MariĆ«tte Hermanswetenschap, opinie, 9 oktober 2006

Maaike Meijer vindt een parel in de sekse-strijd

Tussen penisnijd en genderweigering

Op woensdag 20 september 2006 hield Maaike Meijer, directeur van het Centrum voor Gender en Diversiteit van de Universiteit van Maastricht de George Mosse Lezing. Deze lezing wordt jaarlijks georganiseerd door de Stichting George Mosse Fonds van de Universiteit van Amsterdam *). Meijer stelt zichzelf in deze lezing de vraag waarom mannelijkheid in vrouwen omstreden is. Bekende noties over heteroseksualiteit en lesbische identiteit passeren de revue. Maar dan komt de verrassing: ‘Wij vinden dat mannen en vrouwen verschillend zijn, maar dat is niet zo, denk ik’.  

Maaike Meijer heeft zich altijd beziggehouden met gender vanuit feministisch en lesbisch perspectief. Als literatuurwetenschapper richtte zij zich op dichters en liedschrijvers. In deze lezing vraagt Meijer zich hardop af waarom mannelijkheid in vrouwen toch zo omstreden is. Sinds Freud heeft de term ‘penisnijd’ een negatieve klank, maar, zo betoogt Meijer, we zouden het mannelijke in vrouwen juist moeten herwaarderen.
Meijer: ‘Deze omstreden mannelijkheid heeft alles te maken met macht. Of je nu directeur bent van een groot bedrijf, wetenschap beoefend of kampioen bent in een sport die als mannelijk beschouwd wordt, als je je vrouwelijkheid niet voldoende etaleert, komt er een moment waarop je teruggefloten wordt. Terug in je hok, je hebt de penis niet en je zult hem ook niet krijgen.’ En dat verwijt werkt. Veel vrouwen raken voorgoed besmet wanneer ze mannelijk genoemd worden en kunnen soms zelfs hun vak niet meer uitoefenen.

De tweedeling is springlevend
De ‘binaire oppositie’ man-vrouw is springlevend. Het mixen van mannelijkheid en vrouwelijkheid is tot stilstand gekomen. De toenemende weerstand tegen homoseksuelen, de populariteit van Viagra en penisvergrotingen en de onbekendheid met vrouwelijke seksualiteit zijn daar tekenen van.
Daarbij geldt ook dat mannelijkheid in vrouwen anders gewaardeerd wordt dan vrouwelijkheid in mannen. ‘Drie jaar geleden deed de metroseksueel opgang: de voetballer David Beckham was goed gekleed, had een verzorgd uiterlijk en een relatie met een werkende vrouw. Hij was het mannelijke antwoord op de zelfstandige  heterovrouw: feminiener dan zijn vader, mooi, lief en voorstander van intimiteit en gelijkwaardigheid in relaties.’
Maar hoewel het feminiseringsproces van de heteroman niet te houden lijkt, is de polariteit tussen mannelijkheid en vrouwelijkheid sterker dan ooit. Mannen besteden meer geld aan cosmetica dan vrouwen, en tegelijkertijd ontwikkelt Armani een parfumlijn waarvan het mannenpotje vierkant is, het vrouwenpotje rond en de beide potjes precies in elkaar passen. Meijer: ‘En daarmee zijn we terug bij de complementaire heteroseksualiteit. Het feminiseringsproces van mannen gaat namelijk niet samen met het masculiniseringsproces van vrouwen. De sekse-hiërarchie blijft bestaan en vrouwen moeten de normatieve heteroseksualiteit blijven bevestigen.’
Homoseksualiteit beschadigt mannen in publieke functies niet, aldus Meijer. Paul de Leeuw, Jamai en postuum ook scheidsrechter John Blankenstein zijn populair bij het grote publiek. ‘Ik ben ervoor, maar ik zou willen dat het voor vrouwen ook zo werkte.’ Want het blijft moeilijk om als vrouw op te klimmen tot hoogleraar, of door te dringen in de top van het bedrijfsleven of de politiek. En andersom geldt: ‘Koken, woninginrichting en tuinieren groeien in prestige en betaling als mannen het gaan doen. Het is jullie van harte gegund, jongens, maar ik wil het ook. Penisnijd is een parel in de sekse-strijd.’  
Om haar woorden kracht bij te zetten, toont Meijer een fragment uit de documentaire A Knock Out van Tessa Boerman en Samuel Reiziger over Michelle Aboro. Aboro is viervoudig wereldkampioen boxen, maar haar Duitse werkgever verbrak haar contract omdat zij niet ‘te promoten’ zou zijn. Haar stoere uiterlijk, haar bruine huid en haar weigering om in de Playboy te staan spelen daarbij een rol. Meijer toont een fragment waarin Aboro’s blonde collega Regina Halmich als een tijger poseert voor een fotoshoot, met een windmachine op haar haar. Meijer: ‘Waarom moet Regina zo vrouwelijk en heteroseksueel beschikbaar zijn? Omdat er een grens is aan de toeëigening van mannelijkheid. Zij mag alleen meedoen aan een mannensport op bepaalde voorwaarden.’

Genderweigering
Tegelijkertijd zijn er veel manieren om man of vrouw te zijn: ‘Er zijn vrouwen die het verdommen om bij de mannen of de vrouwen te horen. Omdat ze lesbisch zijn, omdat ze een “mannen”-beroep uitoefenen, of om andere redenen.’  
Verschillen tussen vrouwen zijn groter dan verschillen tussen mannen en vrouwen, stelt Meijer. Sekseverschillen worden doorsneden door andere verschillen op grond van bijvoorbeeld etniciteit, religie, seksuele voorkeur en sociaal-economische klasse. Dit wordt ook wel de intersectie-theorie of het kruispuntdenken genoemd: naast alle mogelijke verschillen tussen mensen is het man/vrouw-zijn er slechts een, dat in wisselende contexten wel of niet relevant is en altijd in relatie staat tot andere verschillen.

Meijer pleit voor ruimte voor posities tussen ‘man’ en ‘vrouw’, want in die ruimte woont zij: ‘Ik ben geen vrouw, maar wat dan wel? Ik ben levenslang gefascineerd door mannelijkheid, mannelijke spullen en ook het mannelijk lichaam. Niet om het te  hebben, maar om het te zijn. Hoewel, dan ook weer niet zo, dat ik niet van een echte man te onderscheiden zou zijn. Ik wil de ruimte van het volledige leven. Ik wil zowel man, vrouw, meisje als jongen zijn. Ik ben geen transseksueel, en ook geen travestiet. Ik kies een kledingmix (m/v) waarin ik het kan uithouden: professionele kleding, die neutraal en zakelijk is. Iedereen weet dat ik lesbo ben, maar ik kom niet op een Harley aanrijden. In mijn vrije tijd loop ik het liefst met een kettingzaag door het bos. Ik voel me beter in de doe-het-zelfwinkel dan in de dameskledingwinkel. In de laatste ga ik al snel hyperventileren.’

Ze noemt het genderonbepaaldheid of genderweigering. Dat is niet iets exclusief voor homo’s en lesbo’s. Maar toch: ‘Wie de butch begrijpt heeft het hele genderspectrum begrepen’. Meijer pleit ervoor dat we nadenken en praten over de vraag hoe we zijn geworden tot wie we zijn: homo, hetero, man, vrouw, bi, trav en trans? Nu is het alsof er geen taal voor bestaat.
Nog maar twee eeuwen geleden schakelden we over van het one sex system, naar het two sex system. Thomas Lacoeur beschrijft dit in Making Sex. Meijer: ‘Als we van een-sekse naar twee-sekse kunnen, kunnen we ook van twee-sekse naar een systeem van multi-seksen. Het bouwmateriaal ligt klaar, niet alleen biologisch, maar ook maatschappelijk. Sex change operaties zijn geen big deal meer en veel mensen leven er tussenin.’

Sigmund Freud
Om het begrip penisnijd te herwaarderen, grijpt Meijer terug naar de originele definitie van Sigmund Freud. Oorspronkelijk betekent ‘nijd’ jaloezie en is het een van de zeven hoofdzonden. Penisnijd slaat op de jaloezie van jonge meisjes op de penis van hun broertjes. Volgens Freud is een baby biseksueel en sekseloos. Op jonge leeftijd hebben de penis en de clitoris dezelfde functie. Vanaf een jaar of drie ontdekken kinderen de verschillen. Het meisje ontwikkelt penisnijd: zij wil ook een penis. Het jongetje is bang dat zijn penis hem zal worden afgenomen, hij ontwikkelt castratie-angst.

In de jaren twintig was Karen Horney een van de eersten die Freud bekritiseerden. Zij zei dat de penisnijd niets te maken had met het anatomische verschil tussen jongens en meiden, maar met sociale ongelijkheid. Meijer is het met haar eens: ‘Het sekseverschil zelf geeft geen minderwaardigheidsgevoel. Het wordt pas traumatisch, omdat het plaatsvindt in een situatie waarin het sekseverschil al betekenis heeft. Als de situatie neutraal zou zijn, dan konden kinderen van alles denken. Jongens konden zich bijvoorbeeld afvragen: Ben ik mismaakt? En meisjes: Is mijn broertje soms ziek? Maar het gevestigde systeem van waardering, de hiërarchie waarin mannen bovenaan staan, bestaat al. Dus is penisnijd een logische reactie van meisjes. Het is doelgericht verzet en dat is toe aan herwaardering. Want ontsporingen van het traject zijn waarschijnlijk en aantrekkelijk.’  
Ze is de critici voor die vinden dat de herwaardering van penisnijd onderstreept dat het mannelijke beter is dan het vrouwelijke. ‘Dat is de theorie. Penisnijd is in onze handen veranderd, damesheerlijk: een penis die een man allang niet meer zou willen hebben. De penis van de derde, vierde of vijfde sekse.’

Dertien seksen
Na de lezing vraagt iemand: ‘Hoe komen we tot meerdere seksen? En hoeveel seksen zijn er volgens u?’
Meijer geeft toe dat dit lastige vragen zijn. ‘In 1972 gaf Noor van Crevel, met wie ik bij de Paarse September zat, een lezing waarin ze dertien seksen benoemde. Zij gaf aan dat de categorie ‘man’ heel weinig betekent. Er zijn zoveel verschillende soorten mannen, zoveel gedrag en zoveel lichamen. En dat geldt ook voor vrouwen. Dat idee zou ik willen radicaliseren. Want je lichaam gaat staan naar hoe je leeft.’  


* De Stichting George Mosse Fonds heeft als doel homo- en lesbische studies te bevorderen en is vernoemd naar de Amerikaanse historicus George Mosse. Hij schonk bij zijn dood in 1999 een legaat aan de universiteit als erkenning van het belang van de cultuurhistorische benadering van homoseksualiteit in Amsterdam.