Tessie. En uiteindelijk kan hij niet anders dan concluderen dat wat er in het leven werkelijk toe doet, wat het waarde geeft, de dood is. 'Als je het op die manier bekeek, dan was die lichamelijke metamorfose van mij maar een onbenullig voorval.' Gewoner kun je het bijzondere inderdaad niet maken.


Jeffrey Eugenides: Middlesex.
Uitgever: Contact, Amsterdam, 2002.
Vertaald door Mieke Lindenburg.
ISBN 9025410324. 631 blz. Prijs: 25 euro.