Ton van den Bornopinie, recensies, achtergrond, 17 mei 2023

Over zijn boek ‘Je mag ook niets meer zeggen’

De woorden van Mounir Samuel

Woorden doen ertoe. Dat blijkt wel in het boek van Mounir Samuel: ‘Je mag ook niets meer zeggen’. Wat vroeger kon als je sprak over vluchtelingen, transgender personen of mensen met een beperking, kan nu niet meer. De gevoelswaarde van veel woorden verandert dan weliswaar, maar waarden blijven. Samuel zocht het uit. Een vol, misschien wel overvol, boek met richtlijnen en suggesties voor ‘een nieuwe taal’.

Een waarde in het boek van Mounir Samuel is bijvoorbeeld: een persoon heeft een beperking, maar is niet beperkt. Wat betekent dat? Iemand met bijvoorbeeld een auditieve beperking, dementie of autisme, is niet ‘die dove’, ‘die demente persoon’ of ‘die autist’. Nee, dat is iemand die met bepaalde uitdagingen te maken heeft, maar mensen hebben meer identiteiten. Niet alleen dat ene. Zo kun je een transgender persoon ook niet terugbrengen tot dat ene aspect van diens identiteit.

mounirsamuel1.jpg

Genderinclusiever

Voor genderdiversiteit en seksuele oriëntatie is een heel hoofdstuk uitgetrokken. Naast bijvoorbeeld hoofstukken over validisme en racisme. Samuel behandelt hier allerlei vooroordelen, misvattingen en taalkeuzes. Dat onze kennis over gender eigenlijk nogal beperkt en stereotiep is, en dat daar elders en in andere tijden vaak heel anders naar werd gekeken.    

Hoe kun je taal bijvoorbeeld genderinclusiever maken (welkom beste mensen), wat zijn ongepaste vragen aan transgender personen (hé, ben jij nou een jongen of een meisje?) en waarom is het begrip queer soms problematisch? Let bijvoorbeeld ook op dat kunst van een homoseksueel persoon niet per se queer is zoals kunst van een vrouw niet per se feministisch?

Terugwerkende kracht

Boeiend is ook een uiteenzetting over de geschiedenis van bepaalde woorden. Veel woorden die we in onze westerse wereld voor seksuele identiteit en genderidentiteit hebben ingevoerd, bestonden lang geleden gewoon niet. Zo bestaat het begrip homoseksualiteit pas sinds de late 19e eeuw en is het woord transgender pas een paar decennia bekend.

Vroeger werd er dus vaak geen naam of etiket aan seksualiteit of genderexpressie gegeven. “Dit maakt seksuele beleving en genderexpressie veel flexibeler en fluïde”, schrijft Samuel. “Mensen hadden immers niet één vastomlijnde identiteit voor het leven. In veel landen kwam hier pas verandering in toen de koloniserende machthebbers hun ‘antisodomiewetten’ introduceerden en daarmee homoseksualiteit tot een misdrijf maakten.”

In veel culturen zijn de ideeën over seksuele beleving en genderidentiteit veel minder vastomlijnd en eendimensionaal dan in Noordwest-Europa en Noord-Amerika

Samuel stelt dat seksuele diversiteit en genderexpressie hoewel deze woorden niet bestonden, even oud zijn als de mens zelf. De vraag is dan wel of je iemand van vóórdat het begrip bekend was met terugwerkende kracht homoseksueel kunt noemen. “De persoon in kwestie zou zichzelf nooit zo hebben geïdentificeerd. De term bestond immers nog niet.”

“Daarbij”, vervolgt Samuel, “voelen ook nu nog veel personen uit Afrikaanse, Aziatische en Zuid-Amerikaanse landen zich helemaal niet prettig bij labels als ‘homoseksueel’, ‘lesbisch’ of ‘transgender’. In veel culturen zijn de ideeën over seksuele beleving en genderidentiteit veel minder vastomlijnd en eendimensionaal dan in Noordwest-Europa en Noord-Amerika.”

Aan de andere kant zie je dan dat veel overduidelijke lhbtiqa+-personen zichzelf niet terugvinden in de geschiedenis. Hun bestaan is ‘grijsgewassen’. Hun seksuele oriëntatie of genderidentiteit wordt nu ontkend of weggelaten. Denk aan Gandhi, verschillende componisten, oude Grieken misschien. De norm is immers hetero en cis.

De ‘roze helden’ uit het verleden zouden op dit punt van hun identiteit erkenning moeten krijgen. Ook belangrijk, stelt Samuel, omdat je anders misschien het idee zou legitimeren dat de diversiteit aan seksuele oriëntaties en genderidentiteiten een relatief nieuw fenomeen zou zijn, iets dat niet eigen zou zijn en onnatuurlijk.

Bedriegerssyndroom

Een ander interessant stuk gaat over acceptatie van lhbtiqa+-personen in een wereld waar de norm hetero en cisgender is. Zo krijgen lhbtiqa+-personen niet altijd het vereiste respect bij een moedige coming-out na een moeizame zoektocht. 

Alleen wanneer een persoon ‘geslaagd’ of ‘passabel’ is, mag die daadwerkelijk met diens gender door het leven gaan

Bij transgender personen wordt een fysieke transitie vaak nog langs een cisgender maatlat gelegd. Is de transitie dan wel ‘gelukt’? Samuel: “Alleen wanneer een persoon ‘geslaagd’ of ‘passabel’ is, mag die daadwerkelijk met diens gender door het leven gaan.” Maar vervolgt hij, die persoon had dat gender al, ook zonder hormoonbehandelingen en chirurgische ingrepen.

“Doordat het gender van transgender personen daarnaast ook nog een gevoel wordt genoemd (‘je voelt je dus een man’), wordt een ‘impostersyndroom’ of ‘bedriegerssyndroom’ waar veel transgender personen aan lijden, versterkt. Veel transgender personen wordt het gevoel opgedrongen dat zij de wereld zouden ‘bedriegen’ door naar hun ware gender te leven zonder daarbij te vermelden dat ze transgender zijn.” Ze krijgen dan mogelijk het idee dat ze elk moment door de mand kunnen vallen omdat ze geen ‘echte’ man of vrouw zouden zijn.

Iedereen uit de kast

De identiteit van non-binaire, genderqueer, genderfluïde of agender personen wordt in het binaire cisgender-denken al helemaal lastig gevonden. Denk aan opmerkingen van een cis persoon zoals: “Ik vind dit wel moeilijk hoor.” Dat is helemaal niet relevant, zegt Samuel. “Of zij dit begrijpen of zich het zelfs maar voor kunnen stellen, doet er gewoon niet toe.”

Hoog tijd dat iedereen uit de kast komt en de maatschappij zelf in transitie gaat

Deze non-binaire en andere personen bewijzen volgens hem, ondanks hun kwetsbaarheid in de wereld waarin hetero-cis de norm is, die wereld een grote dienst.

“Door hun aanwezigheid geven zij anderen de gelegenheid om te beseffen en te erkennen dat zij ook een gender hebben. Daarbij geldt dat degene die zich bewust wordt van de beperking van de huidige invulling van genderrollen (wat je als man / vrouw wel of niet mag) zich daar ook van kan bevrijden. Het is daarom hoog tijd dat iedereen uit de kast komt en de maatschappij zelf in transitie gaat.”

Dit is maar een van de aanbevelingen, conclusies en suggesties waar het boek vol mee staat. Niet alle zijn even eenvoudig of snel te realiseren. Maar het is heel goed om je er rekenschap van te geven en dit dikke boek, haast een studieboek, door te werken. 

Onderzoek naar transitie-ervaringen

Ton van den Bornkort, nieuws, wetenschap, 28 februari 2022

Een team van de Open Universiteit voert onderzoek uit naar de ervaringen van transgender mensen in transitie. De onderzoekers zoeken mensen die daaraan willen deelnemen, transgender personen in de aanloop naar transitie en mensen die verder in dat proces zijn of dit al hebben afgerond. Ze kunnen reageren tot eind december 2022.

Eerder onderzoek wijst volgens de Open Universiteit uit dat veel transgender mensen last hebben van stigmatisering in de directe omgeving, op het werk en in de openbare ruimte. Of, met andere woorden, van de negatieve opvattingen die er over hun groep bestaan. Zij kunnen die opvattingen internaliseren en daarop reageren door schaamte en terugtrekking. Of ze willen stigma’s voor zijn door geheimhouding. Die anticipatie kun je zelfstigmatisering noemen.

(Zelf)stigmatisering kan leiden tot sociale isolatie en psychopathologie, lagere zelfwaardering, werkloosheid en inkomensverlies. Met name tijdens de transitie, de overgang van het geboortegeslacht naar het wensgeslacht, kunnen transgender personen de gevolgen van (zelf)stigmatisering ervaren. Hoe ga je daarmee om en krijg je sociale steun?

In het onderzoek dat nu bij de Open Universiteit wordt uitgevoerd, vragen onderzoekers naar probleemsituaties die transgender personen ervaren tijdens de transitie, hoe zij hiermee omgaan, hoe zij zich voelen en welke steun zij ervaren van hun omgeving.

Ze willen de uitkomsten onder meer gebruiken voor het ontwikkelen van de Transgender Coping Questionnaire (TRACQ), een vragenlijst die gebruikt kan worden om te meten hoe transgender mensen omgaan met transgenderspecifieke probleemsituaties. De TRACQ kan gebruikt worden om de behandeling te personaliseren. Op die manier kan het psychische welbevinden van transgender mensen tijdens en na transitie verbeteren.

Het onderzoek bestaat uit online vragenlijsten en interviews. Daarvoor zoeken de onderzoekers mensen (18 of ouder) die aan het begin van hun transitie staan, de diagnostische fase (A) en mensen die verder in het transitietraject zijn of dat al hebben afgerond (B). Deze oproep voor deelname aan het onderzoek geldt tot eind december 2022.

De A-groep
Het OU-team vraagt je dan om drie keer de online vragenlijsten in te vullen, de eerste keer tijdens de diagnostische fase. Voor daaropvolgende afnames word je telkens met een tussenpose van een jaar via e-mail benaderd, dus reageer je nu dan krijg je nog een mailtje in 2023 en 2024. Hier vind je de vragenlijst.

Naast die vragenlijst zijn de onderzoekers ook benieuwd naar je persoonlijke ervaringen tijdens de transitie. Ze willen je graag in verschillende fasen van de transitie interviewen. Voor meer informatie of het maken van een afspraak voor een interview kun je mailen naar Sta je aan het begin van jouw transitie, dan kun je aan zowel het invullen van de vragenlijsten als de interviews deelnemen.

De B-groep
De onderzoekers vragen je als je in transitie zt of deze al hebt afgerond om één keer een online vragenlijst in te vullen. Hier. Voor meer informatie over het onderzoek kun je mailen met

Een onderzoeksteam van de Open Universiteit, bestaande uit prof. dr. Arjan Bos, prof. dr. Jacques van Lankveld, dr. Mark Hommes en promovenda Maria Verbeek MSc, werkt voor dit onderzoek samen met onder andere het Kennis- en Zorgcentrum voor Genderdysforie van het Amsterdam Medisch Centrum en andere centra voor genderdysforie in Nederland.

Meer informatie over het onderzoek vind je hier: https://www.ou.nl/onderzoek-klinische-psychologie-transgender-mensen-en-zelf-stigmatisering.

 

Agenda

Heb je tips voor onze genderdiverse agenda? , dan plaatsen we het hier.