Zweedse Transgenders willen schadeloosstelling voor “gedwongen” sterilisaties
31.000 euro. Dat willen 90 Zweedse transgenders van de staat. Het Zweedse COC schaart zich achter hun eis. Wat is er aan de hand?
De Zweedse staat vereiste tot voor kort dat transgenders die hun naam en hun wettige geslacht willen veranderen, zich laten steriliseren. Zij moesten daartoe een hormonale of operatieve behandeling ondergaan, en pas wanneer een arts verklaarde dat de cliënt steriel was, kon het wettige geslacht veranderd worden.
Nu is de wet veranderd. Sinds 12 januari bestaat de sterilisatie-eis niet meer in Zweden. Er lag al een waet die per 1 juli een einde maakte aan deze eis, maar een rechtszaak van een ongeduldige transgender leidde ertoe dat de rechter het parlement opdracht gaf om de wet per onmiddellijk aan te passen.
Ulrika Westerlund, voorzitster van het RSFL, in Stockholm
Onmiddellijk na de aanpassing reageerde de RFSL - het Zweedse COC - met een verzoek om schadeloosstelling. Er is grote onvrede onder Zweedse transgenders over hun medische behandeling. Zij krijgen veel minder sociale en psychologische ondersteuning dan in andere landen, volgens de RFSL. Een Zweeds transgender die een medische behandeling wenst, ziet een keer in de drie maanden een psychiater, die geen hulp verleent, maar alleen een diagnose stelt. Erger nog, vindt Ulrika Westerlund van de RFSL, is dat deze psychiaters alleen “primaire transseksuelen” toestaan tot de behandeling. Dit zijn mensen die vanaf hun vroegste jeugd zeker weten dat zij in het verkeerde lichaam geboren zijn. Andere transgenders worden niet geholpen. Zeker geen transgenders die vooreerst een gedeeltelijke behandeling wensen. Het gevolg is dat veel transgenders lijden, liegen en een bijzonder slechte en onoprechte relatie met hun hulpverlener hebben. Zij voelen zich vaak bedrogen en in de steek gelaten, aldus de RFSL. De schadeloosstelling moet dit goed maken.
In Zweden worden al sinds 1971 sekseveranderende operaties uitgevoerd - twaalf jaar eerder dan in Nederland. In 1972 ontwierpen zij als eerste wetgeving om de juridische effecten van deze nieuwe medische behandeling te regelen. Zij wilden het mogelijk maken dat mensen hun naam en gender konden veranderen, zonder de deur open te zetten voor mensen die om heel andere motieven hun naam en gender zouden willen veranderen, bijvoorbeeld om een homohuwelijk te sluiten of om aan een juridische verantwoordelijkheid te ontkomen. Daartoe diende de sterilisatie-eis. De Zweedse wetgeving heeft tien jaar later ook als voorbeeld gediend voor Nederlandse wetgeving.
Sinds de invoering van het homohuwelijk is de sterilisatie-eis overbodig geworden. In Nederland is na lang aandringen een wetswijziging in de maak.
De RSFL hoopt dat de herziening van de sterilisatie-eis ook aanleiding zal zijn om iets te doen aan het Zweedse behandelmodel en ruimere mogelijkheden zal geven voor gedeeltelijke behandelingen.