Tamar Doorduinopinie, 3 augustus 2016

Het bijzondere, waargebeurde verhaal van twee verliefde meisjes

Voetstappen in de sneeuw

Hoe is het om verliefd te worden op iemand die transgender is? Als voetstappen in een sneeuwwit landschap, zo voelde het voor Continuüm-redacteur Tamar Doorduin. Jaren geleden - en waarschijnlijk niet hartje zomer - schreef ze er onderstaand stuk over. In het Engels, voor een Amerikaanse blog voor LBTQ-vrouwen. Maar het voelde nog wat te pril, dus stuurde ze het uiteindelijk niet op. En misschien ook wel niet, omdat de blog juist trans vrouwen zocht die over hun ervaring wilde schrijven - de meeste van hun schrijvers waren namelijk lesbisch of bi, maar niet trans. Maar ze vertaalde het stuk en neemt ons nu mee in de de verliefdheid en de verwarring van die eerste tijd. En in het (onterechte) gevoel de enige in haar soort te zijn. 

Sneeuw

Wanneer ik over mij en mijn vriendin denk, is het alsof ik uit het raam kijk en een vers besneeuwd landschap zie in de vroege ochtend. Niemand heeft de grond nog betreden. Er liggen geen voetstappen in de sneeuw. Schrijven over onze relatie voelt alsof ik dat prachtige, sneeuwwitte landschap verpest door het ononderbroken wit met modderige voetstappen te besmeuren. Maar ik verlang zo naar de zon, de regen en de frisse lucht dat ik niet binnen kan blijven. Ik verlang ernaar om de eenzaamheid te doorbreken en anderen te vinden zoals wij, en daarvoor moet ik op pad. Ook al weet ik dat er niemand is zoals ik en geen koppel zoals wij, toch verlang ik naar erkenning.

Mijn vriendin is de mooiste vrouw van de hele wereld, en ik wil mijn verhaal niet beginnen met vertellen dat zij trans is en ik niet. Misschien is het vanwege alle negatieve lading die het woord ‘trans’ in onze cultuur heeft gekregen. Misschien is het omdat ik bang ben dat jullie het niet zullen geloven als ik schrijf hoe mooi ze is, want het woord ‘mooi’ komt niet vaak in dezelfde zin voor als ‘trans’. Misschien is het omdat onze liefde te eigen is om op die manier te worden samengevat. Mijn vriendin vertelde me ooit dat ze alleen trans is tijdens haar werkdag, wanneer ze voor een transgenderorganisatie werkt. Thuis is ze gewoon zichzelf. Thuis zijn wij twee verliefde meisjes, gemaakt van hetzelfde materiaal.

Ja, we zijn van hetzelfde materiaal. In mijn liefje herkende ik het feministische verlangen dat ik in mezelf voel sinds ik 11 jaar oud ben. Het verlangen om vrouw te zijn zonder dat daar op neergekeken wordt. Ooit, toen ik nog maar net op de hoogte was van haar mysterieuze verleden, werd mijn beeld van haar overschaduwd door de stereotype beelden van transvrouwen die in onze cultuur zo alomtegenwoordig zijn. Ik was bang dat ze ‘onder haar kleren een man’ zou zijn. Ik was bang dat ze anti-feminist zou zijn. Ik was bang dat ze op vrouwen neer zou kijken met een objectiverende blik. Ik was bang dat ze niet van hetzelfde materiaal zou zijn als ik en dat haar materiaal op één of andere manier het mijne zou overmeesteren. Maar we zijn gewoon twee verlegen meisjes.

Wanneer ik haar aanraak kan ik het letterlijk voelen. Ik kus haar schouder en haar arm, ik bijt haar met mijn lippen, en ik weet dat we niet van twee planeten komen. Mijn lichaam weet het.

Mijn angst nog vers overwonnen moest ik, in de eerste maanden van onze relatie, feministische vriendinnen ervan overtuigen dat mijn vriendin mij niet met ‘male privilege’ wil overschaduwen. En ik heb nog steeds het gevoel dat ik jullie moet overtuigen. Aan deze beelden is niet makkelijk te ontsnappen. Het pad in de sneeuw was er al. Het landschap was nooit sneeuwwit.

Het voelt alsof ik jullie van zoveel moet overtuigen, dat ik niet eens kan beginnen met het vertellen van mijn eigen verhaal.

Ik moet jullie ervan overtuigen dat ik echt van de vrouwen ben, ja, ik ben lesbisch, ook al ben ik dat niet, want ik ben altijd fluïde geweest. Maar biseksualiteit en fluïditeit zijn al net zo onzichtbaar als trans-relaties, en veel te schimmig en vaag en makkelijk te reduceren tot een soort modieuze heteroseksualiteit, dat jullie zouden denken dat ik niet écht van de vrouwen ben. “Dat is handig: jij valt vooral op vrouwen maar niet uitsluitend, en jouw vriendin is grotendeels vrouw maar niet helemaal.” Ik hoor het de mensen al denken. Nee, ik moet die fluïditeit absoluut verborgen houden.

Ik moet jullie ervan overtuigen dat de anatomie van haar lichaam niet jullie zaak is. Nee, echt, het is niet beleefd van jullie om te vragen hoe haar vagina van binnen aanvoelt.

Ik moet jullie ervan overtuigen dat we het goed hebben, samen.

Ik moet jullie ervan overtuigen dat nee, ik er absoluut geen probleem mee heb dat ze trans is en dat er nog nooit enige transfobe gedachte in mijn hoofd is opgekomen.

Ik moet jullie ervan overtuigen dat transfobie ook voor mij als cisgender partner een issue is.

Ik moet jullie ervan overtuigen dat mijn verhaal óók meetelt.

Ik moet jullie ervan overtuigen dat ik niet zomaar de zoveelste persoon ben met het gevoel dat haar verhaal vergeten wordt, maar dat het echt zo is.

Ik moet jullie ervan overtuigen dat jullie mijn verhaal moeten publiceren ook al ben ik zelf geen trans vrouw, en dat dat geen cisseksistische bias van mij is.

Ik wou dat ik niet hoefde te weten dat er woorden als transfobie en cisseksistisch bestaan. Ik wou dat de fenomenen waar die woorden naar verwijzen niet zouden bestaan, want de woorden zijn niet sexy en niet romantisch en hebben absoluut geen plek in het bijzondere, waargebeurde verhaal van twee verliefde meisjes. Ik wou dat ik jullie ervan kon overtuigen dat ik niet gefrustreerd ben. Maar ik ben gefrustreerd, zo nu en dan.

Ik wou dat ons verhaal gewoon het bijzondere, waargebeurde verhaal van twee verliefde meisjes is, en ik wou dat er geen overtuigen aan te pas hoeft te komen. Ik wou dat die stereotype beelden in mijn hoofd er nooit waren geweest. Ik wou dat ik me nooit eenzaam had gevoeld in de wereld van representatie. Ik wou dat iedereen het woord ‘trans’ prachtig vond. Ik wou dat als ik mensen over mijn vriendin vertel, er geen enkele noodzaak zou zijn om strategisch te beslissen wat ik wel en niet vertel. Ik wou dat het woord ‘trans’ mensen niet af zou leiden van hoe ongelooflijk mooi de ogen van mijn vriendin zijn, hoe geweldig lief de sproetjes op haar wangen.

Want dat zijn ze. Geloven jullie me?

Ik ben ondertussen zes jaar samen met mijn vriendin. Door de oprichting van de Transpartner Zone, het boek Een bijzondere liefde van Marian Geurtsen en door de toegenomen transgenderemancipatie zijn er al zoveel voetstappen in de sneeuw gezet, dat het sneeuwlandschap al bijna is veranderd in een zonovergoten, grasgroen dal.