Interview met Lisa Williamson
Tranen van transgender tieners
‘Wie is nou normaal?’ is het debuut van Lisa Williamson. Het young-adultboek dat ze begin 2015 in het Verenigd Koninkrijk publiceerde (The Art of being Normal), is nu vertaald in het Nederlands. Williamson trok langs boekhandels in Nederland om te vertellen over haar boek. Zaterdag 24 september is ze in Amersfoort waar het jaarlijkse Young Adult Literature Festival plaatsvindt, YALFoort. Ik spreek haar nog voor het festival begint.
Hoe werd je schrijver? En hoe kwam je er toe over transgender tieners te schrijven?
Dat heeft alles te maken met de baan die ik kreeg. Ik zat in 2010 in een soort van in-between-jobs. Als actrice. Ik zou twee dagen aan de slag gaan als administrateur bij de Gender Identity Development Service. Maar dat werd twee jaar. (De Gender Identity Development Service, in Londen, is een centrum voor jongeren tot achttien met genderproblemen.) Vanaf de eerste dag werd ik gegrepen, ik vond het enorm boeiend. Al die tieners die bij de service langskwamen, hun verwarring over hun genderidentiteit, gekoppeld aan de verwachtingen van de maatschappij over hoe ze er moesten uitzien en zich moesten gedragen. Ik had er nooit bij stil gestaan dat kinderen zich zo konden voelen. En ik vroeg me af: hoe reageren dan ouders, vrienden, de school? Ik verbaasde me erover waarom ik daar niet eerder van wist. Waarom was er niet meer over bekend? Ik zocht boeken over trans kinderen, maar die waren nooit geschreven vanuit het gezichtspunt van een tiener. Ik dacht toen, waarom schrijf ik dat boek niet?
Het vraagt dan ongetwijfeld veel extra onderzoek en voorbereiding. Hoe heb je dat gedaan?
Er kwamen vele honderden transgender kinderen voorbij op het werk. Mensen met heel verschillende familieachtergrond blijken dan heel vergelijkbare issues te hebben en gebruiken vaak dezelfde woorden om hun gevoelens te beschrijven. Je hebt bij de service bijvoorbeeld verschillende ontmoetingsgroepen waar kinderen over die gevoelens praten. Over hoe je met familie omgaat, met school en pesterijen, met liefde, seks en relaties. Hoe angstig het soms is. Ik heb blogs gelezen over de emoties, met kinderen over hun transgendergevoelens gesproken en met ouders over hun transgender tieners. Dat hielp. En zoals elke schrijver kun je als je er een verhaal van wilt maken, niet buiten je verbeeldingskracht.
Oudere trans mensen zouden misschien twintig jaar geleden wel zo’n boek hebben willen lezen. Wat denk je, had het toen geschreven kunnen worden?
Geschreven wel, maar publiceren was waarschijnlijk veel lastiger geweest. Uitgeverijen zouden misschien gedacht hebben: wie wil daar nu over lezen, er is vast geen markt voor. De tijd is nu wel anders. Er is een hele vocabulaire, er zijn vele hulpinstanties, er is nu ook internet. Maar het blijft iets waarvan mensen kunnen schrikken. Ik denk niet dat mijn boek hét transgenderboek is in het Verenigd Koninkrijk, maar ik hoop wel dat het iets kan bijdragen om te zorgen dat de angst en zorg van mensen wat minder wordt. Zelfs de meest vrije ouders maken zich zorgen over hun kinderen als die transgender blijken, want hoe moeilijk zal dit hun leven wel niet maken? Voor homo’s en lesbiennes is er al veel veranderd, nu is het zaak dat ook transgender normaal wordt.
Toen had je helemaal veel moeten uitleggen waarschijnlijk, maar nog steeds wel. Vind je niet?
Ja, in young-adultboeken zijn al heel veel homoseksuele personages te vinden. Als je over transgender personen schrijft, vraagt dat meer uitleg. Maar ze maken dezelfde dingen mee als elke tiener. Ze ontwikkelen zich, gaan naar school en worden verliefd. Ze hebben dromen zoals iedere tiener. Dat wilde ik in het boek ook laten zien.
Eigenlijk lijkt je boek met zo’n titel – Wat is nou normaal? – heel erg te gaan over de gedachten van de maatschappij over wat normaal is en de druk die kinderen ervaren om vooral normaal te zijn. Normaal is de scherpe tweedeling tussen jongens en meisjes en dat ze bepaald genderstereotiep gedrag vertonen. Wat vind je daarvan?
Ik heb zelfs het idee dat het erger wordt, de scheiding tussen de jongenswereld en de meisjeswereld. Dat we in die zin achteruitgaan. Je ziet dan bij trans kinderen dat ze bijvoorbeeld ultrafeminien of extra stoer willen zijn. En inderdaad, er is nu ook heel erg de neiging om hokjes te maken en labels te plakken. Die twee, maar inderdaad, ook nog andere. Zo komen er ook allerlei nieuwe labels voor mensen die helemaal geen labels willen. Ik hoop erg dat gender meer fluïde wordt, minder vast. Misschien moet er iemand eens een boek schrijven vanuit het gezichtspunt van iemand die niet zo binair is.
Je volgende boek?
Nee, ik word niet de transgender schrijver in het VK. Mijn volgende boek gaat over tieners en allerlei tienersdingen. Diversiteit blijft wel een thema.
Je boek is in Engeland goed ontvangen, met verschillende awards en prijzen. The Guardian schreef: ‘haar inspanning om in de huid te kruipen van haar transgender personage is indrukwekkend en ontroerend’. Wat vond je het leukst om te horen, welk compliment maakte je het gelukkigst?
Ik vond het prachtig om te horen als transgender kinderen zeiden: dat herinnerde me aan hoe het bij mij ging, hoe ik het beleefde of wat ik deed. Of als ze zeiden: het boek hielp me bij mijn coming-out. Ik heb het aan mijn vrienden cadeau gedaan zodat ze begrepen wat ik voelde. Maar ik zou niet willen dat ze denken dat ik het daarom heb geschreven. Het leukste vind ik toch als mensen waardering hebben voor de karakters in het boek en niet zozeer focussen op de genderaspecten.
Maar wat hoop je dat het teweegbrengt of aan bijdraagt op zijn minst? Wat zou er nog anders moeten?
Meer acceptatie voor verschillen. De druk om echt een jongen of een meisje te zijn, begint al op heel jonge leeftijd. Ik denk dat mijn boek niet echt uitdaagt tot discussie over de genderstereotypering in de maatschappij, maar dat is wel een groot probleem voor veel transkinderen. Ze voelen de druk daarvan. Als mijn boek ook maar iets aan kan bijdragen aan acceptatie, heeft het betekenis. Dat zou echt fantastisch zijn.
Wie is nou normaal?
Het boek gaat over de vriendschap tussen David en Leo. David weet al zijn hele leven dat hij een meisje wil worden. En Leo, nieuw op school, moest van zijn vorige school vertrekken om redenen waarover hij liever niet praat. Ze hebben beiden een geheim en komen erachter dat ze bij elkaar zichzelf kunnen zijn.
The Guardian in januari 2015 toen het boek in het Verenigd Koninkrijk uitkwam. Met name vanwege de invoelende portrettering van een transgendertiener. Daarbij hielp dat Williamson van 2010 tot 2012 werkte voor de Gender Identity Development Service, de dienst die jongeren onder de achttien met genderproblemen helpt.
Het boek krijgt van mij direct de maximale vijf sterren. De belangrijkste aanbeveling is ongetwijfeld dat ik de tranen niet kon tegenhouden. Bijvoorbeeld als blijkt welk geheim David en Leo delen, als het gaat over hoe ze vrienden worden, als ik lees hoe David – die een meisje wil zijn – wanhopig ervaart hoe hij onherroepelijk steeds meer jongen dreigt te worden. Als hij het uiteindelijk zijn ouders vertelt. Williamson laat overtuigend zien hoe het voelt, welke angsten en emoties je beleeft en wat voor worsteling het vaak is om te zijn wie je bent, anders dan anderen. Iedere trans persoon zal dingen herkennen. En dat is zo fijn, mooi, goed, belangrijk, noodzakelijk. Want elke tiener voelt de druk om normaal te zijn, maar ‘Wie is nou normaal?’, wat is normaal? en overigens, wie zou er eigenlijk normaal willen zijn? Is het eigenlijk niet vreselijk om volstrekt normaal te zijn?
Wil je meer lezen over transgender kinderen, dan is er meer. Pas verschenen zijn ook Aldus Sybren (Micha Meinderts) en George (Alex Gino).