Margreet Zwarteveenrecensies, 22 november 2006

Een lezing van Norah Vincent, Onder mannen, vanuit transgenderperspectief

Twee gescheiden werelden

In haar boek Self-made man, in het Nederlands vertaald als Onder mannen doet Norah Vincent verslag van de anderhalf jaar die ze als man door het leven ging.

In het boek onderzoekt Vincent door middel van intensieve participerende observatie verschillen tussen mannen en vrouwen. Door zich te gedragen en voor te doen als man onder mannen, hoopt ze meer inzicht te krijgen in wat mannen beweegt. Dat mannen anders zijn dan vrouwen is hierbij een belangrijke basis-aanname, en haar ervaringen als vrouw gebruikt ze dan ook voortdurend om het ‘anders-zijn’, het gender-verschil, te benoemen. Dit is meteen de enige zwakte van het boek; verschillen tussen mannen en vrouwen worden vastgesteld, maar amper ter discussie gesteld. Desalniettemin is Onder mannen een spannend, vermakelijk en interessant boek, zeker ook voor transgenderlezers. Vincent schrijft meeslepend, vanuit een twijfelende en zoekende ‘ik’, en is onbarmhartig eerlijk over haar eigen tekortkomingen en neuroses. Haar voortdurende angst om ontmaskerd te worden en haar onzekerheid over wat de reacties zullen zijn als ze zelf haar ware identiteit onthult, maken het boek bovendien spannend om te lezen.


norah vincent cover


Pikorde
Het idee voor het project van het boek wordt geboren als Norah op een avond wordt meegesleept door een bevriende drag king om als man de straat op te gaan. Norah plakt wat haar op haar kin, trekt een wijde spijkerbroek aan en zet een baseball petje op – en, zowaar, de mannen, die haar normaal gesproken van top tot teen zouden opnemen of soms zelfs nafluiten, slaan nu hun ogen neer. Als man trekt ze geen aandacht van andere mannen; ze valt niet meer op en kan onopgemerkter en dus vrijer bewegen. Als ze min of meer per ongeluk toch de blik van een omstander vangt en die even vasthoudt, realiseert ze zich dat er onder mannen een andere gedragscode bestaat als het gaat over elkaar aankijken: een langere blik betekent óf een uitdaging (wie is de sterkste) óf een seksueel getinte uitnodiging. Mannen kijken elkaar niet aan, maar slaan hun ogen neer als ze elkaar op straat tegenkomen – een manier om de status quo te handhaven en niet te hoeven vaststellen wie de hoogste is in de pikorde.
Nieuwsgierig naar meer inzichten van binnenuit besluit Norah om een tijdlang als man door het leven te gaan. Haar interesse in mannelijkheid komt niet helemaal uit de lucht vallen. Norah was in haar jeugd een tomboy, en in de inleiding van haar boek presenteert ze zich nadrukkelijk als dyke-lesbo. Ze is een mannelijke vrouw en is altijd nieuwsgierig geweest naar hoe het is als eigenschappen die geassocieerd worden met macht en dominantie je als het ware toevallen omdat je een mannelijk voorkomen hebt. De zelfverzekerdheid van mannen, en het gemak waarmee ze ruimte innemen en autoriteit uitstralen, wekten een lichte afgunst bij haar op. Manzijn is voor Norah ook toegeven aan de behoefte om, al is het maar voor even, bij een gepriviligieerde groep te horen.

Man onder mannen
Norah wordt dus Ned, en dit behelst in eerste instantie een fysieke metamorfose. Ze laat haar haar heel kort knippen, zet een rechthoekige bril met donker montuur op, bindt haar borsten in met behulp van een te kleine sportbeha en trekt een blazer of mannelijk overhemd aan. Ook gaat ze naar de sportschool voor talloze gewichthefsessies waardoor haar gewicht aanzienlijk toeneemt en ze een bredere en gespierdere borstkas krijgt. Ze neemt spraaklessen om een mannelijke manier van praten aan te leren, en ze vult haar broek op met een speciaal aangeschafte packing. Op aanraden van een bevriende visagist creëert ze een stoppelbaardje door fijngeknipte stukjes kunsthaar met speciale lijm op haar gezicht te plakken. Aan haar voeten hoeft ze niets te doen, want die zijn al groot.
Om de mannenwereld ‘van binnenuit’ te kunnen ervaren en observeren, kiest Ned, naast het daten met vrouwen, voor een aantal exclusief mannelijke settings: een bowling team, een klooster, een mannenpraatgroep, en een seksclub. Ook werkt Ned een tijdje als vertegenwoordiger. Door deze keuze ligt het accent in het boek vooral op hoe mannen zijn in hun verhoudingen tot andere mannen, in mannenwerelden, en minder op de verhoudingen tussen mannen en vrouwen, of die tussen mannen en mannen, in de dagelijkse leefwerelden van werk en gezin. De focus op ‘mannen onder mannen’ verklaart wellicht dat het boek nogal stellig concludeert met de verzuchting dat mannen en vrouwen in twee parallelle werelden leven. Een conclusie die eigenlijk weinig recht doet aan de rijke schakering van genderidentiteiten en ervaringen die Vincent beschrijft.

Medeleven en begrip
De mannenwerelden waarin Ned zich beweegt, beschrijft Vincent met begrip en soms zelfs met tederheid. Ze is onder de indruk van de ongecompliceerde manier waarop de mannen van het bowling team, van wie de meesten in de bouw of als loodgieter werken, met elkaar omgaan en waardeert hun humor. Ook al hebben ze door dat Ned anders is dan zij (ze beschouwen hem als een intellectele nerd), hij wordt met warmte ontvangen; de eerste handdruk die Ned ontvangt is er één van geruststelling, warmte en welkom. Hierbij vergeleken is de manier waarop vrouwen elkaar plegen te begroeten kil en onoprecht. Zelfs Ned’s slechte prestaties op de bowlingbaan doen weinig af aan het gemak waarmee hij zich opgenomen voelt in hun groep.
Vincent merkt hier hoe competitie tussen mannen werkt: mannen willen niet per se en altijd van elke andere man winnen, ze willen zich meten met (en winnen van) mannen die ongeveer even goed zijn als zij. Neds eigen teamleden, maar ook mannen van andere bowlingteams, bieden spontaan aan om hem te leren hoe hij zijn techniek kan verbeteren, een manier om van Ned een volwaardige tegenspeler te maken.
De ervaringen in het bowlingteam nopen Vincent tot het grondig herzien van vooroordelen die ze koesterde over de witte, mannelijke arbeidersklasse. Ze leert hun vriendschap waarderen en ziet dat deze mannen wel degelijk emoties met elkaar delen. Deze worden echter niet uitgesproken zodat het voor buitenstaanders en vooral voor vrouwen wiens sociale bestaan juist lijkt af te hangen van het uiten van emoties, kan lijken alsof mannen geen emoties hebben. Van een van de bowlers, Jim, is bijvoorbeeld zijn vrouw ongeneeslijk ziek. Jim vertelt zijn teamgenoten erover op een nogal feitelijke en constaterende manier, zonder in te gaan op zijn eigen verdriet. De mede-bowlers doen dat laatste ook niet, maar horen Jim aan en gaan over tot de orde van de avond: bowlen. Vincent juicht deze manier van doen niet meteen toe, maar merkt op dat er wel degelijk sprake is van medeleven en begrip.
Ook in de manier waarop Vincent haar ervaringen in de andere mannenwerelden beschrijft, getuigt ze van duidelijk sympathie voor de mannen met wie ze een tijdlang optrekt. Dit is een van de redenen waarom het boek zeer leesbaar is: ze maakt geen karikaturen van de mannen die ze ontmoet, maar zet ze neer als levende wezens met wie de lezer – ongeacht diens gender – zich kan identificeren.

Vrouwen de regie
De twee meest hilarische hoofdstukken gaan over Neds pogingen om vrouwen te versieren en over een mannenpraatgroep. Het interessante van Neds datingervaringen is vooral dat hij voortdurend het gevoel heeft dat hij zich moet verdedigen. In eerste instantie probeert hij, samen met een vriend, vrouwen te versieren in een kroeg. Dit is een grote mislukking. De vrouwen die hij aanspreekt, behandelen hem als lucht, of zelfs als een minderwaardig soort wezen. Ze zijn koud en achterdochtig. Ned weet dat hij als vrouw ook zo op mannen reageert, vanuit een diep wantrouwen dat mannen maar op één ding uit zijn, maar vindt het niettemin behoorlijk onplezierig om zo behandeld te worden. Hij is immers niet zo? Hij is helemaal geen echte man! Als hij voelt dat zijn pogingen nergens toe leiden, speelt hij open kaart en vertelt dat hij een vrouw is. Het vergt enige overredingskracht om de vrouwen daarvan te overtuigen, maar daarna verandert alles; plots wordt het gezellig en kletsen ze honderduit – ‘als kippen’ - over van alles en nog wat. Naar aanleiding van deze ervaring vraagt Vincent zich af hoe mannen en vrouwen elkaar ooit kunnen ontmoeten: hun signalen zijn noodzakelijkerwijs tegengesteld aan elkaar. ‘Het is de taak van de vrouw om in de verdediging te zijn, omdat ervaringen uit het verleden haar dit hebben geleerd. De man moet aanvallend zijn, want hij heeft geen keuze. Het is dat of nooit een vrouw ontmoeten.’ (p. 67-68)
Vincent is ook verbluft over de macht die vrouwen hebben in het spel van de verleiding. Zij zijn degenen die de regie hebben. Hoe voelen mannen zich hieronder? De man moet de eerste zet doen, of vrouwen verleiden hem daartoe. Meestal wordt zo’n uitnodiging echter genegeerd, in de wind geslagen of weggelachen, en de man staat in z’n hemd. Keer op keer worden mannen afgewezen en afwijzing is niet goed voor het ego. Volgens Curtis, Neds vriend hoort afwijzing erbij. Ned zet z’n dating-pogingen voort via internet, en ontmoet een aantal vrouwen. Keer op keer wordt Ned benaderd met wantrouwen: ‘Jij bent er vast weer zo één van de mannelijke soort’. Veel van de vrouwen die hij ontmoette, hadden teleurstellingen te verwerken gehad op liefdesgebied, waardoor ze extra vooringenomen waren tegen mannen. Hij ontdekt ook dat het idee dat mannen gesprekken monopoliseren terwijl vrouwen glimlachend toehoren, niet klopt. In zijn ontmoetingen met vrouwen praatten zij aan één stuk door over zichzelf. Uiteindelijk concludeert Vincent dat het niet meevalt om man te zijn en om als man geaccepteerd te worden in dit post-feministische tijdperk: ‘de man’ wordt geacht beheerst te zijn, sterk en zelfs enigszins dominant. Hij moet er zijn voor een vrouw, als beschermer en als degene die overeind blijft als het moeilijk wordt. Tegelijkertijd moet hij, in elk geval ten opzichte van vrouwen, blijk geven van een gevoelsleven, van empathie en een luisterend oor.

Ontmaskering
De deelname aan een mannenpraatgroep is Neds laatste ervaring als man. Het is het spannendste hoofdstuk omdat Ned, na een aantal maanden in de mannenpraatgroep, meegaat met een therapeutisch weekend in de bossen. De kans op ontmaskering is daar aanzienlijk door het dag en nacht samenzijn en het delen van slaapruimtes. Het risico dat ontmaskering met zich mee zou brengen is groter dan in de andere settings, omdat veel van de mannen een diepe haat ten opzichte van vrouwen in zich dragen. De weekenden zijn beroemd omdat ze meestal resulteren in ontladingen van emoties, bevrijdend voor de deelnemers. Het weekend is bedoeld om gevoelens van haat en woede te uiten en te bespreken door middel van rituelen en gespreksessies. Allerlei wapens zoals beilen, zwaarden en messen worden meegenomen zodat de deelnemers hun wraakfantasieën kunnen uitleven. Vincent vreest dat dergelijke fantasieën op haar botgevierd zullen worden bij ontmaskering en gaat met angstige voorgevoelens naar het weekend. Het loopt uiteindelijk allemaal goed af en de meegebrachte wapens blijken van plastic, al is het weekend voor Vincent wel haar laatste optreden als man. Ze kan het bedrog, het veinzen iemand anders te zijn dan ze is, niet langer opbrengen en heeft rust nodig om weer zichzelf te worden.

Genderessentie
Vincents analyse van de mannen die ze tegenkomt in de mannenpraatgroep leunt sterk op die van Robert Bly, de voorvechter van de mannenbeweging in de VS. Hij betoogt dat mannen in de afgelopen dertig jaar onder invloed van de vrouwenbeweging, weliswaar aardiger en meelevender zijn geworden, maar dat ze het contact met hun essentiële man-zijn verloren hebben. Bly’s boodschap is dat de mannelijke trots en vitaliteit, de oerman die diep in iedere man leeft, hervonden moet worden zodat mannen weer zichzelf en gelukkig kunnen zijn.
Al heeft Vincent kritiek op Bly, deze kritiek lijkt vooral te gaan over zijn keuze van therapeutische rituelen, die vaak op mythes en legendes zijn gestoeld, en minder over het idee dat er een authentieke en onvervreemdbare kern van mannelijkheid in elke man aanwezig is. Vincent onderschrijft dit idee van genderessentie en komt er in haar conclusies op terug. Mannen zijn mannen, vrouwen zijn vrouwen en dat is op de één of andere manier biologisch bepaald; het zit in de genen, de hersenen of de hormonen.

Vincents boek is een rijk boek voor mensen geïnteresseerd mannelijkheid, in manifestaties van masculiniteit en in hoe mannen zich onder mannen gedragen. Een belangrijk inzicht dat het boek oplevert, is dat mannen net zo bepaald zijn door, en vast zitten in, culturele en ideologische gedragspatronen en verwachtingen als vrouwen. En dat vrouwen hard meedoen met het instandhouden van deze gedragspatronen. Het is moeilijk man te zijn, verzucht Vincent dan ook aan het eind van het boek. Overal en altijd wordt er op gelet of je wel ‘man’genoeg bent, en altijd zijn er mensen die erop uit zijn je zwakheid of ontoereikendheid te onthullen. Vooral mannen onder elkaar zijn beducht om af te wijken van de mannelijkheidsnorm, met een angst voor verwijfdheid die neigt naar homofobie. Maar ook vrouwen doen hun best om mannen echte mannen te laten zijn. Ze verwachtten van Ned dat hij de touwtjes in handen neemt en dat hij zowel geestelijk als lichamelijk groot en sterk is. Tegelijkertijd willen ze tederheid en kwetsbaarheid, iemand die luistert naar hun verlangens en met wie ze kunnen knuffelen. Ze willen iemand om op te leunen en om zich aan vast te houden, iemand om tegen op te kijken en bij wie je kunt instorten, maar tegelijk iemand die zich bewust is van zijn gereduceerde plek in de postfeministische wereld.

Transgender-ervaring
Andere interessante inzichten die Vincents project opleveren zijn bijvoorbeeld dat mannelijkheid niet automatisch gepaard gaat met macht en autoriteit en dat een overtuigende manifestatie van mannelijkheid niet zozeer gaat over het juiste uiterlijk, maar over de juiste innerlijke houding. Mannelijkheid is vooral psychologisch, concludeert Vincent, net als vrouwelijkheid – en hangt af van een ‘gendered state of mind’, of geestesgesteldheid. Het aannemen van een mannelijke geestesgesteldheid bleek uiteindelijk ongezond voor Vincent. In hoofdstuk 6, het hoofdstuk over de mannenpraatgroep, kijkt ze hierop terug: “Hem te zijn was een beetje zoals een zebra die probeert zich voor te doen als een giraffe. Proberen een man te zijn als je een vrouw bent, is niet alleen een ander kleur paard zijn, of een persoon die haar oude uiterlijk heeft verruild voor een nieuw: nieuwe kleren, nieuwe make-up en nieuw haar. Door Ned werd ik me pijnlijk bewust van het feit dat mijn gender geworteld is in mijn brein, wellicht in de biochemie ervan en dat het veel te maken heeft met mijn zelfbeeld. Veel meer dan mijn ras, klasse, religie of nationaliteit, zo veel meer dat gender onvergelijkbaar wordt met deze categorieën, ook al worden ze vaak in één adem genoemd.”(p. 270)
De vervreemding en psychische aftakeling die Vincent ondergaat als ze zich voordoet als Ned is onmiskenbaar een transgenderervaring. Net als veel transgenders concludeert Vincent uit het feit dat één gender, de vrouwelijke, zowel meer en intrinsieker bij haar past dan de ander, de mannelijke, dat gender biologisch bepaald en daarmee onontkoombaar en onveranderlijk is. Deze conclusie vind ik teleurstellend, en geen recht doen aan de rijkdom van genderverschijningen en -gedragingen die Vincent in het boek beschrijft. Uiteindelijk wil ze alles terugbrengen tot een ‘oer’ twee-deling in mannen en vrouwen, zelfs haar eigen ervaring.
De constatering dat mannen en vrouwen in parallelle werelden leven, werelden die gescheiden zijn en ontoegankelijk voor de andere groep, is op dezelfde manier kort door de bocht. Vincents genderwereld bestaat uit een overzichtelijke matrix, met zes mogelijke identiteiten: je bent óf vrouw of man en houdt óf van vrouwen, óf van mannen of van allebei. Voor mensen als ik die juist geïnteresseerd zijn in hoe je gender kunt denken en doen zonder meteen terug te vallen op een tweedeling die biologisch vastgelegd is, is dit een armzalige uitkomst. Vincents ervaringen verdienen mijns insziens een analyse die gestoeld is op een dynamischer en minder essentialistische opvatting van gender, eentje waarin man-vrouw verschillen niet als gegeven worden beschouwd maar juist worden ondervraagd. En daarmee een analyse waarin ook transgendervragen gesteld kunnen worden.

Norah Vincent, Onder mannen, Amsterdam: uitgeverij Balans, 2006. Meer informatie: www.norahvincent.com